‘Armoedebeleid’ staat in de steigers, maar nog veel werk te doen
Wethouder wordt 'manager in happiness'?
Gepubliceerd: 12 april 2024
Tijdens de Algemene Raadscommissie bleek dat niet voor iedereen even duidelijk was wat gevraagd werd met betrekking tot het ‘armoedebeleid’. Dat bracht wethouder Marco Wiesehahn ertoe om al tijdens de eerste termijn meteen wat extra uitleg te geven.
Aandacht voor armoede
‘In het raadsbreed akkoord staat expliciet dat deze raad aandacht vraagt voor armoedebeleid, voor ondersteuning van mensen die het financieel moeilijk hebben. Nu zijn daar allerlei opties voor beschikbaar, maar voor we alles gaan uitwerken zou ik van u als raad willen weten welke richting we daarbij op moeten. Dan zijn er wat het college betreft simpelweg vier opties: optie A betekent optimaliseren van bestaand beleid en bestaande regelingen. Optie B betekent optimaliseren en aanvullen. Optie C betekent optimaliseren, aanvullen en daar bovenop nog maatwerk mogelijk maken en als laatste, optie D, helemaal iets heel anders optuigen. Wat voor u ligt is een stuk waarin alle regelingen die nu bestaan en die nu in Bergen aan de orde zijn op een rij zijn gezet. Aan u de vraag: wat gaan we hiermee doen? Hoe wilt u verder?’
Bereikbaarheid te laag
Vervolgens kwamen de partijen met hun op- en aanmerkingen. Grootste kritiekpunt was dat de bereikbaarheid van de al bestaande ondersteunende maatregelen gewoonweg ontoereikend was. ‘Als je al weet wat er beschikbaar is, is het een ware zoektocht om het voor elkaar te krijgen. Voor die tijd haken veel mensen af vanwege de enorme bureaucratie’, zo viel op te tekenen bij veel van de sprekers. Dat had wethouder Wiesehahn zelf ook al geconstateerd.
Om een lang verhaal kort te maken: de meerderheid van de partijen vond dat allereerst iets gedaan moest worden aan die bereikbaarheid van en duidelijkheid over wat al bestaat. Daarnaast was er behoefte aan aanvullingen en zelfs hier en daar aan maatwerk, zoals bijvoorbeeld rondom de minimapas en specifieke doelgroepen, zoals jongeren en ouderen. Thea Leijen-Veldt (CDA) pleitte voor gratis sporten voor alle kinderen onder de 16 jaar, ongeacht de financiële omstandigheden en liefst ook een vergelijkbare regeling voor ouderen. ‘Wij vinden het belangrijk dat kinderen, maar ook ouderen, meer in beweging komen.’
Cees van Leijen (VVD) had een heel andere opvatting over de regelingen. ‘Wij zouden als VVD graag een heel andere opzet zien voor ondersteuning van mensen die het werkelijk nodig hebben. Als ik nu zie dat een stel in de bijstand met alle toeslagen netto meer binnen krijgt dan iemand die in de supermarkt de hele week moet werken, klopt er volgens ons iets niet. Dus voor ons Optie D, een alternatieve benadering.’ Daar was de VVD overigens de enige in.
‘Ik concludeer dat er een meerderheid is voor optie C’, besloot de wethouder nadat iedereen zijn of haar richting had aangegeven. ‘Dus die gaan we uitwerken en in september krijgt u alle stukken, inclusief de financiële consequenties, voorgelegd ter beoordeling.’ Kortom, nog veel werk te doen.
Moeite met benaming armoede
Twee fracties (PvdA en CDA) hadden overigens wat moeite met de term ‘armoedebeleid. ‘Kan het niet gewoon iets positievers worden’, vroeg commissielid Thea Leijen-Veldt (CDA) zich af. In het buitenland heb je een ‘manager of happiness’. Is dat niet een veel optimistischer benaming?’ Ook Dig Ishta (CDA) vond de term armoedebeleid behoorlijk stigmatiserend en negatief.
Wethouder Wiesehahn kon zich meteen vinden in de eretitel ‘manager of happiness’. Maar of die er nu echt gaat komen…
Foto (redactie): Wethouder Marco Wiesehahn, voortaan ‘manager of happiness…?