Column Rob Hoogland: Hoogste tijd voor een onderzoek
Hoe zit het met de vrolijkheidsongelijkheid
Gepubliceerd: 23 augustus 2024
Er is een opzienbarende ontdekking gedaan: de ene Nederlander heeft meer last van de warmte dan de andere. Koelte-ongelijkheid! Weer een kloof erbij! En ik maar denken dat de mensonterende ongelijkheid in dit land met die zeven sociale klassen wel voldoende in beeld was gebracht. Nou, mooi niet dus: er blijkt ook nog zoiets als koelte-ongelijkheid te bestaan. Voor alle zekerheid wijs ik erop dat dit geen grap is.
Zo deelde het Sociaal Cultureel Planbureau ons vorig jaar nog in: 1. werkende bovenlaag, 2. kansrijke jongeren, 3. rentenierende bovenlaag, 4. werkende middengroep, 5. laagopgeleide gepensioneerden, 6. onzekere werkenden, 7. precariaat (samengesteld uit de woorden precair en proletariaat).
Je mag het best weten: voor het eerst realiseerde ik mij toen hoe de non-binairen onder ons zich moeten voelen. Ik pas in zóveel hokjes, niet normaal. Goedbeschouwd kan ik zelfs in vijf-en-een-half van de zeven categorieën worden ondergebracht: 1, 3, 4, 5, 6 en voor de helft in 7 (precair). Het liefst zou ik ook nog onder 2 willen vallen, maar toen zuster Simone, voorheen Simon, die trouwens ook verdomd goed steunkousen kan verwisselen, mij zojuist na het vastknopen van mijn slabbetje aanbood om te assisteren bij het naar binnen lepelen van mijn kommetje groentensoep met balletjes, besefte ik dat ik daar wellicht niet meer voor in aanmerking kom.
Hoe dan ook dacht ik: potverdorie nog es aan toe zeg, dan is dat Indiase kastenstelsel met z’n strakke onderlinge hiërarchieën zo gek nog niet. Waarna daar deze week, als een donderslag bij heldere hemel, de koelte-ongelijkheid bij kwam. Er was namelijk een opzienbarende ontdekking gedaan: de ene Nederlander had meer last van de warmte dan de andere. En de NOS zou de NOS niet zijn geweest als ze daar niet eens flink over aan de alarmbel waren gaan trekken.
Help! Wéér een kloof erbij! Schande!
„Koelte-ongelijkheid wordt een steeds groter probleem”, aldus universitair docent stedenbouw Marjolein van Esch van de TU Delft in dat NOS-artikel. „Niet alleen fysiek maar ook mentaal.”
Man, wat begon ik toen te zweten. Of dat door de hitte kwam of door iets anders laat ik in het midden. Show, don’t tell is een belangrijk literair principe en ik beperk mij om die reden tot het advies om op YouTube eens te gaan zoeken op de termen Stan Laurel en Laughing. Wat je dan te zien krijgt geeft mijn gemoedstoestand van dat moment aardig weer.
Hoeveel dagen is het hier tot nu toe boven de 30 graden geweest? Drie, vier? In Zuid-Oost Azië is het 350 dagen per jaar boven de 30 graden, en geloof me: als je je een mening over de effecten van koelte-ongelijkheid wil vormen moet je eens fietsend onder leiding van de Nederlander André Breuer een kijkje gaan nemen in de krottenwijken van Bangkok. Een graadje of 35 daar, als je tenminste mazzel hebt, meestal géén airconditioning, maar vrolijk dat die Thaise armoedzaaiers desondanks zijn!
Is de vrolijkheidsongelijkheid in de wereld al eens onderzocht? Hoe meer verwend, hoe meer chagrijn, denk ik weleens. Ik vrees dat we heel laag zouden scoren.