Column Kim Klaver: Bison
Gepubliceerd: 25 november 2022
Vijf jaar geleden schreef ik over een klein, vies-ruikend hondje dat we uit een Spaans asiel hadden gehaald. Een nerveuze haarbal, kleiner dan verwacht, zo angstig maar direct groot in liefde. Ik schreef toen over de lijm die wij, mijn kinderen en ik, nodig hadden om ons nieuwe leven vorm te geven. Om verder te helen. Over dat ik wilde zorgen dat de laatste jaren waarin mijn zoon nog thuis was heerlijke jaren werden, vol liefde binnen onze vier muren. Dat hondje, dat werd de lijm. Ze heet Frost, maar misschien hadden we haar inderdaad beter Bison kunnen noemen. Want lijmen deed ze als geen ander. En eerlijk gezegd, als er een kat in de buurt is, verandert ze in een nanoseconde van de schattigste puppy in een briesend oerbeest.
Dat hondje heeft de afgelopen vijf jaar zoveel gebracht, nog veel meer dan ik durfde hopen. Ze bracht liefde, ritme, er moest voor haar gezorgd worden, mijn zoon voelde de verantwoordelijkheid de ene keer sterker dan de andere keer, mijn dochter trouwens ook. Maar ze groeiden in hun puberjaren op met de onvoorwaardelijkheid die een hond met zich meebrengt. Het was heerlijk.
En al die tijd was dat hondje toch echt helemaal mijn hond. Nog steeds. Waar ik ga, kijkt ze me na, loopt me achterna, altijd blij om me te zien als ik binnenkom, of ik nu drie uur of drie minuten ben weggeweest. Dat gezellige getrippel op het laminaat, de knorretjes als je haar aait terwijl ze slaapt. Ze ligt altijd op mijn plek op de bank, zelfs als ik alleen maar even opsta om een kop thee te zetten is mijn plaats direct bezet.
Ik vervloek haar ook wel eens. Als ze weer eens veel te fel is naar een andere hond. Als ik gehaast ben en ze doet niet wat ik wil. Als ze bedelt om snoepjes of kaas. Als ik mezelf hoor zeggen: “Ik moet naar huis, de hond is alleen”, maar nog helemaal geen zin heb om te gaan. Als ik teveel te doen heb en eigenlijk te weinig tijd voor haar heb. Je ziet het, dat heeft dus niets met haar te maken en alles met mij. Maar altijd, iedere dag, ieder uur, ben ik blij dat ik, eigenlijk helemaal geen hondenmens, dit mooie diertje tot mijn gezin mag rekenen.
Nu mijn kinderen uitvliegen en er voor mij een nieuwe fase aanbreekt, is dat hondje voor mij weer die tube Velpon. Twee componenten die samenkomen: loslaten en vasthouden. Ik moet weer een nieuw ritme aanleren, blijven zorgen voor haar. Me niet met opgetrokken schouders achter mijn beeldscherm verliezen in alles wat het leven dagelijks weer aanlevert. Want ja, die hond moet toch naar buiten. En ik ook!