Column Els Rosenmöller: Nog niet uitgepraat
Gepubliceerd: 3 juni 2022
Op kamer 3 is een man neergestreken die houdt van een uitdaging. Dat is maar goed ook, want hij kan niet meer lopen, niet meer praten en zijn nek forceert zijn gezicht naar één kant. De ziekte die hij heeft verkrampt zijn spieren, hij moet zich dus overleveren aan heel veel zorg en ondersteuning, maar zijn ogen blijven stralen. Hij stuurde zijn omgeving in april het volgende bericht:
Ik ga op 11 april verhuizen!
Verhuizen?
Ja, ik ben toe aan een ‘nieuwe uitdaging’ in Hospice Egmond.
‘Hospice’ klinkt zwaarder dan het is. Ik ga voor : kwaliteit van leven en de omgeving!
Ernst.
Voor wie zou dit de grootste uitdaging worden? Hoe moeten wij met Ernst gaan communiceren? Zijn voortschrijdende ziekte tasten ook zijn handen en vingers aan, dus het bedienen van zijn elektrische rolstoel en zijn iPad wordt een steeds zwaardere klus voor hem. Maar iedereen hier slaagt er in te ontdekken wat Ernst graag wil of juist niet wil. Duim omhoog of omlaag is de belangrijkste leidraad. En ja, we gaan allemaal voor het toevoegen van kwaliteit aan de dagen.
‘Hoe doe je dit Ernst’ vraag ik hem. ’Ik praat graag en jij kan je stem niet meer gebruiken?’
Hij tikt in op zijn iPad: ‘Ik ben niet zo’n prater’. Wat een geluk, een man die vast nog honderduit zou willen vertellen ervaart zichzelf niet als een prater. We besloten samen deze blog te schrijven.
‘Ooit was ik een actieve man met een vrouw en kinderen, een loopbaan van ruim dertig jaar als projectleider en kwaliteitsmanager. In mijn vrije tijd actief in het volleyballen. Maar toen kreeg ik langzaam maar zeker toenemende concentratieproblemen en veranderde mijn reactiesnelheid, ook merkbaar voor derden, zeker in mijn sport. Tijd voor diepgaand onderzoek.’
‘De uitslag was een klap: een onbehandelbare, voortschrijdende aandoening met een levensverwachting van 6 tot 9 jaar. Dat hakte er wel even in, temeer omdat die termijn al bijna verstreken was.’
Na dit verschrikkelijke nieuws werd Ernst nogmaals uitgedaagd. Hij viel met zijn fiets, brak vele botten en kwam dus eerst in het ziekenhuis, en vervolgens in een verpleeghuis terecht. Een volgende val met een rollator was noodlottig. Een elektrische rolstoel werd zo noodgedwongen zijn kompaan voor altijd. Hij verkende zijn opties en besloot bij ons alle hulp te omarmen. En zo zit hier een man voor me met stralende ogen, met gevoel voor humor en in staat zich over te geven aan helpende handen. Is dat waarom zijn naam betekent: ‘Vastberaden optreden, vooral in de strijd’? We concluderen: hier hebben we een gezamenlijk doel: kwaliteit toevoegen aan zijn dagen!
Als ik hem wijs op de moed om ook over het einde van zijn leven in gesprek te gaan, pakt hij zo snel als hij kan zijn toetsenbord om ‘Ik ben aan het leren’ met de nodige moeite (wat doen zijn vingers toch steeds moeizamer mee) in te toetsen. Ons gesprek gaat verder over het verleggen van zijn grenzen door zijn ziekte. Maar hij wil ook graag uitleggen hoe een echte Zaankanter aan de liefde voor een ‘landje’ in de Egmonder duinen kwam.
We zijn dus echt nog niet uitgepraat!
Klik op één van de afbeeldingen voor een vergroting.