Column Kim Klaver: Lokroepen en verengeschud
Gepubliceerd: 14 april 2023
Het is weer zover. Hoor je het? De fluitende merels, koerende tortelduifjes, de eerste vlinders in de tuin. De oversteekservice voor onze padden is weer in volle gang en de Japanse Kersenbomen op het pleintje staan vol in de bloesem.
De singles onder ons horen de lokroepen door het café schallen, de trouwe setjes schudden in datzelfde café hun veren en kijken elkaar weer eens diep in de ogen. Het is lente.
Ik heb in het verleden regelmatig geschreven over mijn dateleven als single parent met jonge kinderen. Hoe lastig dat bleek te zijn, ondanks mijn wilde plannen. Ook schreef ik over mijn eigen postcodegebied, waarin ik niet wilde daten, want het dorp is te klein en het geklets te groot. Het ging over mijn jonge kinderen waarvoor ik zorgde, die ik niet kon en wilde opzadelen met een nieuwe man in huis, omdat het net zo goed hun huis was, waarin ze zich net weer lekker veilig voelden en dat vooral moesten blijven doen. Ik had het over het missen van de spanning, maar als die spanning er dan was, het dan toch misliep omdat het leven zelf al heel veel van mij vroeg: kinderen opvoeden, geld verdienen, alles regelen. Dan maar liever alleen.
Inmiddels zijn we een hele tijd verder. De kinderen zijn groot. De een woont zelfstandig en heeft, in tegenstelling tot zijn moeder, een hele serieuze relatie met de allerleukste schoondochter die ik me kan wensen. De ander woont nog thuis, maar slaat steeds meer haar vleugels uit. Kortom, niets dat me tegenhoudt, toch? Het is lente!
Maar vertel mij eens, hoe dan? Als je intussen al zo lang zo zelfstandig alles regelt, bedisselt, betaalt, doet, bedenkt, uitvoert, plant, inschat, uitdenkt, uittekent, ondertekent, afstemt, afdwingt, bestuurt, afschiet, verzint, opschrijft en afschrijft? En je jezelf dus al net zo lang niet openstelt? Nou, dan weet je toch niet meer zo goed hoe? Ik, bedoel ik.
En niet alleen hoe, maar ook of. Want ik weet niet eens echt goed of ik er wel voor open sta. Want dat is uiteindelijk de crux, toch? Je openstellen? Denk ik de ene dag: nou, een leuke nieuwe liefde lijkt me wel wat, denk ik de andere dag: wow, wat een vrijheid heb ik nu, wat een zaligheid, dit wil ik nooit meer kwijt. De dag erna wil ik niet alleen oud worden en de dag daarna tel ik mijn zegeningen weer.
Maar is het niet zo dat de liefde zich helemaal niet laat dwingen? Dat je niet anders kan dan het lot het lot laten zijn? Of botst dit dan toch met het niet openstellen? De manifesteerders onder ons zullen het vast wel weer heel goed weten (maar ik vraag het eigenlijk liever aan Wills).
Ik weet een ding wel. Ik ga binnenkort buiten mijn postcodegebied mijn oren en ogen de kost geven. Luisteren naar lokroepen en kijken naar verengeschud. Want het blijft wel lente, hè?!