Grote uitstroom fysiotherapeuten door werkdruk en lage salarissen
Vakbond fysiotherapeuten FDV luidt keihard de noodklok
Gepubliceerd: 5 juli 2024
Deze week luidde de Fysiovakbond FVD de noodklok. En niet heel bescheiden, maar keihard. Onderzoek van de bond laat zien dat 1 op de 10 fysiotherapeuten uitstroomt naar andere beroepsgroepen en zelfs bijna 7 op de 10 van de fysiotherapeuten denkt erover om de stap naar elders te zetten. Oorzaken: het achterblijvende salaris en de grote werkdruk.
Het salaris van een fysiotherapeut houdt niet bepaald over. Dat heeft grotendeels te maken met de vergoedingen die verzekeraars (willen) betalen. Enkele jaren geleden had onderzoeksbureau Gupta berekend dat het halfuurtarief zo rond de 35 euro zou moeten liggen. Inmiddels, met gestegen standaardkosten zoals huisvestings-, energie- en opleidingskosten zou dat tarief wel zo ongeveer op 45 euro moeten liggen om het bestaan nog een beetje aantrekkelijk te houden, zo blijkt uit het FDV-onderzoek.
Kosten stijgen harder dan vergoeding
De praktijk is echter anders, ziet ook Tosca Ronde van Fysiotherapie Ronde de Egmonden: ‘De vergoeding van de verzekeraars is wel iets gestegen, maar blijft in de meeste gevallen hangen ergens tussen de 35 en 40 euro per half uur. Dat is dus aanzienlijk minder dan de stijging van de kosten. Dat half uur is de standaardtijd voor een behandeling. Wat je nu ziet gebeuren is dat een behandeling wordt ‘gekort’ in de tijd: geen 30 maar 25 minuten. Daarmee proberen praktijken toch nog een beetje omzet te genereren die een bepaalde bestaanszekerheid biedt. Dat is natuurlijk een slechte ontwikkeling, want de kwaliteit van de behandeling staat daarmee onder druk. Wij zitten in Bergen, een van de meest vergrijzende gemeenten van het land. Fysiotherapie is als eerstelijnszorg zo belangrijk om mensen mobiel te houden, om ergere klachten te voorkomen, dat zou beter gewaardeerd moeten worden. Maar het zit niet in het basispakket. Je moet er een aanvullende verzekering voor afsluiten. Dat doet niet iedereen omdat niet iedereen dat kan betalen. De praktijk is nu dat mensen steeds vaker de fysiotherapeut achterwege laten, waardoor klachten verergeren. Vervolgens moeten ze naar een ziekenhuis voor een veel intensievere en duurdere behandeling. De preventieve kant van fysiotherapie wordt zwaar ondergewaardeerd. Het is kortetermijnbeleid wat heel snel tot nog veel hogere zorgkosten zal leiden.’
Volgens het FDV-onderzoek leidt het ontbreken van passende arbeidsvoorwaarden ertoe dat een groot deel van de eerstelijnsfysiotherapeuten erover denkt om buiten de eigen sector werk te zoeken. Omdat er al twintig jaar geen cao meer voor hen is, lopen de arbeidsvoorwaarden van eerstelijnsfysio’s steeds verder uit de pas. Hun salaris ligt tussen de 35 en 42 procent lager dan collega’s die in het ziekenhuis of in de ouderenzorg werken. Maar daarmee is die specifieke zorg wel minder goed bereikbaar.
Toekomstperspectief
Particuliere praktijken stellen nu alles in het werk om hun werknemers aan zich te binden. Dat betekent toch hogere salarissen betalen en (meer) opleidingsmogelijkheden bieden. Met uiteraard een bijbehorend toekomstperspectief. Dat zet de zaak echter nog verder onder druk. Tosca Ronde: ‘Wij zijn gelukkig nog een grote praktijk. Dat geeft als voordeel dat mensen ook wat meer toekomstperspectief hebben: je kunt een overstap maken naar een andere specialisatie bijvoorbeeld zonder dat je meteen moet verhuizen naar een andere werkgever. Als je een praktijk hebt met misschien een of twee werknemers kan dat niet. Zo’n praktijk kun je aan het eind van je loopbaan ook niet meer verkopen. De marges zijn te klein om er ook nog een afkoopsom van te kunnen betalen, dus niemand doet dat. Als het op deze manier doorgaat wordt de samenleving zeker niet bediend. Met steeds meer ouderen zou meer aandacht moeten komen voor preventie en zorg aan de voorkant. Deze nieuwe regering denkt daar echter heel anders over. Dat belooft niet veel goeds…’
Foto (redactie): Tosca Ronde maakt zich niet alleen zorgen over de toekomst van het beroep fysiotherapeut, maar vooral ook over de zorg die dan nog kan worden geboden aan de mensen die het nodig hebben.