HomeAdverteerdersColofon Nieuwsbrief ontvangen
Inschrijven Flessenpost uit Egmond
Dan spoelt het flesje iedere vrijdag aan in je mail
AANMELDEN
Uw e-mailadres wordt alleen gebruikt voor het versturen van de Flessenpost uit Egmond. U kunt altijd de afmeldlink gebruiken, deze is opgenomen in de nieuwsbrief.
close-link

Deel

Column Els Rosenmöller: Stille nacht…

Column Els Rosenmöller: Stille nacht…

Het is december, onze vier gastenkamers zijn gevuld. Dagelijks worden we gebeld of we ruimte hebben voor opname. De nood vanuit het ziekenhuis en van mensen thuis is hoog.

Hospice Egmond staat op de kaart, denk ik bij mezelf. Hoopt iedereen bij ons op een stille of heilige nacht? Is er überhaupt nog hoop? Jazeker, want als je denkt dat het leven erop zit en je net op tijd bij ons bent om een laatste stille nacht mee te maken, komt daar warempel soms extra tijd bij. Zoals nu voor onze gast op kamer 4. Ze geniet van iedere dag extra. Dagen die zich nu tot weken aan elkaar rijgen. Wij bewegen mee, daar zijn wij goed in. We spannen ons in het leven in zo’n intense periode vorm te geven. We stemmen af op onze gasten. Zo kwam er deze maand een sjoelbak voor mevrouw van kamer 1 en er kwam een waanzinnig mooie extra grote nieuwe eettafel, gedoneerd door onze gast van kamer 3.

Ook kregen we een prachtige kerststal, zomaar op een presenteerblaadje. De dochter van een van onze overleden gasten kwam de kerstboom optuigen en nam zelf alle kerstdecoratie mee. We hadden onze ‘Winterlicht’ bijeenkomst met vrijwilligers, verpleegkundigen en gasten samen. De kerstboom werd ontstoken en we zongen ‘Stille nacht, heilige nacht’.

Er werd natuurlijk ook heerlijk getafeld tijdens de kerstdagen. Al was het voor sommigen maar een hapje, de beleving maakte het verrukkelijk.

Hospice Egmond biedt zo voor iedereen momenten van licht, hoop en troost. Het is de essentie van wat wij doen: een baken zijn. Helpen bij het samen koers bepalen richting einde leven. Het is bijzonder te ervaren hoe onze moedige gasten hun leven aan ons toevertrouwen, zich openen en hun kwetsbaarheden tonen. Wij maken verbinding en geven vertrouwen. Het leert ons dat ieder mens dat sterft uiteindelijk rust vindt op de weg die hij of zij te gaan heeft. Zo hebben wij ook dit jaar weer vele stille en heilige momenten beleefd. Dat geeft ons courage zo straks weer aan het nieuwe jaar te beginnen.

De maand december is voorbij, ik doof heel zachtjes mijn kaarsje van 2022 uit. Vol toewijding steek ik op 1 januari aan de prachtige nieuwe tafel samen met onze gasten een wenskaarsje op. Dit om iedere nieuwe dag die in het verschiet ligt tot een mooi einde te brengen.

Ik wens iedereen toe, te doen wat je hart je ingeeft.


Els Rosenmöller is coördinator bij Hospice Egmond

Meer 'Columns':

Column het Geheim van Lijn 410: Halte Egmonderstraatweg (deel 10)

24 maart 2023

U bent nu aangekomen bij de laatste bushalte in Egmond aan den Hoef. Even verderop staat de Blauwe Paal. Die markeert de grens tussen Egmond aan Zee en de rest van de wereld, zo wordt gezegd. U bevindt zich nu nog net aan de zijde waar volgens de Derpers (inwoners van het vissersdorp) het ongeluk vandaan kwam. Op oude ansichtkaarten heet de weg naar Egmond aan Zee nog de "Zeeweg". Wanneer ze werd omgedoopt in Egmonderstraatweg is de schrijver onbekend. Aan de overzijde van de weg ziet u bollenvelden met op de achtergond de duinen. In dit, door velen als uniek beschouwde binnenduinrand-landschap, wensten de drie Egmondse voetbalverenigingen in 2015 een nieuw sportcomplex. Dat zou de drie bestaande voetbal-lokaties moeten vervangen na de voorgenomen fusie van de verenigingen. Zeven jaar werd hierover gepland, gediscussieerd, gedemonstreerd en geprocedeerd door voor- en tegenstanders. In augustus 2022 verwierp de Raad van State het bestemmingsplan waarna het gemeentebestuur de strijd opgaf. Tot verdriet van vele voetbal-liefhebbers en tot vreugde van onder meer de werkgroep "Geenballenmaarbollen". Halverwege, ter hoogte van de schuren aan de overzijde loopt de Tijdverdrijfslaan. Deze is genoemd naar de buitenplaats "Tijdverdrijf" die zich in de 17e en 18e eeuw ergens aan het eind van die laan, tegen de duinrand bevond. De buitenplaats was vanaf 1669 eigendom van de machtige en schatrijke Amsterdamse familie Witsen. Nu zal het U ook duidelijker zijn waarom die Nicolaes Witsen, waar twee haltes terug sprake van was, na zijn overlijden in 1717, in de Slotkapel alhier werd begraven. Er werd ook een schip vernoemd naar dit buitenverblijf: het fregat " ’t Huis Tijdverdrijf". Dat was in 1655 het admiraalschip van Michiel de Ruyter. Zowel het schip als het buitenverblijf zijn verdwenen. Echter, er is nog een schilderij van het schip (Willem van de Velde de Oude, ca. 1611-1693) . Daarop ziet u op de spiegel van het schip 't Huis Tijdverdrijf afgebeeld. De Tijdverdrijfslaan vormt de zuidgrens van Egmond aan den Hoef. Daarachter ligt Rinnegom, al sinds de 11e eeuw. Aan de horizon ziet u nog net het landhuis Koningshof. Daar loopt de Weg naar de Bleek die op zijn beurt de noordgrens vormt van Egmond Binnen. Hij leidt naar duiningang "De Bleek" vanwaar u naar de top van het 35 meter hoge duin kunt klimmen. Vanaf de uitkijkpost heeft u een prachtig uitzicht over dit gebied en de verre omgeving. Zo ziet u tussen Tijdverdrijfslaan en de Weg naar de Bleek, recht beneden, nog enkele van de bleekvelden liggen, waarnaar deze omgeving is genoemd. Daar werd gedurende de 17e en 18e eeuw linnen gebleekt. De lakens werden op het kort gemaaide gras uitgespreid, vochtig gemaakt en de zon deed de rest. Het heldere zoete water uit de duinen trok deze bedrijvigheid naar de duinstreek. De resterende authentieke bleekvelden hier zijn door de eigenaren ondergebracht in Stichting "De Bleek", teneinde dit kwetsbare landschap te behoeden en te behouden. Beste passagier, ik heb u bijgepraat over de 5 haltes in Egmond aan den Hoef en geef het stokje over aan een volgende schrijver. Immers lijn 410 heeft vast nog veel meer geheimen. Zo u wilt kunt u hier overstappen op de buurtbus 408 naar Egmond Binnen en Heiloo, op lijn 165 naar Alkmaar of op lijn 164 naar Egmond Binnen en Castricum.

Column Peter de Waard: Eeuwfeest

24 maart 2023

Nadat ik las over het komende eeuwfeest van de Egmondse parochiekerk Margaretha Maria Alacoque, drong zich de vraag op waar ik in mijn jeugd - en dat is de periode tot pakweg mijn 18de - meer tijd had doorgebracht? Was dat knielend, staand en zittend in de banken van deze kerk of hangend op de barkruk van het nog geen honderd meter verderop gelegen café 't Rode Hert.

Column Het Geheim van lijn 410: halte winkelcentrum De Driehoek

17 maart 2023

Voor u hier uitstapt beste passagier moet ik nog even iets rechtzetten inzake de vorige halte. Ik vertelde u dat de Wunderkammer en Museumhoeve Overslot wegens verbouwing gesloten zijn. Wel, die verbouwing dat klopt wel maar, anders dan de steigers en de hekken doen vermoeden, ze zijn nog steeds toegankelijk. De ingang bevindt zich aan de achterzijde. U kunt zich dus nog steeds laten verwonderen in het Rariteitenkabinet "Wunderkammer Nicolaes Witsen". Zeker doen! En, vanaf 1 april gaat ook het podium programma weer van start, voor het 25e jaar nog wel!. Op de plek waar u nu uit- of instapt lag in het begin van de 20e eeuw het spoor van de tramlijn van Alkmaar naar Egmond aan Zee. De tramhalte lag een eindje terug richting Alkmaar, daar waar nu de Lamoraalweg begint. Die tram reed voor het laatst in 1934. Rond 1970 werd hier over het voormalige spoortracé de Nieuwe Egmonderstraatweg aangelegd, als bypass van het eerste stuk van de Egmonderstraatweg. Daardoor werd het verkeer uit de richtingen Heiloo en Egmond-Binnen naar Egmond aan Zee voortaan om het dorp geleid. Het verkeer uit de richting Alkmaar moest nog wel door het dorp. Met de toename van dat verkeer werd de overlast voor Slotweg en Herenweg in de loop van de jaren onacceptabel. Uiteindelijk maakte in 1995 de oostelijke randweg een eind aan deze situatie. Over de aanleg daarvan lazen we uitgebreid in de flessenpost van 10 maart ("Zo maar wat foto's uit het Regionaal Archief Alkmaar"). Door de aanleg van de oostelijke randweg werd het niet alleen rustiger in het dorp maar ook in de winkels. De Derpers en de badgasten reden het dorp voorbij en de Hoevers gingen/moesten vaker voor hun boodschappen naar elders. De meeste lokale middenstanders sloten hun zaak. En zo kwamen er plannen om is de ontstane driehoek tussen Herenweg, de Heilooër Zeeweg en de Nieuwe Egmonderstraatweg een winkelcentrum te realiseren. Waarmee ook de naam van deze halte is verklaard: Winkelcentrum de Driehoek. In 2005 werd het gebouw aan de overkant geopend met beneden winkels voor de dagelijkse levensbehoeften, op de eerste étage een ruime bibliotheek en op de tweede etage appartementen. De bibliotheek is wegens bezuinigingen door de gemeente Bergen enkele jaren terug gesloten. Wilt u nu een boek lenen dan moet u weer terug naar Huys Egmont waar ooit de bibliotheek van Egmond aan den Hoef begon in het voormalige raadhuis.

Column Nico Knol: ik liep met 54 envelopjes door de kerk

17 maart 2023

Het is vrijdagochtend. Vooraf aan de middagdienst van twaalf uur loop ik voorbij de prachtige kruisweg afbeeldingen in mijn kerk. Ineens zie ik dat er iets uitsteekt van achter één van de staties (zo heten deze afbeeldingen). Ik probeer het te pakken maar moet de statie even van de muur lichten en daar vallen 4 envelopjes op de grond. Envelopjes van een loterij. Je had m’n gezicht moeten zien.

Column: het geheim van lijn 410, halte R.K. kerk Egmond aan den Hoef (deel 9)

10 maart 2023

Een bijdrage van chauffeur Fred Krop over een 'Hoever halte'

Afhankelijk van uit welke richting u komt beste passagier, of waarheen u vertrekt, u staat nu voor de R.K. kerk óf het voormalige raadhuis. Zoals u in Flessenpost 113 al kon lezen viert de RK Kerk dit jaar zijn 100-jarig bestaan. Deze kerk is één van de ruim 50 (!) kerken welke tussen 1900 en 1930 naar ontwerp van architect Jan Stuyt uit Purmerend werden gebouwd. Veelal waren die gewijd aan bekende heiligen zoals Willibrordus, Antonius van Padua, St Nicolaas. Deze kerk daarentegen werd in 1923 gewijd aan de tamelijk onbekende Heilige Margarita Maria Alacoque. Dat valt waarschijnlijk te verklaren uit het feit dat HMM Alacoque net enkele jaren daarvoor heilig werd verklaard. Zij was een kloosterzuster in Paray-le-Monial (Bourgondië) en leefde van 1647 tot 1690. Architect Stuyt liet bij wijze van visitekaartje altijd een "Stuyterbal" na in zijn ontwerpen. Zo ook hier. Kijkt u maar eens goed rond. Het voormalige raadhuis van de toenmalige gemeente Egmond Binnen werd gebouwd in 1957 en deed dienst tot 1978 toen de Egmonden fuseerden tot de gemeente Egmond. Dit raadhuis was de opvolger van het oude raadhuis waar u straks mischien nog komt. Eigenlijk wel typisch dat het raadhuis van Egmond Binnen altijd "op den Hoef" stond en niet in het dorp dat de gemeente haar naam gaf. Zal wel te maken hebben met de verdeling van de wereldlijke en geestelijke macht in vroeger tijden. Vanaf de halte een stukje naar het noorden vindt u de Slotweg. Mogelijk uw bestemming, want dit is de mooiste straat van Egmond aan den Hoef, volgens velen zelfs van de Egmonden. Hier passeert u maar liefst 10 rijksmonumenten en 4 gemeentelijke monumenten. Laat u vooral niet afdschrikken door de entree: het witte appartementengebouw links had er volgens velen nooit mogen komen. Zie het maar als een soort van "Bakema flat" van Egmond aan den Hoef. De Slotweg leidt naar het Slotkwartier: een complex van monumentale gebouwen rondom de fundamenten van het voormalige kasteel. Dit is het strijdtoneel van "7 samenwerkende stichtingen" met de gemeente, op zoek naar een toekomst bestendige bestemming die recht doet aan deze historische plek. Die samenwerking mag je met een korrel zout nemen. Bij tijd en wijlen hielden ze zich ofwel afzijdig of vochten ze elkaar de tent uit, 30 jaar lang. De mening of wensen van de inwoners van Egmond aan den Hoef leken in die strijd overigens voor alle partijen nagenoeg irrelevant. Het ziet er naar uit dat het college van B&W er binnenkort een klap op gaat geven waardoor er eindelijk duidelijkheid komt en er concrete plannen kunnen worden gerealiseerd. Maar, beste bezoeker die met lijn 410 hierheen kwam, laat u niet afleiden door het gekrakeel en geniet van deze prachtige lokatie en van wat er wel is. Wandel over de fundamenten van het ooit grootste kasteel van Holland, loop om de Slotkapel en neem binnen een kijkje. Laat je in Huys Egmond informeren over de geschiedenis van de Egmonden en waarom Egmond wel de bakermat van Holland wordt genoemd. Het linkerdeel van dat Huys was van 1871 tot 1957 het raadhuis van Egmond Binnen. En de woning rechts was waarschijnlijk dáár weer de voorganger van. Bezoek Galerie de Kapberg, gevestigd in één van de zg kannunikenhuisjes uit de 17e eeuw met aangebouwde hooiberg. Een deel van de eeuwenoude panden wordt momenteel gerestaureerd waardoor een bezoek aan de "Wunderkammer Nicolaes Witsen" helaas niet mogelijk is. Die Wunderkammer is geInsprireerd op het Kunst- en Rariteitenkabinet van zijn naamgever in het Amsterdam van de zeventiende eeuw. Nicolaes leefde van 1641 tot 1717 en was onder meer burgemeester van die stad en bewindhebber van de VOC. Zijn graf en epitaaf bevinden zich in de Slotkapel. In de Wunderkammer had u zich kunnen verwonderen over een boeiende collectie rariteiten en naturalia. Gevreesd wordt dat u zich in de toekomst nog slechts kunt verwonderen over het besluit om deze stichting geen plaats te geven in het Slotkwartier. Naast de Wunderkammer bevindt zich in de vroeg 17e eeuwse hoeve "Overslot" het kleinkunst podium dat ook wegens verbouwing is gesloten. Na uw bezoek aan het Slotkwartier wilt u mogelijk even bijkomen en iets nuttigen. Dat is hier vooralsnog niet mogelijk. Echter, terug naar het begin van de Slotweg vindt u op de hoek het voomalige "Rode Hert" ( Rode Hart in oud Nederlands). Eeuwenlang stond op deze plek een herberg, later café en zaal. Die zaal trok in de 60er jaren van de 20e eeuw veel jeugd naar de optredens van regionale bands. De zaal staat nu leeg maar het café is in 2022 weer tot leven gekomen als voorlopig proeflokaal van de lokale brouwer van het heerlijke Sancti Adalberti abdijbier, inmiddels wereldberoemd in Noord Holland. De brouwerij vindt je voorbij het Slotkwartier: bij het beeld van Lamoraal ca 200 m naar rechts, langs Hofstede Vredevelt. Wie Lamoraal was? Dát hebt u in Huys Egmont inmiddels kunnen vernemen.

Column brigadier Marianne: Jij bent mijn topper

10 maart 2023

Niet voor niets ben ik jeugdagent geworden. Jongeren raken mij. Door hun kwetsbaarheid, hun puberbrein, maar ook door hun kracht. Kracht, waar ze zelf soms geen weet van hebben.

Column Els Rosenmöller: Nagesprek

3 maart 2023

Lia, 62 jaar, kwam met haar drie jongvolwassen kinderen bij ons, alle vier aan het eind van hun Latijn. Lia was vorig jaar mei ziek geworden, kreeg van haar artsen ‘nog een paar maanden te leven’ mee. Uitgeput kwam het viertal een paar maanden daarna bij ons binnen, Lia’s dagen leken geteld. Ze was moegestreden van de pijn en misselijkheid, de kinderen waren op van de combinatie van de mantelzorg, hun banen, de kleintjes in hun gezinnen. We ontfermden ons over Lia, omarmden haar kinderen. De pijnbestrijding deed zijn werk, de kinderen voelden zich ontzorgd. Er kwam ruimte voor heel veel aandacht voor elkaar. De dagen werden weken.

Column Gerard Köhler: het geheim van lijn 410, halte Beatrixlaan (deel 8)

3 maart 2023

Opnieuw een gastbijdrage van collega-chauffeur Fred Krop

Wie hier in of uitstapt heeft of had waarschijnlijk iets te zoeken in de naoorlogse uitbreiding van Egmond aan den Hoef. Hier hebben naast Beatrix al haar Oranje zusjes, haar vader en haar oudste zoon een laan gekregen. Het begin van die Beatrixlaan heeft nou niet echt de uitstraling van wat je een laan zou noemen. Iets verderop wordt het wat beter maar voor de hele wijk geldt dat het eerder straten dan lanen zijn.

Column Ineke de Boer-Melker: De kledingbank is een plek voor iedereen

24 februari 2023

Bij Kledingbank Noord-Holland Noord werken vrijwilligers van allerlei nationaliteiten. Bijvoorbeeld uit Syrië, Turkije, Eritrea en Rusland. Ik wil u graag kennis laten maken met Bashier (46) en Majid (55). Beiden uit Irak. Toen zij werden geboren was er nog geen officieel geboorteregister, waar baby’s werden aangegeven. Het zou dus niet helemaal nauwkeurig kunnen zijn. Verjaardagen werden niet gevierd, maar tegenwoordig wel.

Column Gerard Köhler: het geheim van lijn 410 (deel 7)

24 februari 2023

Gastschrijver is deze keer Fred Krop: Halte Karmel

Lijn 410 Halte Karmel Om te beginnen, strikt genomen klopt de naam van deze halte niet. Een Karmel is een kloostergemeenschap van Karmelieten of Karmelitessen. Deze kloosterorde uit de 13e eeuw is genoemd naar de berg Karmel in Israel waar eens de profeet Elia in een grot woonde. Echter, de zusters Karmelitessen die hier vanaf 1931 woonden zijn in 1997 vertrokken. Er is dus sprake van een voormalige Karmel. Vanaf de halte ziet u de RK begraafplaats. Daarachter ligt het kloostergebouw waar, ja dat is waar, op de gevel de naam Karmel staat. Het gebouw is een ontwerp van architect Cornelis van Moorsel. Hij was net als zijn leermeester Kropholler aanhanger van het traditionalisme in de architectuur. Echter in dit klooster zijn, met name in de indeling ook z.g. functionalistische elementen te onderscheiden, mede ingegeven door de eisen van de strenge kloosterregels. Het gebouw is een rijksmonument. De plaatselijke huisartsenpraktijk is er nu gevestigd en het omvat een aantal appartementen Voor de zusters zou een bushalte op deze plek niet nodig zijn geweest. Ze mochten in beginsel de deur niet uit. Het waren slotzusters en ze zaten letterlijk achter slot en grendel. De deur naar de buitenwereld was op slot en alleen moeder overste had een sleutel. Voor de noodzakelijke contacten met de buitenwereld zorgden de drie buitenzusters, genoemd naar de drie aartsengelen Gabriël Michaël en Rafaël. Oudere dorpsbewoners zullen zich hen nog herinneren. Iets naar het noorden ligt nog een deel van een tankval, onderdeel van de Atlanticwal uit de 2e wereldoorlog. Een informatiebord geeft u nader informatie over dit veldje met betonblokken. Aan de ander kant van de Herenweg, iets naar het zuiden ziet u de Tiggellaan. Nu vormt die straat de grens van de wijk Slot 1 uit de zeventigerjaren van de 20e eeuw. Tot 1859 vormde hij ook de grens tussen de gemeenten Egmond Binnen en Wimmenum. Over die gemeente Wimmenum en zijn gedwongen fusie met Egmond Binnen valt ook het nodige te vertellen maar dat hoort meer bij de haltes Driehuizerweg of 'tWoud. Overigens, Egmond aan den Hoef behoorde altijd tot de gemeente Egmond Binnen. De Tiggellaan is al eeuwen oud en genoemd naar de "Tichels" die zich hier bevonden. Dat waren kleiputten waaruit mogelijk de klei kwam voor de stenen waarmee het Slot van de Heren van Egmond was gebouwd. Het woord "Tichel" is via via af te leiden uit het latijnse Tegula, dakpan of tegel. Nagenoeg in het verlengde van de Tiggellaan ten westen van de Herenweg loopt het Nachtegalenpad. Volg dit een paar honderd meter indien u uitgestapt bent om te gaan wandelen in de voormalige duinen van Six, tegenwoordig onderdeel van het PWN duinreservaat.

Column Baldi: Strangt

17 februari 2023

Ik kan weinig dingen bedenken die mij meer plezier geven. Alleen (ok met de hond) over strand lopen, alsof je echt alleen op de wereld ben. Vooral als het een beetje mistig is en de wereld zich als het ware om je heen sluit. Vanzelfsprekend is het ook mooi als het wat harder waait. Dan klinkt de zee compleet anders. Maar als het windstil is, de mist zich om je heen vormt, je hoort de rustige golven uitlopen, dan daalt bij mij de rust over me heen. De gedachten gaan dan alle kanten op.

Column Nico Knol: ‘Hé knappert!’

10 februari 2023

Het gebeurde begin dit jaar vlak voordat ik de Buiksloterdijk op fietste: 'Hé knappert!' zeiden een paar jonge meiden die op de fiets zichtbaar uitgelaten mij tegemoet reden. 'Dank jullie wel voor het compliment' riep ik terug en hoorde ze lachen - die reactie hadden ze niet verwacht denk ik. Ja, in 'Noord' (zo heet dat hier en geen Amsterdam) moet je redelijk adrem zijn en rap van tong. Regelmatig maken de inwoners me hier duidelijk dat ze heel direct zijn, ik vraag hen dan of ze het willen winnen van een West-Fries. Het grote verschil is dat de directheid hier altijd iets humoristisch heeft en die van de West-Friezen nogal bot kan zijn. Wat ook zeer verschilt is de mate waarin mensen zich hier uiten. Waar het volk rondom Hoorn gesloten is en van de innerlijke wereld weinig laat merken uiten ze zich hier vrijer en dat uiten doen ze positief vrijer maar ook wanneer er iets dwars zit. 'Knappert' zeiden ze giechelend. Ik had er toch een lol in en vond dat m'n nieuwe jaar niet beter had kunnen beginnen. Het is nu op de kop af één jaar geleden dat ik kennis maakte met deze nieuwe parochie: Amsterdam-Noord. Eerst een bezoek aan de kerk en het pastoraal centrum aan de Kamperfoelieweg, mooi centraal gelegen. Daarna het bezichtigen van de pastorie die nog meer centraal gelegen is aan de Loenermark vlak bij metro Noord en het winkelcentrum Buikslotermeer. Die pastorie is niet zoals ik gewend was, een mooi groot en statig herenhuis met een tuin rondom. Het is 8 hoog met uitzicht op de Nieuwedammerdijk met z'n 'oude Augustinuskerk'. En waar ik in de pastorie van De Goorn gewend was aan gekraak en gezucht van dat oude huis en zo af en toe een lekkage had blijft het hier kurkdroog en moet ik wennen aan de net zo min storende geluiden van de bewoners op de andere etage. Ik begin me hier thuis te voelen en inmiddels verdwaal ik niet meer als ik mensen thuis opzoek voor pastorale zorg. Van de week kwam er weer tegemoetkomend fiets verkeer op me af. Nu geen jonge meiden, het waren ouderen maar met evenveel plezier riepen zij 'Hé pastoor!' Opnieuw schoot ik in de lach ....

Column Gerard Zonneveld: De enkele reis van broer Piet

10 februari 2023

Het gebeurde 40 jaar geleden. Op woensdag 16 februari 1983 om precies te zijn. Het Egmondse carnaval was net gevierd. Voorjaarsvakantie voor mij. Op deze dag staat er een schoolzaalvoetbal toernooi op het programma in de Meent te Alkmaar. Niet door de school georganiseerd maar door een leerling met organisatie talent. Voor voetballen kon je mij in die tijd ’s nachts wakker maken.

Column Els Rosenmöller: Pittig

3 februari 2023

Wanneer ben je te jong om te sterven? Wanneer kunnen we zeggen dat een leeftijd legitiem is om in ons hospice te komen voor het laatste stukje leven? Ik weet het niet en wij gaan er ook niet over. De laatste 6 maanden van het afgelopen jaar hebben we 23 personen allemaal een warm welkom gegeven en met liefde bijgestaan. Vaak vragen we ons wel af hoe oud een nieuwe gast is: ‘87 jaar: oh, best oud’, of ‘jeetje, pas 65: dat is toch veel te jong’. Blijkbaar stelt het ons gerust als iemand rond de 90 jaar oud is, een voltooid leven heeft gehad dat heel natuurlijk ten einde kwam. Zo willen we het tenslotte allemaal; In een bedding van rust, goede zorg, de geur van lavendelolie en versgebakken appeltaart met desgewenst een beschuitje op bed. Het is goed ons te realiseren wat het met ons en onze gasten doet als deze veel jonger zijn. Bewustzijn hiervan helpt steeds opnieuw goed af te stemmen op onze zorg op maat. Het is een essentiële taak van de vrijwilligers om vanuit een neutrale houding het leven van de gast, zoveel mogelijk te helpen vervolmaken. Dat kan pittig zijn en waardevol tegelijk. De meeste gasten komen vermoeid bij ons binnen en onzeker over wat de tijd hen brengt. Hospice Egmond: het eindstation! Toch heb ik het gevoel dat wij onze gasten na binnenkomst een zetje kunnen geven. De ontspannen huiselijke sfeer en goede ondersteuning van de vrijwilligers en verpleging geeft de gezamenlijkheid met naasten kwaliteit. Mijn collega Nathalie zegt dan: ‘We zijn hier net Lourdes’; ze heeft gelijk. Zo verging het ook Ria. Ze kwam uitgeput en moegestreden binnen, samen met haar drie net volwassen kinderen, voor haar laatste paar dagen bij ons. Ze was 64 jaar oud. Haar kinderen moesten al heel jong hun vader verliezen en nu veel te jong hun moeder. Dat is pittig. Maar ‘Lourdes’ deed haar werk en na vier weken was Ria zelf verbaasd dat ze weer uit bed kon komen. De misselijkheid die haar had overmeesterd had plaats gemaakt voor kleine lekkere hapjes en warme chocolademelk. Ria genoot dagelijks in onze gezellige huiskamer met haar gezin. Ze was dankbaar en blij met dit behaalde succes. De kerst ging ze niet halen zei ze en ze kreeg gelijk. Omringd door haar allerliefsten gleed Ria weg naar het mysterie wat ons allen te wachten staat. Mooi, ontroerend en best pittig. Er stond ons nog een pittige week te wachten. Op 10 januari stierven drie van onze gasten binnen 24 uur. Karin (58), Ernst (64) en Leon (40). Waren zij te jong? Ja zeker waren zij te jong, hun toekomstdromen vielen in duigen. Zij werden gedwongen kennis te maken met ons hospice. Maar zij ervaarden ook hoeveel geweldige mensen daar steeds weer klaar staan met een open hart en hoe zij meewerken aan de aanvaarding van het leven dat niet meer rooskleurig wordt maar wel in rust mag eindigen. Pittig én bewonderenswaardig, ik kan niet anders zeggen.

Column Peter de Waard: Watersnood

27 januari 2023

Was er in Egmond zeventig jaar geleden ook watersnood? Zelf kan ik daar niets van weten, want ik werd pas twee jaar later geboren. Mijn vader had mijn moeder uit het verre Spanbroek net ontmoet op een feestje in de boerderij van veehouder Kees Groot aan de Slotweg. Hoe ze daar was beland zal ik niet meer kunnen achterhalen. Mogelijk zocht ze op de zandzoom droge voeten en daar ben ik aan te danken.

Column Gerard Köhler: Het geheim van lijn 410, Halte Bickerstraat (deel 5)

3 februari 2023

De vorige bushalte, die over de Prins Hendrik, de broer van, bevatte een soort van cliffhanger begreep ik na opmerkingen erover tijdens een verjaardagspartijtje. Hoe zit het nou met die andere Prins Hendrik, de gemaal van Koningin Wilhelmina en villa de Elzen aan de Boschmansweg? Het is een lastige. Ik denk dat de feiten eigenlijk alleen nog bij mij bekend zijn. En ik heb ze uit tweede hand. Verkregen van een andere verhalenverteller die inmiddels allang overleden is. Maar ik heb de knoop doorgehakt. Afgelopen week las, beter luisterde ik, tijdens oersaaie vergaderingen, Sapiens, een fantastisch boek van het wereldberoemde wonderkind Yuval Noah Harari. Over de geschiedenis van de mensheid. Ook hij zegt ergens (waar weet ik niet precies, het is een dikke pil) “een goed verhaal is altijd beter dan de feiten”. En hij verklaart verder op zeer luisterwaardige wijze wie we nu zijn. Wist u bijvoorbeeld dat die paar miljoen “jager verzamelaars” uit de prehistorie veel grotere schade aan het ecosysteem van de aarde hebben aangericht dan dat wat wij nu doen? En dat het alleen al daarom idioot is dat we nu alle bedrijvigheid aan het lamleggen zijn? En wist u dat er twee wetenschappelijke theorieën zijn over het verdwijnen van de Neanderthalers en het overblijven van de Homo Sapiens? En dat de discussie hierover is inmiddels is lamgelegd? Door woke. Maar die gaat wel een keer verder. Alles gaat voorbij overtuigt Harari. Maar waarschuwt hij ook, je moet uitkijken met het vertellen van goede verhalen. Er zijn er die andere Homo Sapiens wisten te overtuigen hun laatste banaan aan de verteller te schenken in de wetenschap dat ze in een of ander hiernamaals er 10 voor terug zouden krijgen. Of om martelaar te worden waarna er 70 maagden op je wachten. Dit wetende durf ik het verhaal aan. Maar ik waarschuw de lezer, geloof mij niet! Jo de Leeuw was een populaire West-Friese conferencier uit Schoorl. Niet zo bekend als tijdgenoot Theo Stet, maar in mijn ogen wel beter. Ik ontmoette hem voor het eerst in 1980 toen ik op verzoek van de Schoorlse voetbalclub een jubileumboek zou schrijven over het zestigjarig bestaan van de SV. Jo was nog betrokken geweest bij de oprichting in 1920 en zat indertijd ook in de gemeenteraad van Schoorl. Over het voetbal wist hij veel. Het jubileumboek is er nooit gekomen. Al in de jaren ’80 bleek de Schoorlse voetbalclub noodlijdend. Wat later zou de vereniging opgeslokt worden door Duinranders. Waardoor er nu gespeeld wordt in de tochtige polder aan de Smeerlaan en niet in het hart van Schoorl. Ik hoop oprecht dat Egmondia de strijd om de fusielocatie wint. Je moet er toch niet aan denken dat het toekomstige VV Egmond gaat spelen in de polder of op een omgekat bollenveld. Hup Egmondia! Maar van Jo heb ik dus het verhaal over Hendrik, de man van. In de geschiedenisboeken wordt hij weggezet als een soort lulletje rozenwater en lezen we dat Hendrik zich verveelde en dat Wilhelmina hem buiten de staatszaken hield. Ze kocht voor hem Villa de Elzen, dan kon hij fijn jagen in de Schoorlse duinen en haar niet lastig vallen. Volgens Jo joeg hij meer op vrouwenvlees. Hij ging ook naar de meidenmarkt met het vizier gericht op boerinnetjes van buiten. Het zal wel, ook ik ging ooit om dezelfde reden naar de meidenmarkt. Hendrik verwekte nogal wat kinderen. De afkoopsommen voor de moeders zijn (nog) wel in het Koninklijk huisarchief aanwezig. Op een keer was de voormalige voorzitter van CP'86, Pim Lier in het nieuws. Hij had zijn vrouw vermoord. Jo vertelde mij dat hij hem kende. Pim kwam vroeger vaak in de Elzen. Pim was de zoon van de huishoudster van Hendrik wist Jo. Een heel mooie vrouw ook zei Jo. En Pim was de broer van Juliana vertelde hij. Pim mocht altijd mee als Hendrik op die andere jacht ging. Die op fazanten. Ook Jo was daar een keer bij geweest. Op uitnodiging van Pim. En zo kende Jo dit verhaal. Pim Lier is een paar jaar geleden overleden. We kunnen het hem niet meer vragen. Maar het schijnt dat hij in Lou de Jong’s Het Koninkrijk der Nederlanden in de Tweede Wereldoorlog opduikt. Onder een andere naam weliswaar. Maar er staan wel meer fouten in dit epos heb ik begrepen. Ik hoop oprecht dat dit werk niet ooit tot luisterboek wordt omgezet. Ik vergader namelijk binnenkort niet meer. Ik ga met pensioen en doe dan alleen nog maar leuke dingen. Een 26 delig epos ga ik dan lekker niet doorakkeren. Maar komende tijd ben ik nog even bezig met het afsluiten van de laatste bedrijvigheid. Ik zit namelijk ook in de politiek. 15 maart zijn er nieuwe verkiezingen. En ik sta op de laatste plaats van een kandidatenlijst. Weliswaar een ereplek, maar niet de bedoeling dat je gekozen wordt. Maar wel de uitdaging om tenminste zoveel voorkeurstemmen te halen dat je zelf die keuze openbaar mag maken. Ik moet daar dus even mee aan de gang. En om beïnvloeding via de columns tegen te gaan worden de volgende haltes tot na de verkiezingen overgenomen door twee wel heel bijzondere verhalenvertellers. Fred Krop uit Egmond aan de Hoef. Die weet echt alles. En Willen Babyn uit Bergen. Willem schreef al eerder in Flessenpost. Over fallussen. Ik zie naar hun haltes uit.

Column Gerard Köhler: Het geheim van lijn 410

27 januari 2023

Halte Prins Hendrik Stichting (deel 4)

Start en eindhalte voor de Egmondse chauffeurs is de Prins Hendrikstichting in Egmond aan Zee. Voor mij is het een tussenstop en is er gelegenheid voor de plaspauze. Laat ik voordat ik over de stichting vertel eerste een wijdverbreid misverstand wegnemen. De stichting en straat zijn vernoemd naar Prins Hendrik, de jongere broer van Koning Willem III. En dus niet naar Prins Hendrik, de gemaal van Koningin Wilhelmina. Die heeft wel een straatnaam in Bergen en ik ken een enigszins gewaagd verhaal over hem. Dat komt zodra ik halte Bickerslaan aan doe. Deze Hendrik bezat namelijk ooit jachtverblijf villa de Elzen aan de Boschmansweg in Schoorl. U weet het maar vast. Wij allen zouden dit natuurlijk gewoon kunnen weten, korte beschrijving van wie, wat en waarom toen dat nog gewoon op de straatnaambordjes stond. Dat zie je helaas in steeds minder plaatsen. Is het angst voor woke? Ik denk het. Maar wat is er mis met te weten waarom in een dorp als Bergen een laan naar Karel de Grote is vernoemd, er een Bloedweg in Egmond is en waarom de Eeuwigelaan geen Doodweg meer heet? Ik weet het. De chauffeurs weten het. Maar goed, onze Hendrik, die van de stichting, de broer van Willem. Over die twee is ook een feuilleton te schrijven. De huidige soap rond William en Harry verbleekt er bij. Even een paar feiten: Willem wilde helemaal geen koning worden. Verbleef liever in de bordelen van Parijs. Op de dag dat zijn vader Willem II stierf nam Willem, die erbij was, gehaast een koets naar Engeland om daar langdurig te verblijven. En dat was niet omdat hij voor het koningschap vluchtte. Dan stierf nog weer later de kerngezonde Prins Hendrik plotseling aan de mazelen. Dat je daaraan als volwassene dood ging was zelfs in de 19e eeuw uitzonderlijk. Hendrik was wel een van de rijkste mensen in Nederland, zijn broer Willem III zat op zwart zaad en was erfgenaam. Dit zijn de feiten. Maar een goed verhaal is altijd beter dan de feiten zei brouwerij autoriteit Fred Krop eens tegen mij. Ik twijfel nog steeds of dat nou een compliment was. Maar goed, ik denk dat Arthur Japin gewapend met deze feiten wel een mooie historische roman zou kunnen schrijven. Of misschien een voormalige local als Saskia Noort een heuse “whodunnit” thriller. Tot nu toe zijn er een slechts een paar historische werken waarin de kwestie zijdelings langs komt. Helaas niet zo lekker leesbaar. Maar het is lastig, dat erken ik. Er ontbreken nogal wat stukken in het Koninklijk huis archief over de kwestie die er volgens de inventaris wel zouden moeten zijn. Ook dat is een feit. Hierdoor zijn de historici wel weer heerlijk verdeeld in 2 kampen. Ik zou er naar uitzien zo’n thriller. Want Kate en Meghan dat geloof ik nu wel. Nabij de Stichting wordt trouwens ook het voormalige stationsgebouw gerestaureerd. Niet met subsidie, nee gewoon een paar enthousiaste jonge mensen. Je ziet dat wel meer. Vooral in de Hoef. Loop eens over de Slotweg en verbaas je erover hoe dit bouwen allemaal heeft kunnen gebeuren. Waarschuwing: Kijk vooral niet achter de huizen, de aanbouwtjes en geveltjes beschadigen het netvlies. Het zijn veelal buitenstaanders, Amsterdammers, Hagenezen, Rotterdammers die met veel liefde en kennis nu gebouwen opknappen en in oude staat herstellen. Ik snap ook wel dat je daar de centen voor moet hebben, maar denk dan zoveel beter dan de pronkbunkers die de laatste decennia aan de Eeuwigelaan worden neergekwakt. Maar ik dwaal af, aan de Eeuwigelaan zijn 2 haltes. Dat komt allemaal nog. Dat afdwalen komt vooral doordat het een beetje spitsroeden lopen wordt nu. Laat ik het maar opnieuw bij de feiten houden. Prins Hendrik was de oprichter van Billiton. Werd schatrijk door en in onze koloniën. Hij verbleef ook in Aruba, Bonaire en Suriname toen daar nog gewoon slavernij was. Maar hij stichtte dus ook de later naar hem vernoemde Prins Hendrikstichting. Waarom? In de 19e eeuw kampte Egmond aan Zee met talloze epidemieën. In 1866 cholera, in 1871 typhus. Aan die laatste ziektegolf bezweken veel jonge vissers. Veel vrouwen, kinderen en ouderen raakten aangewezen op de armenzorg. Collectes en loterijen werden gehouden om in hulp te voorzien. In 1873 was door de loterij uiteindelijk voldoende geld verzameld om een gesticht voor ouden van dagen op te richten. Hendrik had het grootste deel van de loten gekocht en paste een tekort nog weer bij. Er werden regenten aangesteld en in 1875 opende het gebouw. Dat in het begin aan 7 mensen plaats bood. Meer kon niet vanwege geldgebrek. Overigens waren de eerste bewoners niet afkomstig uit Egmond. Vier uit Amsterdam, 2 uit Den Helder en een uit Rotterdam. Er kwamen meer geldschieters en meer bewoners. Ook buitenlanders die op Nederlandse schepen hadden gevaren konden er na enige tijd terecht. In 1884 meldden zich een Duitser, een Zwitser en een Deen. Er volgden verbouwingen en in 1931 werd het huidige monumentale gebouw geopend. Daar kom ik om de 2 weken. Om te plassen, maar vooral voor het museum. Al die zeelieden hebben een indrukwekkende collectie bijeengebracht. Het is vrij toegankelijk, het is in een geweldige ervaring. Telkens weer.

Column Kim Klaver: Deken

20 januari 2023

Nou, het nieuwe jaar is begonnen. Persoonlijk kijk ik altijd erg uit naar januari, de maand december kost me veel energie. Zonder in detail te treden, maar ik krijg de decemberblues maar moeilijk afgeschud. Het is te druk, er is teveel, ik deel me in duizend stukken. Ik geniet van Kerst en het samenzijn met alle lieverds om me heen, dat zeker wel, maar over het algemeen ervaar ik toch een zware deken die over me heen valt. Met dit jaar als episch hoogtepunt de avond van 31 december. Ik maak je even deelgenoot van mijn verhaal. Niet om te klagen, maar omdat ik weet dat er velen met mij die periode zo ervaren en gedeelde smart is halve smart toch?

Column Gerard Köhler: het Geheim van lijn 410 (deel 6)

17 februari 2023

Kort na een rotonde bevindt zich halte Hondsbossche, die eigenlijk aan de Heereweg ligt. Beter zou zijn halte Hargen. Het gehucht Hargen ontstond eind 17e eeuw toen de duinafgravingen begonnen. Er woonden vooral migranten. Arbeiders betrokken bij de zandmennerij. Dat was zwaar werk. Alles ging nog met een schep. De weg naar Hargen aan Zee is van nog weer later datum. Die werd pas in 1970 aangelegd. Over de route van een oud werkspoor dat diende voor de zandafgravingen. Aan het eind van deze Hargerzeeweg werd een reusachtig parkeerterrein voor badgasten aangelegd. Hargen aan Zee is nu een populaire badplaats, met een enorm strand. Het trekt hoofdzakelijk bezoekers uit de regio. De badhokjes worden vooral bevolkt door Groetenaren. Verder is er over deze halte niet veel te melden. Ik heb er nooit een passagier opgepikt of afgezet. Hij dient vooral voor badgasten uit Camperduin die de bus naar het noorden willen nemen denk ik. Maar loop je iets oostelijk door , dan loop je de geschiedenis van de zandmennerij in. Eerst nog langs twee voormalige campings, die inmiddels omgekat zijn tot dure vakantieparken, om de bocht, langs voormalige camping “de Bocht” ontvouwt zich een schitterend landschap. Hier bevindt zich het Hargergat. Vanaf eind 17e eeuw werden vanaf hier de duinen afgegraven in een zogenoemde zandmennerij. In het begin als dom ophoogzand , later als grondstof voor zandsteenfabrieken en nog weer weer later als speciaal fijnzand dat vooral geëxporteerd werd naar Engeland als grondstof voor glasblazerij. Het zuivere kalkarme en fijne zand bestaat in dit gebied uit kwartskorreltjes met weinig andere mineralen. Hier lag de hoogste duintop van Nederland, de Hartjesnol. Die werd in de loop der eeuwen volledig weggegraven. Maar door al dat gegraaf ontstond er een gat in de duinen waar het grondwater aan het oppervlak kwam. Het Hargergat was geboren. Dit grondwater uit de duinen is net als het zand, trouwens ook al van een bijzondere kwaliteit. Het voedselarme, schone (kwel)water is van constante temperatuur. Via gegraven greppels en duinrellen stroomt dit water tegenwoordig vanuit het Hargergat nu via de Hargervaart naar het Noordhollandskanaal. Het gat lag overigens flink in de weg en vormde een obstakel voor de verdere afgravingen. Regels voor het afgraven werden ingevoerd om dit soort ongewenste incidenten in de toekomst te voorkomen. Bierbrouwers uit Alkmaar ontdekten ook de bijzondere kwaliteit van dit water. Eerder haalden ze hun brouwwater weg uit de zogenaamde Oorsprongen aan de voet van de duinen in Schoorl en Groet. Maar dit gat was veel makkelijker te bereiken. Totdat de brouwerijindustrie in Alkmaar instortte diende het Hargergat als de watervoorraad voor brouwers. Tegenwoordig is het ontharden van het water een flinke kostenpost voor brouwerijen en kunnen eigen bronnen door het overvloedige nitraat niet meer gebruikt worden. Alleen Alfa uit Schinnen brouwt nog met bronwater. Wellicht een tip voor Brouwerij Egmond om het heilige water uit de Adelbertusput te vervangen door deze lokale bron? St Adalbertus is vast wel eens hier geweest toen hij meer dan duizend jaar geleden probeerde de Friezen te bekeren. Maar het Hargergat was er toen nog niet, dat is ook wel waar. Met de industrialisatie van Nederland in de 19e eeuw trok de zandmennerij enorm aan. Het zand werd gebruikt voor de bouw van wegen, spoorlijnen, eigenlijk voor alles. Nog begin 20e eeuw werd zand weggehaald om Amsterdamse grachten te dempen. Het Rokin bijvoorbeeld. Talloze werksporen werden aangelegd om steeds dieper in het duingebied te kunnen doordringen. Tot aan Bergen aan Zee liepen de rails. Er is wel eens berekend dat vanaf de 19e eeuw ongeveer ¾ van het hele duingebied is afgegraven. Niet erg zal men gedacht hebben. De zee vult het wel weer aan. En wat kon je verder met die woestenij waar de lokale bewoners alleen maar last van hadden? Grote delen van het duingebied werden verpacht. Domein inspecteurs hielden toezicht. Of wel de juiste karretjes werden gebruikt, of de pachtsom ook deels afgedragen werd aan de gemeente, en ook of de dieren wel goed verzorgd en vooral juist begraven werden. De spoorkarrtejes werden getrokken door pony’s . Het was zwaar werk voor ze, lang leefden ze niet. Er werd een dodenakker voor ze ingericht. In de jaren ‘30 werd dit inmiddels waardeloze stuk grond aangekocht door de Communistische Partij Nederland. Er werd een kampeerplaats van gemaakt. Voor partijleden. Veel bekende voor- en naoorlogse communisten vertoefden er. De familie van het Reve. Nescio. De Paardenhemel, zoals de camping nu nog steeds heet, duikt mede daardoor ook op in de Nederlandse literatuur. In een van de boeken van Gerard Reve wordt beschreven hoe hij er op een paardenschedel stuit als hij een tentharing probeert in te slaan. Er lopen hier verschillende wandel routes. Er is veel te zien. Mijn tip loop eens rustig door naar de volgende halte: de Dokterspost

Column Gerard Köhler: het geheim van Lijn 410 (deel 3)

20 januari 2023

Mijn dinsdagrit begint bij garage van Langen. Ik moet zorgen hier voor 8.05 de sleutel in het contact te steken, anders belt Els. We worden gevolgd. Het vertrek is weliswaar 8.29 maar als er eens iets mis is, heeft Els nog tijd wat te kunnen regelen. Het komt zelden voor. Maar het is goed. Els is belangrijk voor ons allen, want we kunnen van haar op aan. Vanaf van Langen rijd ik aan een stuk door naar Camperduin. Het eigenlijke startpunt en tegelijk mijn favoriete plek in Noord Holland. “Camp” zoals het toen nog heette duikt eigenlijk voor het eerst in de geschiedenisboeken op vanwege de zeeslag bij Camperduin in 1797. Bij ons niet zo bekend die zeeslag. Die verloren we namelijk. Admiraal de Winter werd hier verslagen door Admiraal Duncan. In Engeland net zo bekend als Nelson. Zijn overwinning “is considered one of the most significant actions in naval history. Maar wij kennen hem natuurlijk niet. Wel bekend bij ons is de vice Admiraal William Bligh, zijn acties tijdens de zeeslag waren van doorslaggevende betekenis. De meest verfilmde Britse kapitein ooit . Maar niet over deze zeeslag , zijn roem dankt hij bij ons aan de Bounty en de muiterij die daarop plaatsvond. Een paar jaar eerder. Met Admiraal de Winter liep het trouwens ook goed af. Napoleon bevorderde hem later tot Maarschalk, hij verkreeg het Grootkruis in het Legioen van Eer en werd onder grote publieke belangstelling na zijn dood bijgezet in het Pantheon te Parijs. Op de Hondsbossche is een aantal jaren geleden zand gespoten. Het is nu onderdeel van de kunstmatige kustverdediging die we ook wel duinen noemen. De stoere dijk lijdt onder dit zand en telkens weer hoop ik dat als het flink stormt de Noordzee wraak neemt voor haar geduchte, maar dappere en gerespecteerde tegenstander door het zand van haar af te spoelen. Ooit gaat dit gebeuren. Dan komt ook de Prince George weer vrij. Een kruiser die een heldenrol vervulde in de 1e wereldoorlog. Op weg naar de sloop in Hamburg in 1921 vergaan voor de Hondsbossche. Bijna 100 jaar hebben bezoekers van dit schip kunnen genieten. En kunnen dagdromen. Nu rust er een kunstmatig duin op het slagschip. Een lullig bordje staat op de plek waar het graf ergens moet liggen. Op de Hondsbossche kwam ik vroeger vaak. Op het meest zuidelijke punt woei het altijd. Keek je naar het zuiden dan zag je kilometers strand, Bergen aan Zee, Egmond en heel in de verte de Hoogovens. Nabij lag paviljoen Minkema. Een paar keer weggespoeld, door de Duitsers opgeblazen, maar telkens weer herrezen. Uitbater was jarenlang Jouke Minkema, de populaire columnist uit de Duinstreek. Draai je naar het Oosten, dan zie je eerst het grootste Duin en Bos gebied van Nederland. Natura2000 inmiddels. Er wordt in gehakt, gezaagd, gegraven. Altijd al. Vroeger om het zand weg te scheppen voor de zandsteenfabrieken, weer later om er de grachten van Amsterdam mee te dempen, en nu in het kader van natuurbeheer. Voor herstel is dat. Waarvan? Vraag ik me telkens weer af. Mooi is het er, maar rustig eigenlijk nooit. Als kind speelde ik er in de bunkers als ik op bezoek was bij mijn vriendje van de lagere School Ype Minkema die in Camperduin woonde. Kilometerslange gangen. De meeste zijn opgeblazen en verwijderd. Maar onder dat hoogste eerste duin ligt er nog een. Ik weet het zeker. Later kwam ik hier met mijn neef Martin. Hij was lid van de NJN. We zochten meeuweneieren die we uitbliezen en uilenballen die we zorgvuldig determineerden We haalden ooit “Stuif es in” met onze verzameling . Verder naar het oosten kijkend zien we een waar panorama. De Hargerpolder, pony’s weiden er. Drakentanden staan er nog van de Atlantikwall. Je kunt er uren van blijven genieten. Zelfs de windturbines in de verte hebben een eigen plek in het landschap verworven. Het is Nederland in het klein. Hoe het was, en hoe het gaat worden. Noordelijker zien we dat andere Natura2000 gebiedje, De Putten en Abtskolk. Een vogelparadijs. Het is een oude kleiput. Eerst gepacht door Rijkswaterstaat en op tijd aan ze verkocht door de boer. Want klei is er niet meer nodig om de Hondsbossche te verstevigen. Rijkswaterstaat wist ook niet wat er mee te beginnen en het is nu beschermd natuurgebied. Gelukkig maar. Want de afrasteringen eromheen tegen de vos zijn noodzakelijk en ook de vogelgriep slaat er nog wel eens toe. De vogels die er nu zitten zijn andere soorten dan die er oorspronkelijk zaten. We zien er nu bijvoorbeeld veel Aalscholvers en een enkele lepelaar. Door de ganzen verdreven uit het Zwanenwater zijn ze. Een veilige haven is het. Tot nu toe dan, want de gans koloniseert maar door in Noord Holland. Naar het Noorden kijkend zien we in de verte Petten. Schagen ook en bij helder weer kunnen we tot aan Den Helder kijken. En dan, naar het westen. De Noordzee. Vroeger met vissersboten, nu met windturbines. Maar het blijft mooi. Niet meer zo mooi als toen je op de basaltblokken stond, maar nu op het zand houdt het z’n charme. Minder uniek, maar zo gaan dingen. Nederland is nooit af. Mijn dinsdagrit begint bij garage van Langen. Ik moet zorgen hier voor 8.05 de sleutel in het contact te steken, anders belt Els. We worden gevolgd. Het vertrek is weliswaar 8.29 maar als er eens iets mis is, heeft Els nog tijd wat te kunnen regelen. Het komt zelden voor. Maar het is goed. Els is belangrijk voor ons allen, want we kunnen van haar op aan. Die gaan we niet in de steek laten. Vanaf van Langen rijd ik aan een stuk door naar Camperduin. Het eigenlijke startpunt en tegelijk mijn favoriete plek in Noord Holland. “Camp” zoals het toen nog heette duikt eigenlijk voor het eerst in de geschiedenisboeken op vanwege de zeeslag bij Camperduin in 1797. Bij ons niet zo bekend die zeeslag. Die verloren we namelijk. Admiraal de Winter werd hier verslagen door Admiraal Duncan. In Engeland net zo bekend als Nelson. Zijn overwinning “is considered one of the most significant actions in naval history. Maar wij kennen hem natuurlijk niet. Wel bekend bij ons is de vice Admiraal William Bligh, zijn acties tijdens de zeeslag waren van doorslaggevende betekenis. De meest verfilmde Britse kapitein ooit . Maar niet over deze zeeslag , zijn roem dankt hij bij ons aan de Bounty en de muiterij die daarop plaatsvond. Een paar jaar eerder. Met Admiraal de Winter liep het trouwens ook goed af. Napoleon bevorderde hem later tot Maarschalk, hij verkreeg het Grootkruis in het Legioen van Eer en werd onder grote publieke belangstelling na zijn dood bijgezet in het Pantheon te Parijs. Op de Hondsbossche is een aantal jaren geleden zand gespoten. Het is nu onderdeel van de kunstmatige kustverdediging die we ook wel duinen noemen. De stoere dijk lijdt onder dit zand en telkens weer hoop ik dat als het flink stormt de Noordzee wraak neemt voor haar geduchte, maar dappere en gerespecteerde tegenstander door het zand van haar af te spoelen. Ooit gaat dit gebeuren. Dan komt ook de Prince George weer vrij. Een kruiser die een heldenrol vervulde in de 1e wereldoorlog. Op weg naar de sloop in Hamburg in 1921 vergaan voor de Hondsbossche. Bijna 100 jaar hebben bezoekers van dit schip kunnen genieten. En kunnen dagdromen. Nu rust er een kunstmatig duin op het slagschip. Een lullig bordje staat op de plek waar het graf ergens moet liggen. Op de Hondsbossche kwam ik vroeger vaak. Op het meest zuidelijke punt woei het altijd. Keek je naar het zuiden dan zag je kilometers strand, Bergen aan Zee, Egmond en heel in de verte de Hoogovens. Nabij lag paviljoen Minkema. Een paar keer weggespoeld, door de Duitsers opgeblazen, maar telkens weer herrezen. Uitbater was jarenlang Jouke Minkema, de populaire columnist uit de Duinstreek. Draai je naar het Oosten, dan zie je eerst het grootste Duin en Bos gebied van Nederland. Natura2000 inmiddels. Er wordt in gehakt, gezaagd, gegraven. Altijd al. Vroeger om het zand weg te scheppen voor de zandsteenfabrieken, weer later om er de grachten van Amsterdam mee te dempen, en nu in het kader van natuurbeheer. Voor herstel is dat. Waarvan? Vraag ik me telkens weer af. Mooi is het er, maar rustig nooit. Als kind speelde ik er in de bunkers als ik op bezoek was bij mijn vriendje van de lagere School Ype Minkema die in Camperduin woonde. Kilometerslange gangen. De meeste zijn opgeblazen en verwijderd. Maar onder dat hoogste eerste duin ligt er nog een. Ik weet het zeker. Later kwam ik hier met mijn neef Martin. Hij was lid van de NJN. We zochten meeuweneieren die we uitbliezen en uilenballen die we zorgvuldig determineerden We haalden ooit “Stuif es in” met onze verzameling . Verder naar het oosten kijkend zien we een waar panorama. De Hargerpolder, pony’s weiden er. Haaientanden staan er nog van de Atlantikwall. Je kunt er uren van blijven genieten. Zelfs de windturbines in de verte hebben een eigen plek in het landschap verworven. Het is Nederland in het klein. Hoe het was, en hoe het gaat worden. Noordelijker zien we dat andere Natura2000 gebiedje, De Putten en Abtskolk. Een vogelparadijs. Terecht een beschermde status gekregen. Het is een oude kleiput. Eerst gepacht door Rijkswaterstaat en op tijd aan ze verkocht door de boer. Want klei is er niet meer nodig om de Hondsbossche te verstevigen. Rijkswaterstaat wist ook niet wat er mee te beginnen en het is nu beschermd natuurgebied. Gelukkig maar. Want de afrasteringen eromheen tegen de vos zijn noodzakelijk en ook de vogelgriep slaat er nog wel eens toe. De vogels die er nu zitten zijn andere soorten dan die er zaten, of naar geïmporteerd werden zoals bijvoorbeeld de Dwerggans. Het gebied heeft desondanks een beschermde status gekregen. We zien er nu bijvoorbeeld veel Aalscholvers en een enkele lepelaar, die door de ganzen zijn verdreven uit het Zwanenwater. Een veilige haven is het. Tot nu toe dan, want de gans koloniseert maar door in Noord Holland. Naar het Noorden kijkend zien we in de verte Petten. Schagen ook en bij helder weer kunnen we tot aan Den Helder kijken. En dan, naar het westen. De Noordzee. Vroeger met vissersboten, nu met windturbines. Maar het blijft mooi. Niet meer zo mooi als toen je op de basaltblokken stond, maar nu op het zand houdt het z’n charme. Minder uniek, maar zo gaan dingen. Nederland is nooit af.

Column Gerard Köhler: Het Best Bewaarde Geheim, Lijn 410 (deel 2)

13 januari 2023

Over Halte Boulevard Egmond aan Zee en de Zwarte Bijl

Deze feuilleton over lijn 410 verschijnt hier in Flessenpost uit Egmond. Als ik de route van Lijn 410 lineair volg komen de Egmonders zo pas rond de komende jaarwisseling aan bod. Dat kwam mij ook wel goed uit. De meeste urban stories uit Groet en Schoorl ken ik wel. Ik woonde daar bijna 20 jaar en was betrokken bij de voetbalclub. In Bergen groeide ik op. Daar kan ik een boek over schrijven. Maar daar zijn al zoveel boeken over, het zou weinig toevoegen. Uitgeverijen Conserve en Pirola hebben nogal wat gepubliceerd over onze regio. En er zijn ook talloze boeken over beroemdheden als Roland Holst, Lucebert en Ans Wortel. En over Bergen schreven Saskia Noort, haar neefje Jan Roos, Adriaan van Dis, Joost Zwagerman en ga maar door. Dat zit wel goed. Ze komen allen nog aan bod als de bus de Bergense haltes aan doet. Met Egmond ben ik dus wat minder bekend. Ik maak me daarover weinig zorgen. Tegen de tijd dat ik het Karmel klooster nader weet ik genoeg. Het Proeflokaal van brouwerij Egmond aan de Slotweg is mijn stamkroeg en brouwerij gids Fred Krop heeft mij toegezegd mijn hiaten over de Hoef en Egmond Binnen aan te vullen. Over Derp maak ik mij echter in het geheel geen zorgen. Daarvan weet ik veel. Ik ken namelijk nogal wat Derpers. En als ik ze spreek weet ik het gespreksonderwerp gauw te leiden naar die ene historische gebeurtenis. Egmond Pier Egmond 2004. De dag dat mijn team het Derpse team versloeg. Eenmalig, maar toch. Het is een heldenepos. Telkens weer. De namen van de tegenstanders ken ik nog uit het hoofd. De huidige internationaal beroemdste Derper Ewoud de Groot was erbij. Ik spreek hem nog wel. Een paar keer per jaar. Maar de laatste tijd vaker over zijn kunst en ook wel over politiek. We zijn ondanks de nederlaag die hij leed goed met elkaar. We trainden ook vooraf de wedstrijden gewoon samen op het strand. Misschien zijn we zelfs enigszins bevriend. Voor zover je als niet Derper dan met een Derper bevriend kan raken. Zelfs immigranten die al jarenlang in Derp wonen, moeten bij het slepen van de visserbootjes van het strand achteraan in de rij sluiten bij het weghalen door de tractors. Ik ken tenminste één import Derper , en hij woont er echt al ruim 50 jaar, die inmiddels maar een eigen tractor heeft aangeschaft. Afgelopen weekend was het er dan weer. Na 2 jaar coronareces. EPE en de halve. Aan de halve heb ik ook vaak meegedaan. Dat was in de jaren ’80. De tijden van Marti ten Kate en Gerard Nijboer. In de jaren ’70 liep ik ook wel hard. Maar als junior. 100 meter was mij ver genoeg toen. Maar als we naar Trias in Heiloo gingen, was daar altijd die imposante Derper. Met een grote zwarte baard. De Zwarte Bijl noemden ze hem met ontzag. Vijf en de 10 kilometer deed hij. Op de sintelbaan. Ik heb hem nooit zien verliezen. Wel dat hij het hele veld dubbelde. Ik denk dat het 1978 was. Dat jaar won hij ook de eerste halve marathon van Egmond. Ons kenners verbaasde dat niets, het was geen toevalstreffer. Hij was de grote favoriet. Onze held. Dit jaar is dan eindelijk een standbeeld voor hem opgericht. Bij halte Kennedyboulevard. Zo als hij was.. Overigens won Marja Wokke in 1978 bij de vrouwen. Een geboren en getogen Bergense. In mijn ogen een nog grotere heldin dat de Zwarte Bijl. Veel succesvoller ook. De 1:19.45 die Marja in 1978 op Egmondse strand liep was een wereldprestatie. De eerste keer dat een vrouw de barrière van de 1.20 doorbrak. Zij verdient ook een standbeeld. Op het nieuw in te richten Plein wat mij betreft. Maar daar kom ik later op terug als de bus centrum Bergen aan doet.

Column Ruud de Raadt: De schijf van vijf

13 januari 2023

Veel mensen doen vaak veel moeite onze gevederde vrienden tijdens de koudere dagen wat extra’s toe te stoppen. En dat wordt bijna altijd gewaardeerd, in ieder geval door hen. Afhankelijk van de strooisels zie je binnen no time vogels verschijnen uit een net nog lege lucht. Broodstukjes bijvoorbeeld zijn dan meestal de prooi voor uit het niets komende meeuwen. Kokmeeuwen moeten wel de stukjes binnen een seconde kunnen oppikken en weer wegvliegen met de buit in de snavel. Als je dan wilt, dat deze schrokoppen niet alles meenemen, gooi je gewoon wat brood tegen een stuk hout aan of wat onder of aan de zijkant van een struik. Ook kraaien en kauwen lijken uit het niets te komen, maar die zijn iets voorzichtiger. Ook zij nemen een stukje brood mee en verorberen dit elders.

Column Gerard Köhler: het best bewaarde geheim, lijn 410 (deel 1)

6 januari 2023

Elke halte heeft zo zijn eigen verhaal

Lijn 410, de buurtbus van Camperduin naar Egmond aan Zee, lijkt het best bewaarde geheim. Een van de vrijwillige chauffeurs, Gerard Köhler, laat in de komende weken zijn licht schijnen op deze bijzondere lijn, haar chauffeurs, haar haltes en haar passagiers.

Column Kim Klaver: (M)Otherhood

30 december 2022

Ik was ziek en ik lag in het weekend een beetje lafhartig op de bank te Netflixen. Nee, dus geen ‘Netflix&Chill’ (zoek dat maar eens op…), daar ben ik intussen ook veel te oud voor, zo denk ik op een slechte dag. Van die gedachte word je dus meteen ziek, je kunt duidelijk beter jong van geest blijven. Maar goed, dat is een heel ander onderwerp, dus terug naar dit: al snotterend lag ik dus op die bank te vegeteren en ik stuitte op de ene slechte, goedkoop gemaakte kerstfilm na de andere. En toen kwam ik Otherhood tegen. Ook niet de beste film, maar in ieder geval een goede cast en een onderwerp waar ik ‘affiniteit mee heb’.

Column Ineke de Boer-Melker: Kerstpakket

30 december 2022

Een kerstpakket. Een bekend en blij makend begrip in ons landje. Héél lang geleden heb ik twee seizoenen bij een bedrijf kerstpakketten ingepakt. We kregen grote orders, vaak met een bepaald thema. We hadden geen lopende band, dat waren we zelf…. We liepen met een zware doos artikelen langs een ellenlange tafel en stopten in elke mooie doos een artikel. Dat moest goed ingepast worden, want mijn collega liep achter mij met andere artikelen. Aan t eind van de rit moest het pakket wel goed dicht kunnen…. Zwaar werk, maar erg gezellig. Het hoogtepunt was ons uitje met de bus naar de Jaap Eden IJsbaan voor een buffet en de ontvangst van ons eigen kerstpakket. Wat we dus zelf hadden ingepakt…. Later, bij mijn eigen ex-werkgever stonden de pakketten tot het plafond van de kantine. Gescheiden voor volwassenen en jonge vullers en caissières. Later werd het gewijzigd en kregen we allemaal een cadeaubon. Bij onze kledingbank Noord Holland Noord heeft het begrip kerstpakket een belangrijke betekenis, waar we vanaf september al aan werken. Onze minima kunnen een pakket aanvragen. Ze worden gekoppeld aan een nummer zodat ze anoniem kunnen blijven. Wij maken een lijst, die we op een aparte Facebook pagina zetten. Na veel promoten van onze kant, ging het lopen. Mensen die het kunnen en willen betalen, zoeken een aanvrager uit en maken daar een kerstpakket voor. De gezinssamenstelling van de aanvrager is wel bekend met de leeftijden. Bijvoorbeeld man 42, vrouw 40, jongen 12, meisjes 10, meisje 8, zo kunnen de donateurs het pakket beter samenstellen, naar eigen idee. Zij brengen het dan bij ons. Op 23 december hebben wij 390 pakketten uitgedeeld! De aanvragers die geen donateur hadden, kregen een pakket van ons, zodat iedereen blij gemaakt is. Veel mensen gingen met tranen de deur uit. De kinderen met handenvol chocolade, tulband, stol enzovoort. Thuis hebben ze deze uitgepakt en een foto naar ons doorgestuurd. Wij zijn nog blijer dan zij… Ik schrijf dit op 1e Kerstdag en zit nog na te genieten. Heel veel werk gehad maar ondanks de griepaanval kan mijn Kerst niet meer stuk. Ik wens u een heel fijn en gezond 2023!

Column Joke Kolkman: Herinneringen aan?

23 december 2022

Het is vlak voor Kerst, de winkels liggen vol met lekker eten en glimmende versieringen. Overal branden de lichtjes achter de ramen in de huizen. Tijdschriften staan vol met foto’s van schitterende feestkleding en van ingewikkelde recepten. We maken er een groot feest van. De winkeliers en de mensen in de horeca hopen flink wat winst te kunnen maken in deze periode. Dat zal misschien iets goed maken van de afgelopen jaren toen juist rondom Kerst en Oud en Nieuw ons land op slot moest. Het zij ze gegund.

Column Ruud de Raadt: De buurman en de merel

23 december 2022

Het was de eerste dag van de meteorologische winter van het jaar 2022, 1 december dus. Ik had net wat erwtensoep opgewarmd, zette mij aan tafel en begon de groene brij, gelardeerd met stukjes worst, rustig op te lepelen. Er werd op het raam geklopt. Hard geklopt, zacht geklopt, want daar was het al de tijd voor. De enige manier om mijn aandacht te trekken, want mijn bel is ooit door het zout in de zuidwestenwind stuk gegaan en vervolgens door mij voorgoed verwijderd. Ik had al door het raam gezien, dat het de buurman was. Ik naar de voordeur. “Ruud, er zit een merel in mijn tuin in het net, durf jij die eruit te halen?”, vroeg Marcel, want zo heet de buurman, bezorgd. “Ja hoor, geen probleem.” Tijdens mijn opleiding tot IVN natuurgids werd ook een vogelringstation bezocht, waar de vogels en vogeltjes uit de netten werden gehaald om ze te wegen en te ringen. Ik heb toen nog een goudhaantje in mijn hand gehad. En afgelopen zaterdag bij Vroege Vogels was er een item met een vogelringstation, ergens in Zeeland. Mooie herhalingscursus. Maar het ging nu niet om een heel klein trekvogeltje, maar om een merel. “Wacht effe, Marcel, ik pak een paar handschoenen uit de schuur.” Even later stonden we in de tuin bij de merel, die op de kleine sierappeltjes van de aldaar aanwezige struik (Malus speciales) was afgekomen. Ze, want het was een vrouwtje, vond het blijkbaar makkelijker om in op de grond liggende appeltjes te pikken. Dat scheelde weer wat sloopwerk aan appeltjes aan de struik. Maar door die voorkeur raakte ze al meer in het dicht bij de grond liggende net verstrikt. Ze lag er voor dood bij. Ik pakte het beestje vast en tilde haar op, met net en al. “Nou, nou, die zit helemaal verstrengeld. Dat gaat niet lukken zonder het net stuk te knippen.” Voordat ik de zin had afgemaakt, was Marcel al naar binnen om een schaar te halen. Mijn linkerhandschoen deed ik uit, zodat ik de stukjes net, die moesten worden doorgeknipt, beter kon vasthouden zonder dat de merel een knipbeurt zou krijgen. Aldus knipte Marcel een keer of zeven stukjes net door. Toen de toch wel wat gestreste merel bijna bevrijd was, kon zij haar kop al weer goed bewegen en pikte in mijn handschoen. Haar rechterpootje ging gelukkig los zonder te hoeven knippen. Ik stond op, liep naar de ingang van de voortuin en wilde de merel op een paaltje zetten. Maar op het moment dat ik losliet, was de vogel al gevlogen. “Dat hebben we goed gedaan, Marcel. Een blije merel.” Dit werd beaamd en Marcel had door dit voorval al besloten, dat hij het net ging weghalen. En aldus geschiedde. De merel blij, de buurman blij, ik blij en mijn erwtensoep koud.

Column Rob Hoogland: Maffia

16 december 2022

Dat was het dan, lief stolpboerderijtje van me. De sloopkogel van Natuur & Milieu bungelt reeds boven je dak. Met je spouwloze eensteensmuren en honderden Oudhollandse pannen voldoe je niet meer aan de eisen. Nog zeven jaar mag je van die club verkocht of verhuurd worden. Daarna is het afgelopen als het aan die club ligt. Nederland anno nu: de mens wikt, de milieu- en klimaatmaffia beschikt. Dat zie je ook aan de lange rijen voor de voedselbanken. Regenten met ook maar een béétje fatsoen in hun lijf zouden zoiets niet laten gebeuren. Maar wij hebben regenten die tot 2030 liever 35 miljard voor het klimaat uittrekken en 25 miljard voor de stikstofproblematiek, nutteloze investeringen zolang je het als onbeduidend vlekje achter de West-Europese duinen zo ongeveer in je eentje doet. Niet gedacht dat ik ooit nog eens instemmend de Internationale zou citeren: „De arme wordt tot het merg uitgezogen en zijn recht is een ijdel woord.” Ik ben serieus, vergis u niet: Natuur & Milieu wil na 2030 geen verkoop of verhuur van woningen met energielabel E, F of G meer. En wat is het energielabel van mijn stolp? G, helaas. In 1911 gebouwd, hoofdzakelijk voor koeien waar tocht en vocht toch geen vat op hadden. Ik nam het op de koop toe, omdat ik niets mooier vond – en vind – dan vrijstaand wonen in een kustboerderij waarvan de honderden jaren oude bouwkundige eenvoud verbluffend is: vier sparrenstammen verticaal (het vierkant), daarbovenop vier sparrenstammen horizontaal en dáár weer bovenop het grote schuin aflopende dak. Rem Koolhaas heeft er nog steeds niet van terug. Veel gedaan, ter isolatie. Grote, zware voorzetramen, ontzagwekkende hoeveelheden glas- en steenwol onder het dak en achter de muren, etcetera. In de praktijk werkt het naar behoren, maar wat heb je aan de praktijk als het in 2015 ingevoerde energielabel de hier en daar best discutabele theorie prefereert? Het belang van dat label groeit naarmate de energie schaarser wordt, zelfs wanneer die ontwikkeling het resultaat is van een beschamend beleid. En daardoor wacht mijn mooie stolpje – als ik het minimaal vereiste label D wil halen moet ik tonnen extra investeren – hetzelfde lot als al die oude woningen in met name Heemstede, Bloemendaal, Westerwolde, Laren en Haarlem, de plaatsen waar volgens Natuur & Milieu de meeste van Nederlands 1,5 miljoen (!) slecht geïsoleerde huizen staan. Ja, ik betaal inderdaad flink voor mijn energie. Zeker nu. Maar dat wil ik toch zelf? Wat heb ik toch een hekel aan uitbundig beoogklepte clubs als Natuur & Milieu. Waar bemoeien ze zich mee? Het GroenLinks-gehalte is er angstaanjagend hoog en mede als gevolg daarvan heb ik een aardig toekomstbeeld van dit land wanneer het Klimaatakkoord succesvol is afgerond, zonder boeren zoals steeds duidelijker wordt, naar nu blijkt ook zonder hun boerderijen en wellicht ook zonder veel andere vooroorlogse huizen. Ik zie een saai en grijs land waar de bouwkundige sjeu vanaf is. Bah.

Column John de Waard: Mannen hebben te slap zaad

16 december 2022

Onlangs kwam in het nieuws dat het mannelijke sperma al sinds jaar en dag afneemt qua doelmatigheid: er zitten steeds minder actieve zaadcellen waar we wat aan hebben in ons sperma. In gewoon Nederlands: met deze voortgang sterven we gewoon uit.

Column Nico Knol: Wat een stressdagen zijn dat!

9 december 2022

Verhuizen, wat een onderneming! Plannen, afspreken en nadenken over wat er mee moet en wat niet, wat past? Vooraf komt de verhuizer dan kijken wat je allemaal hebt zodat de capaciteit van de vrachtwagen kan worden ingeschat. Dan zijn er al vele uren besteed aan overleg met degene die het toekomstig huis opknappen: de loodgieter die de badkamer opknapt, de schilder, de stoffeerder. Overigens heb je die lui ook niet zomaar achter elkaar geregeld want zie maar eens 'op tijd' een loodgieter te krijgen voor een grote klus!

Column Els Rosenmöller: Dilemma’s

2 december 2022

Het was half oktober, ik begon aan deze blog met onze gast Robin. ‘Dilemma’s’ moest het heten, want hij had er wel een aantal gehad in zijn leven.

Column Ruud de Raadt: 100

2 december 2022

Honderd? Is dat veel? Is dat weinig? Een kind vindt het waarschijnlijk veel, een miljonair weinig, dus het is voor iedereen verschillend. In ieder geval is het vandaag, vrijdag 2 december 2022, de 100ste keer dat Flessenpost uit Egmond is uitgekomen. En voor Gerard en John een mijlpaal. Laten we het maar op editie 100 houden en niet op nummer 100, want daar ga je geregeld naar toe, hoewel je daar deze 100ste editie wel kan lezen.

Column Natasja Beek: Van fanatieke fietsster naar trotse moeder

9 december 2022

Zo’n 7 jaar geleden ben ik begonnen met fietsen. In het begin vond ik fietsen eigenlijk helemaal niet leuk. Het was een straf, het deed zeer, ik was mentaal zwak, het koste mij veel moeite en ik vond het saai. Totdat ik progressie maakte. Ik ging door, werd sterker in de benen maar ook mentaal maakte ik grote sprongen. Het maakte mij niet meer uit of ik tegen de wind in stoempte of dat ik door het mulle zand heen moest ploegen met hartslag 200. Ik zocht prikkels om beter te worden en zo trainde ik ineens 4 tot 5 dagen in de week. Het werd bijna een soort verslaving! Iedere woensdag avond met de mannen mee trainen van de Derpbikers. Een weekendje fietsen met de meiden of extreme uitdagingen aan gaan zoals Dirty Kanzelled (covid editie): 174 km in m’n eentje gereden met 80% onverhard. Wat een geweldig gevoel krijg je van het behalen van een doel.

Column Peter de Waard: Intocht

18 november 2022

'Intocht Sinterklaas 20 november in Egmond aan den Hoef', lees ik in een van de gratis krantjes. Hij begint bij het Dorpshuis en eindigt op een grasveld bij de Prinses Marijkelaan. Daarboven staat een foto van de Sint op een platte kar met twee, politiek heel incorrect, zwarte pieten.

Inschrijven Flessenpost uit Egmond
Dan spoelt het flesje iedere vrijdag aan in je mail
AANMELDEN
Uw e-mailadres wordt alleen gebruikt voor het versturen van de Flessenpost uit Egmond. U kunt altijd de afmeldlink gebruiken, deze is opgenomen in de nieuwsbrief.
close-link
Terug