Column Gerard Zonneveld: Wat een maf!
Gepubliceerd: 19 januari 2024
Op een late zaterdagmiddag rijden wij na familiebezoek van Heiloo terug naar Egmond. Vanuit de wijk Ypestein kun je dan over de Vennewatersweg of de Stationsweg naar huis. Wij kozen voor die laatste.
De Stationsweg is al heel lang het zorgenkindje van onze buurgemeente. Eigenlijk niet geschikt voor veel verkeer, maar dat is er wel. In de loop der jaren is er veel over gesproken en er zijn diverse maatregelen genomen om het verkeer zo goed en zo kwaad als het gaat door de straat te loodsen. Drempels, wegversmallingen en een 30 kilometer zone moeten de snelheid er uit halen om de weg zo veilig mogelijk te maken voor alle gebruikers.
Bij zo’n wegversmalling begon ‘de ellende’. Ter plekke kan er slechts van één zijde tegelijk verkeer door. Dit houdt in dat verkeer dat van de andere kant komt even moet wachten. Geen van de beide richtingen heeft voorrang. Je moet er dus samen uit zien te komen en dat gaat heel vaak goed. Behalve die ene keer…
Wij rijden in een rijtje van 5 auto’s vanaf de verkeerslichten van de Kennemerstraatweg richting het station van Heiloo. Het kunnen er ook 4 of 6 geweest zijn. Na diverse obstakels omzeild te hebben, naderen we de volgende wegversmalling. Soepeltjes volg ik de auto’s die voor mij rijden en sta al half tussen de paaltjes. Plotseling duikt er van de tegenovergestelde rijrichting een witte auto op die niet stopt maar mij klem rijdt. Daar sta ik dan. Een inschattingsfout van de bestuurder van de witte auto en één die hij snel gaat herstellen; zo is mijn verwachting. Die witte zal achteruit gaan, zich excuseren en een ieder vervolgt zijn of haar weg is mijn inschatting. Maar zo makkelijk ging het niet ….
De bestuurder van de witte bolide doet namelijk niets! Voor mijn gevoel staan we minutenlang tegenover elkaar op een paar meter afstand. Het is schemerig en ik heb geen idee wie mijn ‘tegenstander’ is in die wagen die maar niet aan de kant gaat. Automobilisten om ons heen stappen uit om de situatie te beoordelen. Fietsers en wandelaars blijven staan kijken hoe dit af gaat lopen. Heiloo komt even tot stilstand.
Ik ben vastberaden. Achter onze auto is ruimte om terug te draaien maar ik weiger. Ik ga niet achteruit en maak mijn gordel los om het verhaal achter de actie van mijn opponent te gaan vernemen. Nu grijpt mijn vrouw luid en duidelijk in ‘Je gaat niet de auto uit’! Zo zit ik nog een poosje voor mij uit te staren. Van binnen kook ik inmiddels maar naar buiten toe blijf ik kalm.
Een andere automobilist gaat eens polshoogte nemen bij de weigeraar. Even later komt deze jongeman ook bij ons langs. Ik draai het raampje open en luister naar zijn verhaal. ‘Volgens die bestuurder heeft u uw auto ervoor gegooid en reed u veel te hard. Hij is niet van plan om aan de kant te gaan’. Op mijn vraag wie er in die auto zitten antwoordt hij ‘Een man achte het stuur, een vrouw ernaast en twee kinderen op de achterbank’.
Kijk zo ontstaan er dus verkeersruzies. Als twee partijen allebei denken het bij het rechte eind te hebben is een escalatie nabij. Mijn vrouw zegt voort de zoveelste keer’ Rij de auto naar achteren en laat hem er door’! Het is de omgekeerde wereld maar geheel tegen mijn principes in doe ik het uiteindelijk wel. De witte auto kan zijn weg vervolgen. Bij het voorbij rijden probeer ik de bestuurder aan te kijken. Hij kijkt recht voor zich uit. Het verkeer in Heiloo komt weer op gang.
Ik rij met de pest in mijn lijf naar huis. Wat een maf!