Column Margreet Frowijn-Druijven: Hij roept grutto, grutto, grutto… maar het is een zanglijster
Gepubliceerd: 1 maart 2024
Dinsdagmiddag, het wordt al schemerig en met mijn fietsverlichting alvast aan, rij ik over fietspad naar huis. Fietsend of al wandelend zie en hoor je veel meer dan in de auto. Zingende merels, koolmezen, pimpelmezen, heggenmussen en roodborsten.
Allemaal zangvogels die ik de laatste weken vaak gehoord heb en waarvan ik nu al weken geniet. Plots hoor ik driemaal hetzelfde geluid, even daarna weer driemaal een iets ander geluid. Hoewel je ze zelden ziet, is de zang van een zanglijster heel duidelijk en zeer opvallend. Als je niet weet waarop je moet letten, zou je zelfs kunnen denken dat het steeds om een andere zangvogel gaat, zo verschillend zijn de geluiden die hij maakt. Ik heb zanglijsters zelfs ‘grutto, grutto, grutto’ horen roepen in hun zang. Je hoort in zijn zang ook vaak de geluiden die andere lijsterachtigen, zoals merels, maken. Hoewel ze meestal driemaal achter elkaar hetzelfde geluid in hun zang voorkomen.
‘Smidse’
De Zanglijster leeft een meer teruggetrokken bestaan dan zijn neefje de merel. Met zijn egale bruine bovendelen en zijn lichte borst met pijlpuntige vlekken, kunnen ze zich prima verstoppen. Naast hun opvallende zang verraden ze zich ook door hun ‘smidse’. Een ‘smidse’ is een steen met daaromheen stukgeslagen slakkenhuisjes.
Het nest
Van eind maart tot in juli maken ze een nest dat gemaakt wordt op een redelijk onzichtbare plek, vaak laag in de struiken of bomen. Het nest wordt gemaakt uit takjes en vermolmd hout dat ze bekleden met mos en/of gras. Van binnen is het glad bepleisterd met modder. Per jaar kunnen zanglijsters drie legsels hebben. In het nest legt het vrouwtje 3 tot 6 lichtblauwe eieren met enkele zwarte vlekjes. Na een broedduur van 12 tot 14 dagen worden de jongen geboren. Na 13 tot 14 dagen op het nest vliegen de jongen uit en worden nog iets van 2 weken gevoerd door de ouders. Ze worden gemiddeld 5 jaar oud, maar kunnen ook wel 10 jaar worden. Op het menu staan naast de huisjesslakken, die ze op de smidse dus stukslaan, ook regenwormen, insecten, duizendpoten en pissebedden. Ze eten ook fruit zoals appels en bessen.
Uit het noorden
Het hele jaar door kun je zanglijsters zien, maar de in Nederland broedende zanglijsters zijn vanaf september richting Frankrijk, Spanje en Zuid-Engeland vertrokken. Daarbij worden ze vergezeld door grote groepen uit Scandinavië. Een deel van zanglijsters uit het noorden overwintert in Nederland, met name in het westen en uiterste zuiden van ons land. Vanaf eind februari komen de zanglijsters weer terug naar hun broedgebied.
Weetje
Zanglijsters lijken veel op grote lijsters (Turdus viscivorus). Zanglijsters zijn, zoals de naam al zegt, kleiner dan de grote lijsters. De zanglijster is circa 23 centimeter met een spanwijdte van 33 tot 36 centimeter en een gewicht van 70 tot 90 gram en de grote lijster is circa 27 centimeter met een spanwijdte van 29 tot 42 centimeter en een gewicht van 100 tot 140 gram. Het makkelijkste zijn ze uit elkaar te houden door de vorm van de vlekjes. Waar bij de vlekjes van de grote lijster op de borst rondjes zijn, vormen ze bij de zanglijster een soort driehoekjes. Er is nauwelijks verschil te zien tussen de man en de vrouw.
Foto’s (Margreet Frowijn-Druijven): drie keer de zanglijster en foto 4 is een grote lijster.
Tekst: Margreet Frowijn-Druijven
Natuurfotograaf en vrijwillig boswachter Natuurmonumenten
www.mfnf.nl
www.facebook.com/MFNF.Natuurfotografie
Klik op één van de afbeeldingen voor een vergroting.