Column Peter de Waard: Standbeeld
Gepubliceerd: 19 mei 2023
Een Slowaakse arbeidsmigrant antwoordde mij onlangs op het terras van strandpaviljoen De Uitkijk op de vraag waar hij vandaan kwam: ‘Ik kom uit Kopřivnice, daar is Emil Zatopek geboren.’ ‘Driemaal goud op de Olympische Spelen op de lange afstanden’, verduidelijkte hij.
En hij keek mij glazig aan toen ik reageerde: ‘Ja, ik kom van hier. Daar is…eh… Joop Smit geboren. Ook een hardloper. Verderop is een standbeeld.’ Je zag hem denken: ‘Waar vind ik die in de Olympische annalen?’
Ik wist niet veel beters. Grote voetballers die Oranje hebben gehaald, kent Egmond niet. Er is naar mijn weten geen Egmonder voor een Oscar genomineerd. Er is geen popgroep van geboren Egmonders met een hit die ook in de Slowaakse top-veertig heeft gestaan. Er is zelfs geen Egmonder die minister is geworden in een Rutte-kabinet, terwijl er toch al heel veel zijn geweest. Het is een volkomen anoniem dorp.
Daar moet iets aan veranderen. De gemeente Bergen wil daarom het Slotkwartier herontwikkelen voor de lokale bevolking en – zo staat er uitdrukkelijk vermeld – toeristen. ‘En in Egmond aan den Hoef is het zaak om die ongelooflijke historie van die plek nu eindelijk de wijde wereld in te venten’, zo las ik.
Wie Egmond in de hele wereld wil uitventen, moet veel groter denken dan de gemeente van plan is. Want van niks naar een mondiale hotspot is een klus van jewelste. Twee weken geleden was ik in het Huys van Egmont om een boek terug te brengen en bleef een uurtje hangen. Geen mens te bekennen.
De middeleeuwse kasteelheren staken tenminste hun nek uit. De Lamoraal liet daarbij zijn kop rollen om de naam Egmont in de geschiedenisboeken te krijgen. Die opofferingsgezindheid is onder de huidige notabelen niet te vinden. Maar het dorp kan ook niet nog eens vijf eeuwen teren op de naam van een man die er mogelijk nooit is geweest – tenminste afgezien van een bronzen replica.
Bij Historisch Egmond zijn ze bang voor een tweede Waagplein. Die wil blijkbaar een landelijk dorp zonder fatsoenlijke bruine kroeg behouden, ontsloten door een Connexxion-bus die pas vanaf ’s morgens tien uur rijdt.
Misschien moet de stichting dan maar een openluchtmuseumpje van één hectare beheren, waar een apart hek om heen wordt gezet. Maar de weilanden rond het dorp moeten deel gaan uitmaken van een uitgaanscentrum van internationale allure: een combinatie van het Rembrandt- en Leidseplein in Amsterdam, Temple Bar in Dublin en The Strip in Las Vegas met casino’s, theaters, stripteaseclubs, restaurants – een Disney-park, café’s met terrassen voor tienduizenden toeristen en – met Frau Antje achter de tap.
Egmond moet minimaal een uitgaanscentrum ambiëren dat zich uitstrekt tot aan de oude mobilisatiekazerne, maar eigenlijk zou het pas moeten eindigen bij het bunkercomplex. Op de plek van de gesloten Klompenhoeve moet een stadion voor VV Egmond worden gecreëerd, want als De Hoef zo nodig het nieuwe complex wil dan moeten ze niet zeuren als er af en toe wat hooligans en aanstekerwerpers komen. De ontstemde oude Egmondianen mogen daar een eigen VIP-ruimte krijgen, zodat ze niets met Hoevers en Binders te maken hoeven hebben.
Naast de ruïne moet het oude Slot in volle glorie worden gebouwd, zoals Egmonds beroemdste kunstenaar Bob Denneboom in 1991 wilde. Elke weekeinde worden daar duels hete pek gooien tussen Kwade Wouter en de rivalen van de abdij vertoond. In Engeland heb ik zoiets gezien bij Hastings waar de invasie van Willem de Veroveraar wordt nagespeeld. Duizenden Britten komen erop af en laten zich meeslepen of het 1066 is: ‘Kill those bloody frogs’.
In de verre toekomst kunnen ook De Meent en de wielerbaan worden geïntegreerd, waarna het geheel wordt ontsloten met een monorail naar Schiphol en Amsterdam Sloterdijk. Allemaal groen natuurlijk. Misschien valt daarna een keer de naam Egmond bij CNN of Fox Sports.
Eindelijk is er ook iets voor de jeugd. Een van mijn nichten vertelde onlangs dat ze vanwege gebrek aan vertier die avond uitging in Dublin, een Ryanair-vlucht van vier uur zaterdagmiddag heen en de vroegste vlucht zondagmorgen terug. Op dezelfde leeftijd was ik niet verder gekomen dan het voormalige Paal 38 aan het Pompplein. Ik zei nog protesterend: ‘Hoe zit dat met de ecologische voetafdruk?’ ‘Geen punt, dan compenseer ik met het dragen van vintage-kleding’, luidde de verdediging.
Met de Slotkapel, galerie De Kapberg en Huys Egmont krijg je hier geen jonge toerist naartoe, laat staan dat ze er willen wonen. En de gemeente Bergen wil voorkomen dat Egmond een groot bejaardenhuis wordt. Het is tijd de stof van het Denneboomplan af te schudden. Als beginnetje van iets groters.
Ik heb de Slowaak beloofd dat ik over tien jaar naar zijn dorp kom als vertegenwoordiger van het fameuze Egmond. Alleen moet er nog een opvolger komen van Joop Smit die even beroemd wordt als Emil Zatopek.