De kersttoespraak van abt Thijs Ketelaars
Voorgelezen op de Brink
Gepubliceerd: 23 december 2022
De kersttoespraak die abt Thijs Ketelaars hield op zaterdag 17 december op de Brink te Egmond-Binnen:
Drie weken geleden zagen we de Fjoertoer door ons dorp trekken. Mensen van heinde en ver hadden zich ingeschreven om mee te mogen lopen. Het waren er duizenden die in die twee dagen achter het licht aanliepen of zelf helemaal in lichtjes gehuld samen de weg gingen. De viervoeters ontbraken ook niet. Er werd gezongen en gelachen. Het was een feest. Wildvreemden werden op zo’n avond vrienden. Het was een spel, maar van een bijzondere soort. Wat wij in het normale leven niet of nauwelijks meer kunnen, bleek zo ineens mogelijk. Onverwachte ontmoetingen; mensen samen op weg, niet elkaar bestrijdend, maar elkaar het licht in de ogen gunnend, elkaar bemoedigend, aansporend, reisgenoten.
En vanavond begon het opnieuw met een tocht, wel niet zolang als de fjoertoer, maar er werd van de Schulp naar de Brink gelopen. En ook nu werd de weg verlicht door lichtjes en waren er fakkels. En het was een tocht die je niet alleen hoefde te maken, er waren tochtgenoten, bekenden of minderbekenden misschien. Maar samen onderweg zorgde voor een lichte stap en goede moed. Reisgenoten, samen op weg.
Mensen op weg, het is een beeld van het leven. Wij allen zijn dagelijks onderweg. Naar het werk of de school, maar ook naar een levensdoel dat wij misschien niet altijd even goed onder woorden kunnen brengen. Wij prijzen ons vanavond gelukkig, dat onze weg verlicht werd door al die vriendelijke lichtjes. Zo kan het gaan, maar dat is geen alledaagse werkelijkheid in onze wereld. Hoe velen lopen hun schoenen niet stuk op een weg die aardedonker is, waar het licht in hun hart soms lijkt gedoofd en waar het vriendelijk licht van helpende handen of een bemoedigend woord ontbreekt. Moet het zo of zou het ook anders kunnen?
Over een week vieren wij kerstmis. Dat verhaal begon ook met een tocht. Het was een weg met hindernissen. Het begon al aan het begin. De reis kwam op een heel ongelegen moment. En de lichtpunten ontbraken her en der onderweg. Vinden van onderdak bleek verre van gemakkelijk en de Brink waar ze tenslotte aankwamen, was niet zo’n vriendelijke plek als die waar wij vanavond elkaar begroeten. Er bleek geen plek in de herberg en waar moet je het dan zoeken. Een stal was wat er over bleef en daar werd een kind geboren dat later de naam kreeg van Licht der wereld.
Die stal, daar kwamen heel wat wegen samen. Die van Maria en Josef, maar gaandeweg kwam er volk van allerlei slag en stand heen. Langs heel verschillende wegen kwamen zij, en ze kwamen ook uit alle windstreken. Maar een ding hadden ze gemeen, hun weg eindigede allemaal in de stal omdat ze geleid werden door een engel of een lichtende ster. En misschien zijn die twee eigenlijk wel hetzelfde.
In die stal treffen wij nog voor er iemand anders binnenkomt de os en de ezel. Zij buigen zich over het kind en het is alsof ze het al lang kennen zoals de profeet Jesaja zegt. Waar de mensenwereld geen plek heeft voor dit kind, daar wordt het warm gehouden door de adem van os en ezel. De schepping met alles er op en er aan is hier in harmonie, en er is geen spoor van een crisis en strijd tussen mens en dier en alwat er meer leeft op onze aarde. Dat is hier overwonnen, want allen die hier binnen zijn of binnen komen, worden geleid door een ster of een engel of een vuur in de nacht. Geen jaloezie, tweedracht of doodslag, maar leven vanuit het licht en naar het licht toe.
En stilaan loopt de stal vol met allerlei volk. Ruig volk verschijnt als eerste. Je zou er bedenkingen bij kunnen hebben. Maar ze worden gedreven door een innerlijk vuur en door een engel in de nacht. Want ook dat volk heeft een hart dat klopt en naar leven verlangt. Zij komen met hun schapen en lammeren en trekken de muts van hun hoofd bij het zien van dat pasgeboren kind, waarin zich een belofte aandient, een nieuw begin van leven zoals het van de aanvang is bedoeld. Al hun aandacht gaat uit naar het kind en zijn moeder en alle onderling getwist en geruzie is vergeten. En wanneer ze moeten vertrekken, gaan ze heen als andere mensen met een verhaal voor wie het licht in het leven niet meer zien. Zij weten wat hun weg zal zijn.
En dan komen er ook nog mannen uit het Oosten, vaak als koningen aangeduid. Wonderlijk is dat, want gewoonlijk hebben die lieden niets op met herders en werkvolk. Zij leven immers in gescheiden werelden en zijn niet direct vrienden van elkaar. Maar er is een ster op hun pad verschenen die een ommekeer brengt in hun bestaan en zij gaan een weg die hen bij de kribbe brengt, bij een pasgeboren kind, belofte van leven dat verzoening en verbinding brengt. Vrede op aarde en vrede in de hemel. Ook zij keren langs een andere weg terug, als nieuwe mensen.
En Maria en Jozef, zij staan of zitten in de stal en wij horen geen woord uit hun mond. Zij kijken en laten het gebeuren, zij bewaren wat er gebeurt in hun hart en ook zij gaan hun weg, met zoeken en tasten, maar met een engel als innerlijke gids. Wachter hoelang is de nacht? Maar het kind zal hun toekomst zijn, een weg door de woestijn, samen op weg.
En boven heel dit gebeuren de engelen met hun gezang en de ster in de nacht en het vuur in het veld. Waar vind je ze in jouw leven? Wie ontsteekt voor jou, in jou het vuur, wie is jouw engel, wie houdt jouw gaande om samen de weg te gaan? Want daartoe nodigt het kind in de kribbe ons uit. Om niet alleen te gaan, maar samen in zijn spoor zorg te dragen dat het leven van allen een weg ten leven wordt en ieder een stal, een plek, een thuis vindt, waar vrede alle duisternis verdrijft.
Wij gaan verder op weg naar kerstmis en wij hebben nog een week om ons te oefenen. Samen op weg en niemand buitensluiten zoals in de stal, waar jan en alleman welkom was, want allen zijn wij kinderen van dat kind in de kribbe, niet voor de dood geschapen maar voor het leven in het licht. Ga in het licht van dit kind in de kribbe, samen en met al wie aan de deur klopt of je levenspad kruist. Ga in het licht, ga met het licht, ga naar het licht toe.
Klik op één van de afbeeldingen voor een vergroting.