De ‘oude’ Abdij van Egmond
De torens van de ruïne waren een belangrijk baken voor de scheepvaart
Gepubliceerd: 1 maart 2024
Landmeter Heymenbergh maakte in 1671 een opmetingstekening van de ruïne van de Abdij van Egmond. Hij deed dat in opdracht van de stad Amsterdam die hiermee bezwaar wilde aantekenen tegen de sloop van de honderd jaar oude ruïne. Blijkbaar met succes, want de ruïne zou pas rond 1800 definitief worden afgebroken.
De eerste abdij
De Abdij van Egmond was in de vroege tiende eeuw gesticht door graaf Dirk I van Holland. In juni 1573 gaf Willem van Oranje de geuzen opdracht de abdij in brand te steken, om te voorkomen dat deze in de handen van de Spanjaarden zou vallen. In 1671 waren de Staten van Holland van plan de ruïne te slopen
Protest tegen sloop
Omdat de torens een belangrijk baken voor de scheepvaart vormden, tekenden de burgemeesters van havenstad Amsterdam bezwaar aan tegen de sloopplannen. Ter verduidelijking voegden zij bij hun verzoek om de ruïne te sparen tekeningen van de abdij, gemaakt en van afmetingen voorzien door landmeter J. Heymenbergh. Heymenbergh had ‘de hoochte en distantie’ van de twee vervallen torens heel precies vastgelegd in de twee opmetingstekeningen ‘op een scale van hondert stockmaet houtvoeten’ en die zorgvuldig ingekleurd en van opschriften voorzien. Heymenbergh maakte ook een veel vrijere schets met zwart krijt en schaarde zich daarmee in de grote rij van kunstenaars die voor en na hem de schilderachtige ruïne hebben vereeuwigd.
De nieuwe abdij
Rond 1800 is de ruïne ten slotte toch gesloopt. In de twintigste eeuw werd het klooster herbouwd. Op 23 augustus 1935 namen monniken uit Oosterhout hun intrek in de nieuwe Priorij van Sint Adelbert. In 1950 werd de priorij een abdij. Het gebouw was toen al aanzienlijk uitgebreid.
Bron: Stadsarchief gemeente Amsterdam. 23 april 2019