Column Nico Knol: Vasten
Gepubliceerd: 1 maart 2024
Er staat in de keuken van onze pastorie in Amsterdam-Noord een enorme droppot die goed gevuld is. Er zijn zoveel toegewijde vrijwilligers die een dropje verdienen en daarbij helpt zo’n pot ook bij vergaderingen, vooral vergaderingen die lastig zijn. ‘Zoet houdertjes’ op tafel zorgt ervoor dat ook deze vergaderingen prettig verlopen.
Op woensdag 14 februari was het ‘Aswoensdag’ een van de twee officiële vasten- en onthoudingsdagen en begon de 40-dagentijd. Een tijd van soberheid, geen gesnoep of gesnoei, een tijd van meer aandacht voor het gebed, de beleving van de sacramenten en het doen van goede werken. Ja, ook de Christenen kennen een vastentijd maar dat is voor heel veel mensen onbekend, bekender is de ramadan en dat weten velen wel.
Zo’n snoeppot laten we in deze vastentijd mooi staan mét drop er in het is een mooie uitdaging om daar vanaf te blijven. Ga de strijd maar eens aan!
Het is gebruikelijk op die bijzondere woensdag dat mensen tijdens de kerkdienst een askruisje ontvangen. Ze ontvangen zo’n kruisje op hun voorhoofd terwijl de pastor zegt: ‘Gedenk mens, van stof zijt gij en tot stof zult u weerkeren’. Mooier gezegd, ‘bedenk dat wij mensen van deze aarde zijn, deze goede aarde en hopelijk dus goed aardig en met een goddelijke levensadem in de neus.’
In onze kerk waren er die dag twee kerkdiensten een om 12:00 uur en een om 19:00 uur om zoveel mogelijk mensen de kans te geven het askruisje te ontvangen. Zijn het rond het middaguur vooral de ouderen ’s avonds komen de jongeren en hele gezinnen, dit jaar veel meer dan vorig jaar. Ook onze oudste misdienaar was erbij. De goede man is dit jaar 60 geworden en woont hier in Noord in een gezinsvervangend tehuis. Geestelijk heeft hij de nodige opdonders gehad maar hij weet zich aardig te redden zo. Trots is hij op zijn taak in onze kerk. Bij deze viering had hij echter niets te doen en zat mooi in de kerk samen met alle andere mensen. Net als iedereen ontving ook hij het askruisje en liet dit ’s avonds met enige trots aan z’n huisgenoten en begeleiders zien.
De dag daarna was hij weer in de kerk. Om 12:00 uur is er de dagelijkse viering maar hij kwam te laat en bleef in de ontvangstruimte wat rondhangen, vanuit de kerk had ik er goed zicht op. Ineens was hij uit het zicht verdwenen, ‘ach’ dacht ik ‘hij zal wel even naar de keuken zijn om wat te drinken.’ De viering liep ten einde en m’n collega diaken René liep alvast naar de keuken om theewater op te zetten. Wat schetste zijn verbazing, daar stond onze misdienaar met een hand vol drop, klem in de snoeppot, op heterdaad betrapt! René kon z’n lachen haast niet de baas, zo’n komisch gezicht. De avond ervoor nog trots met het askruisje op z’n toet de dag erna al met z’n hand klem in de droppot.
Tja, het is ook wel heel verleidelijk. Eerlijk gezegd, net zo pas ben ik ook gezwicht, net nog voordat ik dit mooie verhaal schreef. Ach het is zaterdagmiddag na vier uur, de vespers van de zondag gaan bijna beginnen…. en zo praten we het wel weer goed, net zoals onze misdienaar die met een dropje in z’n mond en een knuist vol tegen m’n collega zei: ‘ze zijn ook zoooo lekker….’