Column Rob Hoogland: Zelfs het wilde eendenleven heeft voor mij nu geen geheimen meer
Gepubliceerd: 12 april 2024
Om ernstige misdaden tegen de eendelijkheid te voorkomen fungeer ik voor de tweede keer in mijn leven als stiefpapa. Wederom ben ik op alles voorbereid. Heb vertrouwen, Wierdientje!
En ik doop haar Wierdientje. Zij is een eend, hoe kan het ook anders met zo’n naam. Wij maken met elkaar kennis nadat zij vijf keer aan een moordaanslag door Bobbie is ontsnapt (Bobbie is mijn hondje, ’t is een bitch, maar wel een leuke bitch).
Ik ben tussen de buien door Kaukasische vergeet-mij-nietjes en kleine maagdenpalm in mijn tuin aan het planten als Wierdientje, opgejaagd door Bobbie, voor de vijfde maal in evenzoveel dagen luid snaterend over mij heen vliegt. Net als de voorafgaande keren moet ik er bijna voor bukken. Eerst dan dringt het tot mij door. Het zal toch niet? Ja dus. Diep verscholen onder de laurierstruiken tref ik, in de blubber, een nest met elf witte eieren aan.
Veilig tegen indringers daar, indien voldoende afgehekt. Toch heeft Wierdientje niet met de wilde eendengewoonte gebroken om een weinig voor de hand liggende broedplaats te kiezen. Mijn piepkleine vijvertje ontbeert eendvriendelijkheid en leent zich zelfs, met de reusachtige eigenaar als de zoon van God, voor een verhaal van bijbelse allure: de modder is zo dik dat ik eroverheen kan lopen. De dichtstbijzijnde sloot ligt bovendien een kilometer verderop.
Ik overpeins dit hoofdschuddend terwijl ik bij de in- en uitgang van dat stuk achtertuin tot woede en teleurstelling van Bobbie vijf meter kippengaas installeer, om zowel het betreden – door de bitch – als het premature verlaten – door Wierdientje’s nakomelingen – van de tijdelijke kraamafdeling van Huize Golfzang te verhinderen.
Ik overpeins wel meer. Dat het liefdesleven van wilde vrouwtjeseenden voornamelijk uit gangbangs in smalle prutslootjes bestaat, bijvoorbeeld. En dat papa zich na zo’n ernstige misdaad tegen de eendelijkheid meestal schielijk uit de voeten maakt, waardoor ook Wierdientje gedwongen is haar kroost reeds vanaf de prenatale fase als alleenstaande moeder op te voeden. En wij maar over die macho’s van NOS Sport jeremiëren.
Als ik dat arme beest – de broedperiode vergt een maand – even later weer roerloos op haar eieren zie zitten, niet echt in het Waldorf zal ik maar zeggen, denk ik ook even aan de statushouders die laatst klaagden over hun Castricumse onderkomens. Deze vluchtelinge klaagt helemáál niet. Het ontbreekt haar volledig aan comfort, het is koud, donker en vochtig bij het nest, maar zij is al tevreden wanneer haar oeropdracht tot een goed einde is gebracht.
Voor de tweede keer in mijn leven fungeer ik vanaf nu als stiefpapa. Wederom ben ik op alles voorbereid. Dankzij Google en telefoontjes met experts heeft ook het wilde eendenleven voor mij geen geheimen meer. Wierdientje zal dagelijks op een bordje met eendenvoer worden getrakteerd – geen brood! – en verder laat ik haar tot de gezinsuitbreiding met rust. Wel is de route naar de locatie voor de apotheose van dit avontuur, eind april wellicht, reeds uitgezet. Ik begeleid Wierdientje en haar kroost persoonlijk naar de Egmondervaart en mijn vrouw zal de eenmalige Eendenvanger van Rinnegom daarbij als oversteekhulp assisteren. Bobbie blijft binnen. Komt dat zien, komt dat zien!
O ja, ik weet ook weer wat écht belangrijk is.
Foto’s Wierdientje op haar koude, donkere en vochtige nest onder de laurierstruiken in mijn achtertuin en haha, Bobbie gefopt. Ze kan niet meer bij het nest.
Klik op één van de afbeeldingen voor een vergroting.