Deel

Column Ineke de Boer-Melker: De kledingbank is een plek voor iedereen

Column Ineke de Boer-Melker: De kledingbank is een plek voor iedereen

Bij Kledingbank Noord-Holland Noord werken vrijwilligers van allerlei nationaliteiten. Bijvoorbeeld uit Syrië, Turkije, Eritrea en Rusland. Ik wil u graag kennis laten maken met Bashier (46) en Majid (55). Beiden uit Irak. Toen zij werden geboren was er nog geen officieel geboorteregister, waar baby’s werden aangegeven. Het zou dus niet helemaal nauwkeurig kunnen zijn. Verjaardagen werden niet gevierd, maar tegenwoordig wel.

Bashier komt uit Dikar, Zuid-Irak. Hij heeft daar gestudeerd aan de universiteit en werkte op een middelbare school als leraar aardrijkskunde en topografie. Hij heeft daar drie jaar les gegeven en moest daarna vluchten voor het geweld van Isis. Via ter Apel, Rotterdam en Schagen (van 2009- 2015) is hij in Castricum terecht gekomen. Daar woont hij nu met zijn vrouw en twee dochters die in Nederland zijn geboren in 2010 en 2012. Hij heeft drie broers en drie zussen. Zijn ouders zijn nu 85 en 73 en worden in Irak verzorgd door een inwonende broer en schoonzus.

Majid komt uit Mosul, Noord-Irak, waar hij vier jaar aan de Amerikaanse Universiteit voor mechanisch ingenieur studeerde. Hij heeft 25 jaar ervaring met zijn eigen bedrijf als projectleider in de bouw. In 2011 is hij via de Amerikaanse ambassade gevlucht voor Isis en woont nu met zijn vrouw in Heiloo. Zijn ouders zijn 15 jaar geleden overleden en hij heeft een zus en zwager. Via het vrijwilligers informatiepunt Heiloo is hij twee jaar geleden als vrijwilliger bij kledingbank nhn begonnen. Ook zijn vrouw Hadya is inmiddels ons team komen versterken. Het bevalt ze heel goed. Vooral het contact met de andere vrijwilligers spreekt hen aan. Nederlands leren is hun prioriteit, wat inmiddels heeft geresulteerd in Majids naturalisering op 15 februari jl.. Ik had de eer om bij deze ceremonie aanwezig te zijn. Wat een bijzondere ervaring!

Bashier lijdt helaas aan de ziekte van Crohn en heeft een hernia, waardoor hij geen vaste werkgever heeft. Hij kan goed koken, wat verder in deze column duidelijk wordt. Via Majid is hij bij onze kledingbank gekomen, waar hij graag iedereen helpt. Er zijn nog acht mannelijke collega’s vrijwilliger bij ons. De meeste collega’s zijn minima, net als onze klanten. Dus weten we als geen ander wat er speelt onder, op, of net boven de armoedegrens.

Wat algemene informatie over hun Irak en de bewoners en gebruiken, uit de mond van Bashier en Majid opgeschreven: Irak is verdeeld in drie bevolkingsgroepen: Arabisch, Koerdisch en Turkmeens. Er zijn vijf religies: moslims (de grootste groep), christenen, jodendom, yazidis, en sabianen.

Bashier en Majid zijn beiden moslim, eten geen varkensvlees, drinken geen alcohol en houden de Ramadan in ere. Hun vrouwen zijn niet gesluierd maar dragen wel een hoofddoek. De kinderen eten sommige snoepjes niet, omdat daar gelatine inzit, wat afkomstig is van varkens.

Families in Irak bestaan uit stammen, die weer verschillende afsplitsingen hebben. De familieband is in Irak enorm belangrijk. In Nederland gaan wij vroeg of laat het huis uit, waardoor de ouders achter blijven. In Irak blijft er volgens traditie altijd een kind bij de ouders, en zorgt voor hen. Verder staat vrijgevigheid en gastvrijheid hoog in het vaandel. In de dorpen laat men de deur gewoon open, ook als er niemand thuis is. Zo kunnen gasten (ook vreemden) gewoon binnen komen. En, o verrassing, er wordt nooit iets gestolen. Gasten en toeristen kunnen logeren bij de bewoners, zonder afspraak en zonder betaling….

In 2021 is paus Franciscus op bezoek geweest in Ur, de geboorteplaats van Abraham, en heeft het beroemde Al Zaqura bezocht. Hij is de eerste paus die Irak kon bezoeken.

In Irak staat Nederland bekend om de water/dijkenbouw. Een belangrijke dijk in het noorden is gebouwd door een Nederlands bedrijf. Ook het bedrijf “new Holland” is daar bekend door het leveren van landbouwwerktuigen. Aardappelen en Friese koeien uit Nederland zijn erg geliefd.

Het kerstdiner op de kledingbank werd mede door de Irakese gerechten, gemaakt door Bashier en Majid, een bijzondere ervaring. Iedereen heeft er volop van genoten. Ze maakten o.a. Kebab, wat bestaat uit schapenvlees, ui, zout en tomaten.

De Irakese keuken bestaat voornamelijk uit vlees zoals schaap, lam, kip en rund. Maar ook vis wordt veel gegeten. Alles met rijst en groenten. Het lievelingsgerecht van Majid is Pacha, een traditioneel gerecht, wat bestaat uit buik, poten en kop van een schaap. Bashier maakt graag gerechten op de barbecue, vaak met vis. En Dolma, bananenbladeren gevuld met verschillende groenten.

Het bevalt ze goed in Nederland. Ze vinden het een mooi land, met vriendelijke mensen, die hen meteen geaccepteerd hebben. Op de kledingbank zijn ze zeer gewaardeerde medewerkers, die ook vaak als tolk fungeren. Met hun humor en grappen houden ze, samen met ons, de sfeer ontspannen.
Majid staat vaak achter de kassa en Bashier is overal inzetbaar. Wij zijn blij met hun inzet en hopen dat ze nog lang bij ons blijven.


Foto 1: Ineke
Foto 2: Bashier
Foto 3: Majid

Klik op één van de afbeeldingen voor een vergroting.

Column Ineke de Boer-Melker: De kledingbank is een plek voor iedereen Column Ineke de Boer-Melker: De kledingbank is een plek voor iedereen Column Ineke de Boer-Melker: De kledingbank is een plek voor iedereen

Meer 'Columns':

Column Brigadier Bart: Dat is nogal wat…

1 december 2023

Ik kijk in de achteruitkijkspiegel van de politieauto. Op de achterbank zit de juf met links een meisje van negen en rechts een jongetje van zeven. De juf praat heel rustig tegen de kinderen die ieder een hand van de juf hebben vastgepakt.

Column Peter van Vleuten: Familiedingetje

1 december 2023

Een van de mooiste begrippen in de muziek vind ik het verschijnsel ‘blood harmonies’. Dat klinkt misschien een beetje luguber, maar je moet ‘blood’ hier vertalen als bloedverwantschap. Blood harmonies draait om samenzang door vocalisten die letterlijk aan elkaar verwant zijn. Broers en zussen, of zelfs complete families.

Column Ruud de Raadt: José

24 november 2023

José (Spaanse mannennaam, dus Gosé) is met pensioen. Niet hier, maar in Lasarte in Noord-Spanje oftewel Oria in Baskenland. Mijn vriendin en ik waren op vakantie en hadden daar een hotel geboekt om van daaruit San Sebastián te bezoeken. Maar eerst gingen we Oria verkennen. Zo liepen we langs een Asistencial y recreativo del pensionista (soort bejaardenhuis), nou toch niet echt langs, want we besloten naar binnen te gaan. In een grote ruimte van het restaurant zaten aan enkele van de vele tafels Spanjaarden alsook Spaansen op leeftijd. Velen waren aan het kaarten met het bijbehorende lawaai, een grote tv stond aan. Ik ging wat halen aan de bar, een caña (tapbier) en een bitter lemon. We gingen aan een tafel zitten en konden de ruimte goed overzien. Vijf meter verderop zat een man alleen te eten. Af en toe had ik oogcontact. Zo te zien smaakte hetgeen hij verorberde erg goed. Mijn voorstel om hier wat te gaan eten, viel dan ook in goede aarde. Maar wat moesten we eten? Eten uit het Spaans vertalen gaat nog wel, maar sommige gerechten zijn streekgebonden, waardoor de vertaling vaak te wensen overlaat. Ik stapte op de etende man af en stelde me voor. Hij noemde zich José. Ik vroeg wat hij aan het eten was: “Callos”, werd mij verteld en zijn hand ging daarbij heen en weer langs zijn wang. Ik besloot deze soort raciones (tapas) ook te nemen. Toch bestelde ik eerst paella de marisco (zeevruchten), maar aangezien dat er niet meer was toch maar de callos. Mijn vriendin koos voor de oreja en salsa. Witte wijn erbij en smikkelen. Zo passeerden een aantal raciones de revue en de een was uiteraard lekker, een ander iets minder lekker. Toch moet je het meeste gewoon proberen. Toch hielden we wel oogcontact met José, want hij hield wel in de gaten of zijn adviezen bevielen. Overigens liep ik met elk gerechtje eerst langs zijn tafeltje. Ik nodigde hem nog uit om even bij ons te komen zitten, maar hij ging betalen en verliet het restaurant om te roken. Na de maaltijd een sigaretje. Na een overheerlijk toetje met chocola gingen wij ook Orio verkennen. Het was aangenaam druk op straat en heerlijk weer. Uiteindelijk leeft iedereen dan ook buiten. Op de terugweg naar het hotel kwamen we langs een bar, waar José buiten zat te roken. Hij nodigde ons uit om ook even te komen zitten en wij boden hem wat te drinken aan. Hij weigerde, want hij wilde trakteren. We schoven aan, namen wat te drinken en er ontspon zich zo goed en kwaad als het ging een gesprek. José was zijn hele leven automonteur geweest en ging elke dag naar San Sebastian heen en weer. Na zijn werkzame periode genoot hij van zijn pensioen, Hij woonde in een appartementje vlakbij het bejaardenhuis, was zijn hele leven vrijgezel geweest. Hij genoot van zijn dagelijkse beslommeringen, ’s Ochtends opstaan enz., een rondje wandelen, terrasje pakken met een kopje koffie, weer naar huis. In de late namiddag naar het restaurant in het bejaardenhuis en daarna weer een wandelingetje met als afsluiting een kopje koffie of een borreltje op een terras. En niet te vergeten zijn dagelijkse rokertje. José was gelukkig. En zijn eetadviezen…… de varkenspens en de varkensoren waren goed klaargemaakt.

Column Ineke de Boer: De Schulp

24 november 2023

Wat betekent “schulp” eigenlijk? Vroeger sloeg je dan het woordenboek open, in het ergste geval de dikke Van Daele. Jonge lezers zullen elkaar nu verbijsterd aankijken en zich afvragen over welke boeken ik het nu heb. Sorry! Tegenwoordig vragen we hulp aan meneer of mevrouw Google. Die stort dan de broodnodige kennis over ons heen.

Column Nico Knol: Er gebeurde een wonder

10 november 2023

Met een wonderlijke mix van West-Friezen en Noordelingen (A’dam-Noord) mocht ik 2 weken geleden met een nachtbus op bedevaart naar Lourdes. Jaarlijks organiseren Yvonne Heddes uit Ursem en ik een bedevaart naar deze wereldberoemde bedevaartsplaats aan de voet van de Pyreneeën. Op zondag 22 oktober op het einde van de middag kwamen de pelgrims samen met Yvonne en de chauffeur bij mij in Amsterdam-Noord om samen te eten voordat we op reis zouden gaan. Na het eten en voordat iedereen de bus in mocht, moest dat wonder op wielen eerst nog worden gezegend. Het was een splinternieuwe touringcar en de eigenaar van het reisbedrijf hecht waarde aan zo’n zegening.

Column Brigadier Bart: Zodra het alarm afgaat

17 november 2023

Als wijkagent vind ik dagelijks de aangiftes van ‘inbraak uit auto’ in mijn dagrapport. Het inbrekersgilde heeft het meestal voorzien op de Duitse automerken waar, in de nachtelijke uren, de navigatie, het stuur en/of de boordcomputer uit wordt gestolen. Zo vind ik op een dag een aangifte van wijkbewoner Martin. Ik lees dat de “ingewanden van zijn BMW” zijn gestolen. In het weekeinde daarop surveilleer ik door de wijk en zie ik dat Martin in zijn voortuin bezig is. Ik parkeer de politieauto, stap op Martin af en toon medeleven met het verlies van onderdelen van zijn dierbare object. “He Bart, loop even mee naar binnen, dan zal ik je iets laten zien”, zo begint Martin. Samen lopen we naar zijn laptop die op de tafel in de woonkamer staat. Hij klapt de laptop open en drukt op het driehoekje dat op het beeldscherm verschijnt. Een YouTube filmpje wordt gestart. “Kijk” zegt Martin. “Dit is wat mijn bewakingscamera aan de voorgevel van mijn woning heeft opgenomen.” Aandachtig bekijken we het filmpje. ‘s Nachts om 03.00 uur liep een man de oprit van Martin op, opende het portier van zijn BMW en ging achter het stuur zitten. Na twee minuten verliet hij de auto en verdween van het terrein. Zo’n 25 minuten later kwam dezelfde man terug. Hij had een rugzak bij zich. Hij nam weer plaats in de BMW van Martin en bleef daar ongeveer 20 minuten zitten. Toen de man de BMW verliet, zag de rugzak er gevuld uit. Toen Martin die ochtend bij zijn auto kwam, bleek het stuur en de boardcomputer te zijn verdwenen. Martin was “stuurloos” geworden. De auto van Martin staat inmiddels bij de garage en ik vertel dat hij mogelijk een zogenaamde ‘donorauto’ heeft. Het apparatuur van de BMW wordt nu vervangen maar het inbrekersgilde weet dat en na een paar maanden komen ze weer terug, zo wist ik uit ervaring. Er was iets vreemds aan de hand. Normaliter branden de knipperlichten als de auto van het alarm wordt gehaald, maar volgens de bewakingscamera’s waren de knipperlichten niet gaan branden. Dat was vreemd en Martin vermoedt dat het alarm was omzeild, mogelijk was de BMW met een computer gehackt. Een paar weken later word ik weer door Martin gewenkt tijdens mijn surveillance. “Bart, ik heb iets briljants bedacht”, zo begint Martin. “Ik heb een bewegingssensor van mijn woning in de auto gelegd. Zodra het woningalarm er ‘s nachts op gaat, staat ook de BMW onder hetzelfde alarm. Als er weer in mijn auto wordt ingebroken, gaat het huisalarm af en word ik geattendeerd op onraad. Dit zou een inbraak in mijn auto moeten voorkomen en…”, zo ging Martin verder, “ik heb een geintje uitgehaald. Ik heb de sproei-installatie van de oprit op het alarm gezet. Zodra het alarm afgaat, gaan de sproeiers op volle kracht water sproeien. Mocht het gebeuren dat er weer wordt ingebroken in mijn auto, dan bel ik 112 en dan moeten jouw collega’s zoeken naar een persoon waarvan het lijkt of die met z’n kleren aan onder de douche heeft gestaan.” Een paar maanden later, op een droge zomernacht, wordt een man aangehouden. Het lijkt wel of hij in de regen had gestaan. Hij heeft alleen een lege rugzak bij zich. Bij een onderzoek in zijn woning wordt een grote hoeveelheid auto-onderdelen aangetroffen. Martin, briljant, bedankt voor de tip.

Column John de Waard: 11 november is de dag…

10 november 2023

Maar wie doet het nog?

In vroeger jaren was Sint Maarten een dag om naar uit te kijken: met een lampion (of zaklamp) en een zo groot mogelijk tas de deuren langs om snaaiwerk op te halen.

Column Els Rosenmöller: Vrijdag de 13e

3 november 2023

Het was druk bij ons, de maand oktober. In de eerste week overleden er drie gasten. De week erna waren er twee gasten die een uur na elkaar stierven. Een mooie uitgeleide bij het vertrek van onze overleden gast is voor ons belangrijk. Met liefde ontvangen we onze gasten en met eerbied doen we hen uitgeleide. Zo ronden we af, zo laten we de naasten met onze gast verder gaan met alles wat zij nog voor de boeg hebben.

Column inspecteur Peter-Jan: Wat als de man ….?

3 november 2023

Bijna dwars door de deur heen dendert een man het politiebureau binnen. Hij is woest en slaat hard met zijn vlakke hand op de publieksbalie.

Column Nienke Richard – Jaquet: Winter

17 november 2023

In haar onlangs verschenen boek “Voetstappen van toen” vertelt Nienke Richard-Jaquet (dochter van “meester” Otto Jaquet) over haar gelukkige jeugd in Egmond aan Zee in de jaren 60. Kolenkachel Vanochtend komt er waterdamp uit mijn mond. Het is winter. Zodra de temperatuur onder het nulpunt daalt, en dat gebeurt nogal vaak tussen december en februari, moet ’s avonds de waterleiding afgetapt worden. Met alleen een kolenkachel in de woonkamer als warmtebron in huis, kunnen de leidingen bevriezen. We hebben in de badkamer wel een straalkacheltje dat gloeiend rood wordt als ik aan het touwtje trek dat als schakelaar dient, maar dat is niet genoeg. Zo komt het dat ik pappa voor hij naar bed gaat het trappetje naar de kelder hoor afstommelen. Hij sluit de hoofdkraan af en scharrelt weer naar boven om de kranen in de keuken en in de badkamer open te draaien. Gevuld met lucht in plaats van water kunnen de leidingen niet bevriezen. ’s Ochtends doet hij het tegenovergestelde: kranen dicht, hoofdkraan open. Het gorgelende geluid van stromend water maakt me langzaam wakker. Ik hoor nog meer gerommel. Hij pakt de kolenkit, gaat naar buiten, opent het kolenhok en vult de emmer met het zwarte goud. Met een beetje geluk zijn er nog een paar warme sintels van de vorige avond over die, zodra hij het deurtje van de asla aan de onderkant van de kachel opent, gaan gloeien. Daarna laat hij voorzichtig van bovenaf een laagje kolen op dit vuurtje vallen, niet te veel om het niet te doven. Al met al een hele kunst. Dankzij de dikbuikige aluminium waterketel die de hele dag op de kachel staat, zijn de thee en koffie voor het ontbijt in een handomdraai klaar. Fonkelend in het begin heeft de ketel door de jaren heen zijn glans verloren. De onderkant is zelfs roetzwart. Nog niet zolang geleden is de houten handkoffiemolen vervangen door een elektrische, minder vermoeiend maar een stuk luidruchtiger! Nu ben ik helemaal wakker. Ik wil opschieten, want met deze vrieskou kan ik voor schooltijd op het schoolplein schaatsen. Schaatsen Al een paar avonden tevoren zijn de leerkrachten met een paar ouders bezig geweest het schoolplein nat te spuiten. Nu ligt er een mooi laagje ijs, waar ik me samen met trossen enthousiaste leerlingen naar toe haast. Mijn houten schaatsen hebben leren riempjes, die ik strak om mijn schoenen moet binden. Met halfbevroren vingers, ik heb mijn wanten uitgetrokken voor dit lastige karweitje, is dat niet gemakkelijk. Daar sta ik op het ijs, eerst nog wat wankel, maar na een paar slagen heb ik al snel het juiste ritme te pakken. Na een eerste rondje los, pak ik de hand van een vriendinnetje vast. Met een big smile, genieten we van dit moment van vrijheid tot de bel gaat. Het is even wennen om weer te lopen na het schaatsen. Ik heb een paar minuten nodig om het idee dat ik zweef en mijn benen niet onder controle heb kwijt te raken. Terug in de schoolbank beginnen mijn vingers zo te tintelen dat netjes schrijven vanochtend moeilijk zal zijn. Zodra het een paar nachten achter elkaar vriest, is heel Nederland in de ban van het schaatsen. Enkele waaghalzen durven al, maar ik moet nog een paar dagen wachten voor ik op het echte natuurijs mag. Eindelijk is het zover. Ik stop een laag kranten tussen mijn hemd en mijn trui en trek mijn dikste jas aan. Met wollen muts, sjaal en wanten ben ik zo tegen de kou opgewassen. Ik klem mijn schaatsen onder mijn snelbinders, terwijl ik ja knik - of nee schud - op alle goedbedoelde raad van mijn ouders. Tien minuten later zet ik mijn fiets tegen een hekje waar ik overheen klim. Een netwerk van grijs-bevroren sloten strekt zich voor me uit. Ik ben blij met het gevoel van vrijheid, maar ook met het idee dat ik niet de enige op het ijs ben. Daar zie ik een groepje klasgenoten. Ik schaats snel naar ze toe en sluit me aan. Omringd door andere schaatsers voel ik me een stuk veiliger. Het ijs ziet er stevig uit, maar je weet maar nooit. De dag ervoor heeft de meester nog een keer uitgelegd wat je moet doen als je in een wak terechtkomt. Je moet dan naar boven kijken om het gat te vinden waardoor je uit het water kunt komen. Ik zou dan dus naar de plek die donkerder is dan de rest moeten zwemmen en bidden dat er dan iemand is om me uit het water te trekken. Laten we hopen dat me dat nooit overkomt! Ik zet dit angstige idee uit mijn hoofd, mijn hoofd dat lekker warm blijft onder mijn lievelingsmuts. Oma heeft hem gehaakt met dikke, ongebleekte wol. Een kwastje bovenop zwaait met iedere slag ritmisch mee. De muts kriebelt een beetje, maar dat is niets vergeleken met het gevoel van opperst genot midden in de natuur. Ik adem diep de fris-tintelende lucht in en glij moeiteloos over het ijs tussen de wit berijpte weilanden die glinsteren in de bleke zon. Een molen in de verte maakt deze ansichtkaart compleet. Bevroren zee Het is koud deze winter, maar het is niets vergeleken bij de winter van 1963, drie jaar terug. Het vroor toen zo hard en zo lang dat zelfs de zee was dichtgevroren. Ik herinner me als de dag van gisteren hoe dik ik die dag op het strand was ingepakt. Een ijsveld strekt zich voor me uit, een warboel van ijsschotsen bedekt met iets dat op slagroom lijkt. Wat ik zie is onwerkelijk, maar wat me het meeste opvalt is de stilte. De vorst heeft de getijden getemd, de branding bestaat niet meer. Lopen op deze ijzige massa is niet gemakkelijk. Het oppervlak ligt schots en scheef, de valstrikken zijn onzichtbaar. Ik doe mijn best zo voorzichtig mogelijk over het ijs te stappen, maar luchtbellen hebben het hier en daar verzwakt. Ik hoor het kraken en mijn voet zakt weg. Gelukkig is het water niet erg diep maar wel heel koud, ijskoud! Ik schreeuw van verbazing en pijn als het mijn gevoerde laarsje insijpelt. Pappa, die gelukkig mee was op deze expeditie, trekt me omhoog en draagt me naar de auto. Hij trekt mijn laars en mijn doorweekte sok uit en laat de motor loeien om zo snel mogelijk thuis te komen. De volgende keer is het handballen geblazen. Wil je het hele boek lezen? Neem contact met me op via [email protected]

Column John de Waard: Liever een mobiele telefoon dan seks

27 oktober 2023

Je ziet het alle dagen om je heen: mensen die op hun smartphone zitten, verdiept in, ja waarin eigenlijk? Het gebruik van die mobiele telefoon gaat steeds verder. Zo ver zelfs dat je gerust kunt spreken van een serieuze verslaving. Tenminste bij een flink deel van de bevolking. Zo blijkt uit onderzoek van Alexander Klöpping (Motivaction) dat bijvoorbeeld 49 procent van de jongeren liever nooit meer seks wil dan nooit meer een smartphone. Tja, wat moet je daar nu van denken? Als die trend zich doorzet sterven we dus sowieso uit. Is het niet doordat de aarde simpelweg vergaat vanwege allerlei natuurextremen, dan is het blijkbaar doordat de mens geen zin meer heeft om zich voort te planten en liever naar een schermpje kijkt naar iemand die op TikTok denkt een onthoofde kip nog een uur te kunnen laten rondlopen. Of zo. Het ‘probleem’ doet zich overigens niet alleen bij jongeren voor. Ook de rest van telefoon kijkend Nederland ziet zich voor een dilemma geplaatst wanneer hen de vraag wordt voorgelegd of ze liever nooit meer seks hebben dan nooit meer een smartphone. Maar liefst (gemiddeld) 31% van de mensen kiest dan voor nooit meer seks. Er is wel een verschil tussen mannen en vrouwen: 20% van de mannen zou liever nooit meer seks hebben. Bij vrouwen is dat percentage veel hoger: 41%. Er is overigens al eens eerder onderzoek gedaan naar de rol van een mobieltje en het seksleven (ik bedenk het niet, ik lees alleen maar veel): daaruit zou blijken dat – als er dan wel seks is – die seks geen reden is om het mobieltje opzij te leggen. Voor de vrouw dan. Dat onderzoek (Moms&Media2) laat zien dat toch nog 12 procent van de vrouwen stiekem op het schermpje kijkt tijdens de seks. Nou breekt mijn klomp: krijgen wij mannen al jarenlang, wat heet, al sinds het ontstaan van de evolutie, het imago opgeplakt dat wij maar aan één ding denken, blijkt dat vrouwen precies hetzelfde zijn. Ze denken alleen aan een ander ding. Maar dat doet er niet toe, het gaat om het principe. Hoe ze het echter voor elkaar krijgen om tijdens de seks toch nog op een schermpje te kijken is mij echter een raadsel. Die schermpjes worden steeds kleiner en steeds drukker, dus steeds moeilijker te lezen. Dat heb je dan toch door als man? Hoe ver kun je zo’n telefoon van je af houden om de tekst toch nog te kunnen lezen? Denk je net een knallende ruzie te kunnen rechtzetten met stevige goedmaakseks (want dat schijnt de beste seks te zijn volgens weer een ander onderzoek van psycholoog Seth Meijers in Psychology Today) zit je vrouw net buitenradar te checken. Dan zie ik de bui al weer hangen. John de Waard

Column Johan Sombroek: De vuurdoop

27 oktober 2023

Op een zaterdag eind 80er of begin 90er jaren ging ik mee met een groep Egmonders om te vissen op het wad. Op de toen nog zo genoemde Kerkeveiling met o.a. de fantastische veilingmeester Kees Baaij had ik een vistocht op het wad geveild. Jan Sprenkeling Sr. had voor busjes gezorgd, om de hele groep veilig te vervoeren van Egmond naar Den Oever, waar de boten klaarlagen van Theo Groot en Jan de Groot.

Column Gerard Walters: Door de ogen van een bezoeker

20 oktober 2023

Ik ben lid van een mannenclub waarvan de leden de 65 jaar al lang achter zich hebben gelaten. De meesten kijken terug op een lang werkzaam leven in zeer uiteenlopende beroepen. Tussen landbouwers, verplegers, techneuten, bankiers en onderzoekers ben ik als kok misschien wel een buitenbeentje. Maar door mijn kijk op een aantal actuele zaken voel ik mij als een vis in het water en zie er elke keer weer naar uit om naar de maandelijkse “praatavond” te gaan.

Column Rob Hoogland: En in Alkmaar tuint zo’n dorknoper erin

13 oktober 2023

Luister, ik droom ook weleens weg. Deze jongen doet dan wel altijd zo bijdehand, maar niets menselijks is hem vreemd.

Column Joke Kolkman: Over vrede

20 oktober 2023

Ze zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegscharen en hun speren tot snoeimessen en zij zullen de oorlog niet meer leren.

Column Els Rosenmöller: Aftellen

6 oktober 2023

Nico wil me nog even spreken. Ik weet dat Nico diezelfde middag rond 17.00 uur een slaapmiddel krijgt toegediend door de huisarts om slapend de laatste zware loodjes van zijn levensweg te volbrengen. Ik had niet verwacht dat Nico nog in gesprek wilde, we hadden immers al afgesproken dat ik zijn verhaal zou verwerken in een column. Maar ook in zijn laatste kostbare momenten wil hij juist nog delen wat hem beweegt en wat hij ervaart op zijn sterfbed.

Column wijkagent Michael: Ik kan er met mijn hoofd niet bij

29 september 2023

“Ik zit thuis lekker op de bank als mijn pieper afgaat. Het is een oproep van de ME. ‘Daar gaat mijn vrije dag’, denk ik. Ik pak snel alles bij elkaar en ga richting Amsterdam. Als ik aankom bij de opkomstlocatie zie ik de eerste ME-bussen al met loeiende sirenes en piepende banden wegrijden. Ik spring de bus in en hoor via de portofoon dat het een grote chaos is bij de Arena. Collega's worden bekogeld met stenen en hebben traangas ingezet. Ik probeer in een al rijdende ME-bus mezelf achterin om te kleden. Net voordat we bij de Arena aankomen doe ik mijn gasmasker en helm op om de strijd aan te gaan. Ik hoor de klappen tegen de bus en zie overal stenen op straat liggen. Ik denk: ‘Zo, die collega's hebben het echt even voor de kiezen gehad hier.’ Ik stap uit en ga in de linie staan.

Column Nienke Richard-Jaquet: Strand

13 oktober 2023

Het is curieus te bedenken dat we op vijftien minuten lopen van het strand wonen en daar toch eigenlijk nooit naar toe gaan. Maar vandaag is het dan eindelijk zover. Feest! Ik rol mijn badpak in mijn handdoek, vul mijn veldfles met water en haal mijn lievelingsbal uit de schuur. Omdat hij niet in de mand met de rest van onze spullen past, klem ik hem onder mijn linkerarm. Met mijn rechterhand sleep ik een schep achter me aan. Vonken vliegen alle kanten op als het ijzer over het plaveisel schraapt en als Klein Duimpje laat ik witte sporen achter op de grijze stoeptegels. Ik ben de enige die geniet van het schrapende gekras op de klinkers en ik krijg dan ook snel het bevel van mijn ouders hier onmiddellijk mee te stoppen. De koloniehuizen Met ons vijven passeren we een paar koloniehuizen, grote gebouwen waar sinds het begin van de twintigste eeuw kinderen uit arme arbeiderswijken van de grote steden een paar maanden komen doorbrengen. Dankzij zonlicht, zeelucht, beweging, gezonde voeding, rust, reinheid en regelmaat zullen deze ‘bleekneusjes’ hier gezondheid opdoen. Voor het perfect symmetrische gebouw aan de rand van de duinen speelt een groepje kinderen in een enorme zandbak. Ze zien er inderdaad bleek en magertjes uit en sommigen kijken triest uit hun ogen. Het moet niet gemakkelijk zijn uit je familie weggerukt te worden en met volkomen vreemden samen te leven. De grote slaapzalen die ik op de twee bovenste verdiepingen meen te zien, zullen niet veel ruimte voor privacy overlaten. Het stille strand Er zijn meerdere afgangen naar het strand. Wij nemen de rustigste afgang, Bad Noord, om snel aan de drukte aan de voet van de trappen te kunnen ontsnappen. We banen ons een weg door de gekleurde lappendeken van blauwe en oranje windschermen en gele rieten strandstoelen. De zoetige lucht van zonnebrandolie stijgt op uit de berg gebruinde en ingevette lichamen. Die geur blijft in mijn neus hangen terwijl we in ruim een kwartier naar het ‘stille strand’ lopen. Het is eb. Ik trek mijn schoenen uit om door het zwinnetje te stappen naar het harde zand van de zandbank. Aan de rechterkant glinstert een rij witte strandhuisjes in de zon. Links kabbelen de bruine golven van de Noordzee. Ze lijken ongevaarlijk in dit seizoen, maar “stille waters hebben diepe gronden”. Van jongs af aan hebben we op school geleerd op te passen voor muien, een gevaarlijke stroming tussen twee zandbanken. Als je dan toch door zo’n stroming wordt meegesleurd, moet je vooral rustig blijven, op je rug met de stroom meedrijven, niet proberen terug te zwemmen of weerstand te bieden. Verderop kan je met de golven mee weer naar het strand terugzwemmen. Je verzetten betekent uitputting en verdrinking. Ik wring me in allerlei bochten om mijn badpak aan te trekken zonder aan iedereen mijn blote billen te laten zien. Om me te helpen slaat mamma, die met vooruitziende blik haar bikini thuis al heeft aangedaan, haar handdoek als een tent om me heen. Daarna smeert ze me in met een dikke laag zonnebrandolie, die weliswaar beschermt tegen de zon, maar ook als een magneet het fijne zand aantrekt. Ik spreid mijn badlaken uit naast die van de rest van de familie en ga lui liggen, met mijn hoofd naar het duin en mijn tenen uitgestrekt naar de zee. Na tien minuten zonnebaden begin ik me al te vervelen. Ik kijk met smekende blik naar pappa, die zich ook niet lijkt te vermaken, en wijs naar de zee. Met alleen zijn gebruinde onderarmen steekt hij bleek af tegen de rest van de strandgangers. Maar wat maakt het uit? Het kan hem niet schelen en mij ook niet. Hand in hand rennen we naar zee. Verrast door het koude water stoppen we na een paar stappen. “Pas op!”, schreeuw ik voor de hoge golf die aan komt denderen. Teruglopen kan niet meer en een seconde later worden we overspoeld. Ik gil het uit van angst en plezier tegelijk. Hoe dan ook, zolang ik pappa’s hand vasthoud kan me niets overkomen. Lachend maken we sprongetjes over de schuimende branding en durven daarna iets verder de zee in te gaan. Zonder elkaar los te laten, drijven we met uitgestrekte armen en benen op onze rug, koppen in de zon. Nu zijn mijn zusjes aan de beurt. Ze staan al een poosje ongeduldig te wachten aan de waterkant. Het water in het zwinnetje, dat op de heenweg fris leek, voelt nu lauw aan, een beetje als thee die je vergeten bent op te drinken. En niet alleen de temperatuur doet aan thee denken. De algen geven de Noordzee een bijna ondoorzichtige bruine kleur. Het zandkasteel Ik ga op mijn buik op mijn handdoek liggen om op te drogen en op te warmen. Ik pak een handje van het witte zand en laat het tussen mijn vingers doorglijden. De zandkorrels waaien alle kanten op dankzij het briesje dat hier altijd waait, zelfs hartje zomer. In een opwelling spring ik op, grijp mijn schep en ren naar de waterkant. Daar aangekomen roep ik om hulp want in mijn eentje gaat het me niet lukken een dijk te bouwen. Het wordt zo vloed en ik wil proberen het stijgende water tegen te houden. In een koortsachtig tempo schep ik het zand omhoog terwijl mijn zusjes me helpen door met hun plastic emmertjes zandtaartjes te bakken en die boven op de dam te kieperen. Als we vinden dat onze constructie hoog genoeg is, beginnen we hem te versieren. We verzamelen schelpen, een paar scheermesjes maar vooral kokkels. We hoeven ons maar te bukken om de honderden gestrande, geribbelde schelpen op te rapen en in de schuine kant van de dam te drukken om onze voorletters te schrijven. Ons kunstwerk wordt compleet met een paar gejutte stokjes die dienstdoen als vlaggenstokken. We hangen er wat algen aan, die als wimpels wapperen in de wind. Verscholen achter ons fort houden we het wassende water in de gaten. Langzaam maar zeker komen de golven dichterbij. Daar zijn ze, aan de voet van onze vestingmuur. Ze beginnen frontaal de fundering uit te hollen, maar maken dan een schijnbeweging naar de zijkanten, die we hals over kop versterken. Het water vult de kuil waarin we zitten. Toch vertikken we het ons schip, dat nog weigert te bezwijken, te verlaten. Van verre zien we een hogere golf aan komen rollen. Onder luid gejuich spoelt de hele dam weg. Binnen de kortste keren is er niets meer van over. Als laatste zien we de drie masten in een draaikolk verdwijnen. De volgende keer is het winter en gaan we schaatsen. Wil je het hele boek lezen? Neem contact met me op via [email protected]

Column Kim Klaver: Koek, cake en taartjes

6 oktober 2023

We gaan even terug naar het jaar 2006. Een jong gezin rijdt in een oude Rover over de A9 van Amsterdam richting Alkmaar voor familiebezoek. Twee kinderen in autostoeltjes achterin, een jongen van 4,5 en een meisje van 3. Vader en moeder voorin. Zo rond Uitgeest schalt Bloed, Zweet en Tranen van good old Hazes door de speakers en we zingen allemaal heel hard mee, de kinderen met die schattige stemmetjes op hun aller hardst.

Column Peter van Vleuten: Kretologie

29 september 2023

Al meer dan 30 jaar verdien ik mijn brood met teksten maken. Ik heb mensen investeringen aangesmeerd, handleidingen geschreven voor dermatologisch getest glijmiddel, interviews gedaan met neurologen en parkeerwachters, verkoopbrochures gemaakt voor automerken, actieflyers voor milieugroepen en standaardbrieven voor klachtenafdelingen waar je alleen de naam en het adres van de klager nog zelf hoeft in te vullen. Ik heb columns geschreven namens BN’ers die dat zelf niet konden of er geen tijd voor hadden, ik heb afscheidsspeeches geschreven namens captains of industry die zelf geen inspiratie of fantasie hadden (u zult ervan schrikken hoeveel dat er zijn). Kortom: als er tekst moet zijn, kan je mij bellen. Waarom ik dat al die tijd heb gedaan? Tja, het is gewoon werk. It pays the bills. En tegenwoordig hou ik het erop dat ik commercieel tekstschrijver ben om te zorgen dat ik muzikant en songwriter kan zijn.

Column John de Waard: oplopende spanningen meten met een horloge

22 september 2023

De technologische ontwikkelingen gaan maar door. Of het nu gaat om je computer, je telefoon of, zoals in het geval waar ik het even met u over wil hebben, je horloge. Er was een tijd dat je een horloge had om te weten hoe laat het was. Zodat je op tijd op afspraken zou komen. Dat is tegenwoordig niet meer aan de orde. Of mensen nog op tijd op afspraken zijn weet ik niet, maar daar is het horloge inmiddels niet meer voor bedoeld. Het gaat om van alles, behalve kijken wat de tijd is.

Column Peter de Waard: de Koffiemolen

15 september 2023

Omdat er in mijn jeugd nog weinig televisie was - alleen een kinderuurtje met Mik en Mak op woensdagmiddag - moesten we ons zien te vermaken met jeugdboeken. Na het lezen van Cervantes' boek over de Man van La Mancha vond ik het eigenlijk onrechtvaardig dat Don Quichot niet van de windmolens mocht winnen. Voor antihelden koester ik nu eenmaal meer sympathie dan voor helden. En na een bezoek met mijn ouders aan de Molendriegang in de Schermer begreep ik wel dat Don Quichot ze zag als enge monsters. Je moest naar boven kruipen via gammele ladders naar bekrompen en donkere ruimtes waar allerlei vervaarlijke vijzels, schoepen en radaren bewogen. Als je daar als kind je hand tussen zou krijgen, zou die meteen verbrijzeld zijn. Zelf was ik overtuigd dat als ik er zou wonen binnen twee weken een dodelijke klap van een van de wieken te krijgen. 'Slopen die reuzen', riep ik nadat was uitgelegd dat ze eigenlijk nutteloos waren omdat er inmiddels een elektrisch gemaal was. Ik wreef ook in mijn handen toen de desolate Molen van Berkhout tussen Egmond aan Zee en Egmond aan den Hoef in de jaren zestig verviel tot horecagelegenheid De Koffiemolen en zijn wieken verloor. 'Dank u, God. Laat Petrus het even melden aan Don Quichot hoog in de hemel. De Spanjaard maakt zeker een vreugdedansje, hoewel hij, zoals iedereen in de hemel, al eeuwig gelukkig zal zijn', bad ik, want toen ging ik nog verplicht naar de kerk. Helaas viel ik later van mijn geloof. Vervolgens werd Nederland volgezet met van die windmolens die duurzame energie moeten opwekken. Vorige week zondag reed ik naar Friesland door de landschaponterende en horizonvervuilende witte reuzen van het digitale tijdperk. Opvallend was dat de wieken zelden draaiden. 'Zal wel onderhoud zijn', zei ik. 'Misschien hebben we te veel energie', kreeg ik als antwoord. 'Ja, maar zo halen we nooit de doelstellingen van Parijs', concludeerde ik. Misschien zou ik op deze leeftijd tenminste de oude molens wel weten te waarderen - molens die dateren uit de tijd dat de waterhuishouding in de polders nog door windkracht werd geregeld. En afgelopen weekeinde was er toevallig Monumentendag waarbij ook de molens in de Egmondermeer waren opengesteld. Er voer zelfs een bootje van de Wimmenummer molen naar de Philisteinse molen, zo las ik op Flessenpost. Dat leek mij wel een leuke besteding van deze snikhete dag. Ten slotte zijn molens ongeveer het enige erfgoed dat in dit dorp echt wordt gekoesterd, want het Egmondse café van amper honderd jaar oud gaat binnenkort tegen de vlakte zonder dat ook maar een van de voormalige stamgasten een actiegroep 'Red het Rode Hert' of 'Kippennek Forever' heeft opgericht. 'Maar met die gratis boottocht wordt dat een stormloop', zei mijn vrouw, 'want bij dit weer wil iedereen op Monumentendag liever varen dan in een oud stoffig pand bivakkeren.' 'Ach, laten we kijken. Het is minimaal een mooie fietstocht door de polder.' De toegang tot de Winnummer Molen moest ergens aan de Kolonel Sneepweg zijn bij de voormalige munitie-opslag. Ik verwachtte een lange rij fietsers zodat de route zich vanzelf zou wijzen. Niets was minder waar. Er was niemand anders op zoek naar de molen, zodat we zelf onze weg moesten zien te vinden door het grootgrondbezit van Dirk Kat. 'Te warm', verklaarde de molenaar bij aankomst het gebrek aan belangstelling. Het voordeel was dat wij met alle égards werden ontvangen met koffie, frisdranken en speculaas. Twee jonge aspirant-molenaars - blij met bezoekers - leidden ons rond, want zij hebben de ambitie om in de toekomst om als molenaar op de lijst van Unesco immaterieel erfgoed te komen. 'Dit is een schepradmolen', legde de 13-jarige Kalle de Wijn uit. Volgend jaar begint hij met zijn molenaarsopleiding in Culemborg, maar nu al bleek hij meer te weten van molens dan generaal bd Mart de Kruif van Oekraïense troepenbewegingen. Haarfijn legde hij uit hoe de molen precies het water verwerkte. Daarna toerde mee met een boot door het torenhoge riet naar de Philisteinse molen, waar ooit de familie Hof met negen kinderen - slapen in een kringetje - verbleef. Ik herbeleefde mijn oude klim naar de top van de molen in de Schermer. Het was nog steeds kruip-door-sluip-door, hetgeen niet meeviel voor een 68 jaar oude man wiens spieren tegenwoordig door Barbara de Loor in conditie moeten worden gehouden omdat Olga Commandeur het al niet meer lukt. Maar dit keer leverde ik mij veilig uit aan een 13-jarige jongen. Boven was er tenminste een mooi vergezicht over de Egmondermeer. Ik keek of er ergens een ridder te zien zou zijn die de molen zou bevechten en revanche zou nemen. Maar die was in geen velden of wegen te bekennen. Wel was ik eigenlijk verbaasd dat ik deze polder zelf zo laat ontdekte. Jarenlang was ik er over de Hoeverweg doorheen gefietst zonder veel erg in het mooie landschap te hebben gehad, de fuut hebben zien zwemmen of op de molens te hebben gelet. Misschien moet ik toch mijn mening over de molens bijstellen. Ik wil nu de jeugdzonde wegspoelen en zou ervoor zijn om de Koffiemolen in volle glorie te herontwikkelen als horecagelegenheid, nu Egmond aan den Hoef binnenkort geen café meer heeft. Van mij mogen de wieken er dan weer aan. Molens en tulpen - het zou een mooi visitekaartje zijn voor Egmond want dat willen buitenlandse toeristen nu eenmaal zien. Don Quichot was maar fictie. Nu hebben we gelukkig 24 uur televisie op 60 netten. Plus You Tube, zodat ik ook Mik en Mak kan terugzien.

Vakantiecolumn Rob van de Pas: Griekenland?! Ach, zo gek nog niet…

8 september 2023

Het zou haar droomvakantie worden. Weekje zeilen in Griekenland op de boot van goede vrienden en aansluitend nog een dag of wat chillen in een huis met zwembad ergens aan de kust van Corfu. Bovenal had ze het voor elkaar gekregen om twee schier onmogelijke opties met elkaar te combineren. Met haar Robbie, ná 25 jaar aandringen, naar Griekenland en hem dan ook nog een dag of wat laten slapen, douchen, eten en drinken op een varende sleephut. Gelukkig wel een met alles erop en eraan. Drie hutten, twee badkamers, keuken en een salon met een loungebank. Een soort Tabbert met een dikke Volvomotor er in.

Column Els Rosenmöller: Zomaar een zomerse dag

8 september 2023

Het is zomer en stiekem ben ik blij dat we de ramen in het kantoor van de vrijwilligers en verpleegkundigen hebben vervangen door openslaande deuren. Ik was de enige die er niet veel voor voelde. Het was een aardige duit uit het zakje.

Column Peter van Vleuten: Stokpaarden en trapveldjes

15 september 2023

Toen de Zweedse songwriter en producer Max Martin tijdens de Grammy Awards werd bedolven onder de prestigieuze prijzen, had hij een opvallend dankwoordje klaar. Max, die inmiddels net zoveel nummer-1 hits heeft gescoord als The Beatles, kwam niet met de standaard bedankjes aan platenlabels, collega’s en familie.

Column Nico Knol: Groeten uit ‘Noord’

1 september 2023

Het is een gezellige boel daar beneden. Ik zit op m'n werkkamer boven in de pastorie en een groep van 23 jongeren tussen de 18 en 22 jaar zijn in de grote zaal bezig met het schilderen van Bijbelse afbeeldingen. Er was een schaal met balletjes waarop we beschreven hadden wat ze moesten schilderen. Met de ogen dicht greep iedereen een balletje en kon het werk beginnen. Al heel handig hadden ze hun telefoon erbij genomen en zochten op internet naar de meest passende afbeelding die bij de opdracht hoorde.

Column VVN: Graag aandacht van weggebruikers voor schoolgaande jeugd

1 september 2023

Vanaf maandag 4 september zijn alle scholen weer begonnen

Veilig Verkeer Nederland doet - traditiegetrouw - na de zomervakantie weer een oproep aan alle weggebruikers om rekening te houden met toegenomen drukte door schoolgaande jeugd. Ze hebben er zelfs een hele campagne aan gewijd. Gezamenlijk willen we iedereen oproepen om op een verantwoordelijke manier te rijden en een gepaste snelheid aan te houden. Het is na de zomervakantie een stuk drukker in het verkeer. We zetten ons in om alle kinderen zo goed mogelijk voor te bereiden op een veilige start. Door onze krachten te bundelen kunnen we landelijk genoeg aandacht vragen voor deze belangrijke campagne. Maar weinig mensen weten dat er vlak na de zomervakantie opvallend veel verkeersongelukken plaatsvinden. Met name onder scholieren. Deze negatieve trend willen we een halt toeroepen. En daar hebben we héél Nederland bij nodig. Dus ook jou! Op deze pagina lees je hoe je het verkeer voor scholieren juist in augustus en september veiliger maakt. Meedoen is makkelijk!

Column Nienke Richard-Jacquet: Paling en haring

22 september 2023

Column Nienke Richard-Jaquet: Paling en haring In haar onlangs verschenen boek “Voetstappen van toen” vertelt Nienke Richard-Jaquet (dochter van “meester” Otto Jaquet) over haar gelukkige jeugd in Egmond aan Zee in de jaren 60. De verjaardag Mijn jongste zusje is jarig. Maartje zit op de ereplaats aan het hoofd van de tafel op haar met vlaggetjes versierde stoel. Het is vandaag zondag, we nemen dus alle tijd voor een feestelijk ontbijt voordat onze eregast arriveert. Later deze ochtend zal pappa’s moeder komen. We noemen haar oma Amsterdam omdat ze daar woont. Het is voor haar een hele expeditie om naar Egmond aan Zee te reizen. Eerst de tram, dan de trein en uiteindelijk de bus om dit feest hier te komen vieren. Dat verdient toch wel een speciale lunch. De visrokerij Voor dit feestelijke middagmaal word ik erop uitgestuurd. Niet ver van huis vandaan, aan de voet van de uitkijktoren, is een visrokerij, een laag bakstenen gebouwtje met een zware houten deur. Door het met roet geblakerde raam onderscheid ik vaag de palingen. Door hun kop geregen hangen ze aan metalen pinnen langzaamaan te garen in de rook. Ik adem de scherpe lucht in die tussen de dakpannen door ontsnapt en moet ervan hoesten. Ik bons op de flessengroene deur, die na een tijdje opengaat. Ik ben een beetje bang voor de verkoper in zijn vette overall. Hij heeft zwarte strepen op zijn wangen en dikke druppels zweet parelen op zijn kalende voorhoofd. Hij overhandigt me de krant waarin hij mijn bestelling, een pond goudkleurig gerookte paling, druipend van het vet, heeft verpakt. Door het roken wordt de paling echt een lekkernij. Je kan de vis zo ook langer bewaren, een noodzakelijke techniek vóór de uitvinding van de koelkast. Een andere manier om te conserveren wordt al eeuwenlang gebruikt voor haring, direct aan boord van de kotters. Zodra de vissen aan boord zijn, worden ze gekaakt. Met een speciaal mesje verwijderen de vissers de kieuwen en de ingewanden. Alleen de alvleesklier laten ze zitten, want de enzymen uit die klier laten de haring rijpen. Tenslotte wordt de haring ondergedompeld in tonnen met pekel en bewaard. Het vispaleis Haring staat ook op mijn boodschappenlijstje. De volgende etappe is dus Vispaleis Ab Dekker, aan het einde van de Voorstraat, niet ver van het strand. Het is minstens een kwartier lopen vanaf de visrokerij die gerund wordt door Jan en Gerard Dekker. Vast familie van Ab bedenk ik, maar ik ben veel te verlegen om straks die vraag te durven stellen. Het is half november, dus ik haast me, want in mijn zondagse jurk bibber ik van de kou. De ijzige wind waait dwars door mijn wollen maillot heen. Ik haast me ook om oma’s aankomst niet mis te lopen. Met mijn tweede pakje onder de arm, zes haringen verpakt in vetvrij papier, draaf ik naar huis. Oma Uit de verte zie ik oma al aan komen hobbelen. Ik ren naar haar toe, vlij me in haar armen, wrijf mijn wang tegen haar bontmantel (die een beetje prikt) en laat me knuffelen. Liefdevol noemt ze mij haar Poppedijn. Arm in arm leggen we de laatste meters af tot aan de voordeur, waar oma wordt omhelsd door de rest van de familie. Ze heeft amper de tijd om haar jas uit te trekken en op de bank neer te ploffen. Met mijn twee zusjes, die door oma Rozemarijn en Vrouwtje Ulebuut zijn gedoopt, aan weerskanten van haar, wordt de taart met drie kaarsjes binnengebracht. Het feest kan beginnen! De volgende keer is het zomer en gaan we naar het strand. Nienke Richard-Jaquet (Wil je het hele boek lezen? Neem contact met me op via [email protected])

Column Rob van de Pas: Ben ik een zevenvinker?

25 augustus 2023

Tja, de vraag stellen is in dit geval de vraag toelichten. Wat is een zevenvinker? Nou, een zevenvinker is volgens mijn vriend, boekjesschrijver, journalist, antropoloog en Arabist Joris Luyendijk (51) het volgende wezen [lees: homo sapiens] op twee benen:

Column Peter van Vleuten: Band of Brothers

25 augustus 2023

In een band zitten is een zeldzaam fenomeen. Als je het al ergens mee kunt vergelijken, doet het denken aan de onbreekbare banden die oorlogsveteranen en ex-militairen hebben met hun kameraden in het legeronderdeel van ooit. Ook in het leven na die intense hoogtijdagen blijft de verbinding in stand. Karakters die in het dagelijks leven onoverbrugbare verschillen zouden kennen, worden door een gemeenschappelijke ervaring aaneen geklonken.

Column John de Waard: kent u dat, mevrouw, meneer??

11 augustus 2023

Kent u het liedje de 'beschaafde tango' van Robert Long? Als u wilt weten hoe dat gaat, verwijs ik u graag naar Youtube. Zo te vinden, prachtig lied. Past helemaal in deze tijd.

Column Ineke de Boer: Vakantie bij de kledingbank

11 augustus 2023

Twee van de drie openingsdagen help ik met veel plezier bij de kledingbank Noord Holland Noord in Egmond aan den Hoef. Op de fiets vanuit Egmond-Binnen en om kwart voor 10 aanwezig voor een praatje met koffie en collega’s. Om 10 uur staan de eerste klanten al voor de deur en begint mijn werk. Elke dag is anders. Meestal sta ik op de uitpakafdeling. Hier worden de vuilniszakken en dozen met kleding en andere artikelen binnen gebracht. Elke zak of doos is weer een verrassing qua inhoud. Meestal mooie en schone artikelen. Maar ook kapotte, vieze kleding en schoenen. Die gaan niet de winkel in. Ik heb zelfs een gebit gevonden…. Kleding die wij afkeuren, maar wel schoon en heel is, gaat naar Roemenië.

Column Peter van Vleuten: Een Grumpy Old Man zijn is zó sneu

4 augustus 2023

In mijn omgeving hoor ik steeds meer bevriende vrouwen (en vrouwen van vrienden) met elkaar de beproevingen delen van de overgang. Echt, daar zal ik nooit ofte nimmer slappe mannengrapjes over maken. Nachtelijke zweetaanvallen, stemmingswisselingen, het gevoel jezelf niet meer te kennen – de vrouwen der schepping krijgen het allemaal niet cadeau. Je zal je hele leven maar worden gedicteerd en gestuurd door hormoonspiegels die zo niet dagelijks, dan toch maandelijks of wekelijks van samenstelling veranderen. De gemiddelde man met z’n flatline-hormoonniveau heeft het maar makkelijk. Jazeker, af en toe eens een golfje hier of daar, maar het is een Bergens duinvennetje vergeleken bij de hormonale Golf van Biskaje waar onze vrouwen decennialang doorheen moeten navigeren. Petje af.

Column Els Rosenmöller: dooddoeners

4 augustus 2023

Er zijn binnen ons hospice 60 vrijwilligers en 8 verpleegkundigen die met hart en ziel hun werk in huis doen. Het lichamelijk welbevinden van onze gast staat voorop; geweldig begeleid door onze verpleegkundigen. Als het even kan zijn zij een stap vooruit om comfort te bieden en te behouden. Onze vrijwilligers zijn onuitputtelijk. Een ijsje van Pravasani? Een harinkie? Ze springen op de fiets om de innerlijke mens te verwennen. Daarnaast worden op ieder moment van de dag massages, etherische oliën, muziek en een luisterend oor geboden. Ik luister graag naar hoe het werkelijk met onze gasten gaat, zien wat we kunnen bijdragen om ook het mentale en emotionele veld van voeding te voorzien. Luisteren maakt openhartig. Iemand die gaat sterven voelt zich ontredderd en vraagt zich af hoe het leven zal eindigen en wat de dood zal brengen? José had daar geen zorgen over. ‘Het is goed zo’. Zij ging naar God, ze was bereid om in vrede het leven te verruilen voor de hemel. Mies had een mooi leven gehad, met bange ogen zei ze steevast ‘ik mag niet klagen’. Het was duidelijk dat ze deze dooddoener nodig had om de gedachtewisseling te stoppen. Met mededogen werkelijk de ander zien is dan essentieel om te bepalen of we José helpen door in gesprek te gaan, of dat een gesprek haar extra zou bezeren. ‘Wat doe je eraan, ‘het is zoals het is’ ging het voort. Dat respecteren en liefdevol aandacht schenken heeft Mies doen ontspannen. Geheel op haar eigen wijze kon ze het leven laten rusten. Leo deed het anders, hij was klaar om te gaan. De ziekte nam hem over zoals hij zei: ‘nee hoor, alles is goed’. Hij was 59 jaar oud en dol op z’n gezin. Graag was Leo wat langer gebleven maar hij zei, ‘het is goed zo en alles is in kannen en kruiken’. Vervolgens begon hij hard te lachen en ik begreep zijn lach. Hij realiseert zich dat alleen zijn as nog in die ene ‘kan’ moest. Humor is van groot belang, net als dooddoeners. Dooddoeners hebben een functie, ze zorgen ervoor dat de conversatie stopt. ‘Het is nou eenmaal zo’. Het maakt dat de verbinding stopt. Dat is niet altijd makkelijk want alleen in verbinding kunnen we er voor de ander zijn. Ik zei Leo dat ik hem bewonderde om zijn daadkracht en humor. Op het moment dat ik vroeg: ‘Hoe doe je dat toch Leo, je houdt zo van het leven?’ brak hij. ‘Ik moet wel’ zei hij, tranen rollend over zijn wangen. Hij hield zo van zijn gezin, afscheid nemen was voor hem te zwaar. Diezelfde middag hadden we een gesprek met zijn vrouw en dochter. Leo kon uitspreken wat hem werkelijk beroerde, zij konden alle drie uitspreken wat graag gezegd wilde worden. Zo ontstond een verbinding als nooit tevoren. Ons werk is intensief en hartverwarmend tegelijk. Het vraagt om afstemming met elkaar en met onze gasten om verlichting van het lijden te brengen. Maar het feit blijft……………’aan alles komt een eind.’

Terug