Als u bovenstaande titel leest, zal u misschien veronderstellen dat het over het paarse vakje “ ons dorp:” gaat van het ouderwetse Monopolyspel. Het bezit van dit kaartje zette niet veel zoden aan de dijk, als je toch al de vele hotels van je tegenspelers gepasseerd was….
Ook het dorp van Mies Bouwman ( de jongere lezers vragen zich verbaasd af, wie dat
nou weer was ) is niet het onderwerp van dit stukje.
Nee. Als u dit dwaalspoor volgt, zult u op een verwarrende wijze het pad kwijt raken.
En zeg nou zelf: van het padje raken willen we geen van allen, maar sommigen van ons
zal het helaas ongewild overkomen…
Nee, het onderwerp is ons geliefde Egmond-Binnen.
Als geboren Hoever kwam ik op 19jarige leeftijd hier wonen, volgend jaar 50 jaar
geleden. Er was woningnood, komt u dat bekend voor ? Zomaar uit het niks zei mijn lief:
“ ik weet een zomerhuis, zullen we dan maar trouwen “? Tja, niet gehinderd door enige
vorm van romantiek was dit zijn aanzoek…
In mijn tijd ( oma is aan hef woord, let op !) mocht je niet samen wonen, dat werd
“hokken” genoemd. Had je de euvele moed om dat toch te doen, dan zou je door Petrus
aan de hemelpoort absoluut worden geweigerd. Het vagevuur ( sorry, hoor, jongeren )
was dan net voldoende voor jou…. Onze trouwdag met het feest bij Niek Tervoort in
september 1975 werd een prachtige dag,
Mijn lief werkte bij Hoogovens in ploegendienst en ik vijf dagen per week bij de Rabobank
in Egmond aan Zee.
We kregen in het begin dus niet veel mee van het Binder dorpsleven, maar voelden ons
wel meteen thuis.
In 1980 werd onze eerste zoon geboren in de Boonakkersteeg waar we net een huisje
gekocht hadden. In 1983 volgde onze tweede zoon. We waren toen een van de jongste
stellen, nu een van de oudste…
We groeiden het dorp in, en hielden al snel van de inwoners. Recht door zee, meelevend
en behulpzaam, wat nu nog steeds zo is.
De Windhoek, Sint Adelbert, de kerk, de loopgroep, de Schulp, allemaal waren ze
thuisplekken voor ons, waar wij en onze jongens ons helemaal thuis voelden.
Twintig jaar bij Deka werken houd je alleen maar vol, als je de klanten en je collega’s in je
hart draagt, en zij jou. Nog steeds denk ik met veel plezier terug aan deze jaren.
Aan mijn broer uit de Hoef, vraag ik altijd tot grote hilariteit van mijn schone zus om hun
paspoort, anders mogen ze het dorp niet in…
Nu, 49 jaar geleden, ondervinden we nog steeds de warmte en vriendschap van ons
“ dorrepie”
.
Afgelopen januari viel een kwaadaardige ziekte mij aan, en hield me een zware periode
meedogenloos in zijn greep, waar ik me geleidelijk uit vecht.. Als kind hoorde ik deze
ziekte vaak “K” noemen, wist ik veel wat dat was…
De Binders leven allemaal met me mee, trekken zich niks aan van mijn Sinead O’Connor
kale koppie, en steunen ons aan alle kanten. Ik ben een strijder, en ben open over mijn
situatie, zodat niemand met een boog om mij heen hoeft te lopen…
Een van de voorbeelden van de Binder saamhorigheid was weer de 49e editie van
“ Egmond op z’n kop “, waar iedereen van genoten heeft. Dat elke vijf jaar een nieuw,
jong team het weer oppakt, getuigt van een prima mentaliteit. Mijn persoonlijke
conclusie luidt dat onze jeugd deugt !
Tuurlijk is het net als in andere dorpen wel eens hommeles, maar altijd komen we er met
elkaar uit.
Logisch toch, dat onze jongeren hier willen blijven wonen ? In 1975 woningnood, in 2024
woningnood. Wanneer komt er nu eens schot in ? Respect voor de groep, aangevoerd
door Els en Theo, die blijft strijden voor woningbouw.
Wij zijn trots om in dit dorp met gevoel te mogen wonen, en onze deur ( we hebben
alleen een voordeur) staat altijd open.