Column Peter van Vleuten: Familiedingetje
Gepubliceerd: 1 december 2023
Een van de mooiste begrippen in de muziek vind ik het verschijnsel ‘blood harmonies’. Dat klinkt misschien een beetje luguber, maar je moet ‘blood’ hier vertalen als bloedverwantschap. Blood harmonies draait om samenzang door vocalisten die letterlijk aan elkaar verwant zijn. Broers en zussen, of zelfs complete families.
Wat is daar zo bijzonder aan? Om dat te ervaren zou je moeten luisteren naar bijvoorbeeld The Everly Brothers, The Carpenters, OG3NE of The Bee Gees. Er zit iets in die stemmen dat verder gaat dan alleen de muzikale match. Ze zijn genetisch bij elkaar passend, een combi die zelfs bij de meest geoefende, niet-verwante zangers ontbreekt. ’t Is een kwestie van dna, een familiedingetje zeg maar.
Het meest extreme fenomeen zie je natuurlijk bij eeneiige tweelingen. Die kunnen zelfs elkaars zinnen en gedachten afmaken, of onderling communiceren op een laag die voor de buitenstaander niet te volgen is. Muziek maken met bloedverwanten kan zo ook leiden tot ultiem samenspel. Er is een soort van genetische intuïtie die leidt tot hoorbare magie.
Dat wil niet zeggen dat het een wet is. Soms hebben die bloedverwanten namelijk niet automatisch een match. Mijn broer Diederik en ik hebben – behalve thuis in onze jeugd – professioneel bijna nooit samengespeeld. Onze muziekvoorkeuren liepen namelijk nogal uiteen. Genesis verhoudt zich wat lastig tot Elvis, Steely Dan en Springsteen hebben weinig overeenkomsten. Om nog maar te zwijgen van de mismatch tussen Maurice Ravel en Johnny Rotten. Maar geduld is een schone zaak. Met het klimmen van de jaren hebben we steeds meer muzikale raakvlakken ontdekt. James Taylor, Bruce Hornsby, Sting, Joni Mitchell…
Inmiddels hebben we zelfs onze eigen versie van blood harmonies te pakken. In Diederiks warm ontvangen nieuwe theaterprogramma, Bouwjaar ’61, is onze gezamenlijke jeugd een rode draad en ook het verlies van onze vader, afgelopen mei, raakte ons allebei in dezelfde mate en op dezelfde manier. Onze ‘harmonies’ reiken op die manier nog verder dan de muzikale samenklank. Belangstellingen, wereldbeelden, humor, irritaties en fascinaties sluiten vrijwel naadloos op elkaar aan. Dan heb je als broers niet eens een half woord nodig, maar hooguit een lettergreep of een vluchtige associatie. Het is maar goed dat er geen buitenstaanders waren tijdens de gesprekken en ideeën die we de afgelopen maanden hebben uitgewisseld; ze zouden de helft niet hebben kunnen volgen.
Zo zijn we nu eindelijk dan toch op een gedeeld podium beland. Want voor twee liedjes in de nieuwe voorstelling hebben we krachten gebundeld: Diederik de composities, ik de teksten. Dat voelt niet alleen heel goed, maar ik kan me bovendien niet herinneren dat ik ooit zo’n vloeiende muzikale samenwerking heb meegemaakt. Ik kan het nauwelijks uitleggen. En probeert u het ook maar niet te begrijpen. ’t Is een familiedingetje.