Column Martin Noordeloos: Bollentijd
Gepubliceerd: 5 juli 2024
Tijdens mijn rondje door Egmond viel het mij op dat het weer behoorlijk bedrijvig is bij onze tuinders. Het is weer bollentijd. Tijd om de tulpenbollen uit de grond te halen en uiteindelijk klaar te maken voor de verkoop, de tulpenbroeierij of voor verdere vermeerdering. In vergelijking met mijn jeugd zie je maar weinig mensen maar wel grote tractoren, rooimachines en kuubkisten. Als je even niet oplet zijn deze tractoren ook zo weer weg. Met enige weemoed denk ik dan weer terug naar de tijd dat bijna alles nog met de hand werd gedaan.
Ik weet nog heel goed dat ik rond Koninginnedag altijd naar mijn oom in Waarland ging om de tulpen te koppen. Met een mand waaronder een lange pen was bevestigd ging je dan tussen de tulpenbedden door en werd elke tulp met de hand ontdaan van zijn bloem. De hele bloem moest in de mand. Er mocht geen bloemblaadje tussen de bedden op de grond vallen. Als dit wel gebeurde, dan werd je met een paar flinke vloeken teruggestuurd om tussen de bedden alsnog de laatste blaadjes te verwijderen.
Als de bloemblaadjes niet werden verwijderd dan had je kans op zieke bollen werd toen beweerd. Natuurlijk is het in onze dorpen bij iedereen bekend dat de bloemen van de stelen moeten worden gehaald. Alle voedingstoffen uit de grond worden dan niet gebruikt voor het aanmaken van zaden, maar gaan direct naar de bol. Dikkere bollen leveren meer geld op.
Hoe anders is dit anno 2024. Er gaat nu een speciaal ontworpen kopmachine over de bedden en het is totaal geen probleem meer als de bloemblaadjes tussen de bedden blijven liggen. Tegenwoordig is het juist gunstig als de blaadjes tussen de bedden blijven liggen als een soort van groenbemesting. Kennelijk worden tulpen helemaal niet ziek van de losse bloemblaadjes en werd ik vroeger voor Jan met de korte achternaam weer terug gestuurd.
Zo rond het einde van het schooljaar moesten de tulpenbollen vervolgens de grond uit. Ik heb hier jaren mee geholpen in de Wogmeer bij de familie Spruit. In plaats van met een rooimachine en een paar man personeel werden de bollen uit de grond gehaald met een tweewielige machine, een Agria, met daaraan gekoppeld een ploegblad. Daarachter lag dan om de paar meter een scholier om de bollen van de plant te trekken en in gaasbakken te gooien. Er lagen minstens 30 scholieren op het land om de bollen te rooien. Man wat was dat altijd gezellig. Om het leuk te houden werden er af en toe wedstrijdjes gehouden waarbij het er om ging wie het snelst een paar meter gedaan had of wie zijn gaasbakken het eerst vol had.
En dan moesten de tulpen natuurlijk ook gepeld worden. In de bollenschuur zat een dertigtal meiden aan lange tafels die de bollen ontdeden van wortels en overtollige vellen. De bollen zelf en de kleine broedbolletjes werden eerst in een plastic afwasbak gegooid. Als de plastic bak vol was dan werden deze geleegd in een gaasbak. Ik werd al snel aangesteld als schuurbaas. Mijn taak bestond er dan uit om de tafels vol te houden met de ongepelde bollen. De dames wilden meestal doorgaan met pellen als de tafels weer aangevuld werden, zodat ik over de hoofden van deze meiden de gaasbakken leeg kieperde. Een heerlijke bezigheid zo met een schuur vol joelende pelsters. Uiteraard stond in de schuur altijd de radio aan en werd er luid meegezongen met de hits van toen. Als schuurbaas controleerde ik ook of de bollen goed gepeld waren en of de gaasbakken wel vol genoeg werden gedaan. Er werd immers betaald per bak. Hoe meer bakken hoe meer geld je verdiende. En die controlerende rol zorgde er ook voor dat iedereen super aardig tegen je was.
Naast het vullen van de tafels en de controlewerkzaamheden sorteerde ik ook de gepelde bollen op een sorteermachine. Aan het begin van de sorteermachine kwamen de kleine broedbolletjes naar buiten. Verderop de machine vielen de verschillende maten bollen uit de machine en werden weer opgevangen in gaasbakken die vervolgens tot wel 14 stuks op elkaar gestapeld werden op een onderstel zodat ze ook weer weggereden konden worden. In ‘mijn’ schuur stond altijd de Tour de France aan met commentaar van Theo Koomen. Het was radio en Theo kon de saaiste etappe razend spannend maken. Als ik hier aan terug denk…
De scholieren op het land, de meeste jongens en een paar meiden, bleven tussen de middag op het land hun broodje eten. De bollenpelsters zaten op kistjes buiten op een plein of bij slecht weer in de schuur tijdens de lunch. Zelf at ik altijd in de huiskamer mijn broodje als de familie Spruit hun warme maaltijd tussen de middag naar binnen werkte. Pa Spruit vroeg vervolgens altijd eerst naar de voortgang in de schuur en ging vervolgens een half uurtje plat.
Alles bij elkaar was het best hard werken maar ook een geweldige tijd. Het werken in de bollentijd toen en nu is nauwelijks met elkaar te vergelijken. Bijna alles ging met de hand met heel veel mensen en veel kleinschaliger. Nostalgie???
Martin Noordeloos
Klik op één van de afbeeldingen voor een vergroting.