Het oudste stuk van het Noord-Hollands Archief zetelt in Egmond-Binnen
Het stamt uit 1140
Gepubliceerd: 22 maart 2024
Het oudste originele stuk van het Noord-Hollands Archief zit in het archief van de abdij van Egmond en stamt uit 1140. Het is een bul, een pauselijke akte, waarbij paus Innocentius II de abdijen van Egmond en Rijnsburg in eigendom en bescherming neemt.
Pauselijke bescherming
Op 29 februari 1140 maakte paus Innocentius II aan abt Wouter bekend dat graaf Dirk VI, op een bedevaart naar Jerusalem, mede namens zijn moeder Petronella, de abdijen van Egmond en Rijnsburg aan de Heilige Stoel had overgedragen. De paus aanvaardde beide kloosters in eigendom en nam ze in zijn bescherming, mits jaarlijks een cijns (belasting) van 4 schellingen Friese munt werd afgedragen. Tijdens de kerkwijding op 7 oktober 1143 werd het pauselijk privilege plechtig in Egmond afgekondigd.
Onafhankelijk
Met dit pauselijk privilege kwam voor de abdij van Egmond een einde aan de rechtstoestand van grafelijk eigenklooster. Een van de voordelen van de nieuwe status was dat het klooster, nauw verbonden aan de Hollandse graven, op deze manier werd beschermd tegen eventuele al te opdringerige pretenties van de doorgaans vijandig gezinde bisschop van Utrecht. Voor de abdij zelf veranderde er door deze overdracht in de praktijk maar weinig. De graaf behield zijn voogdijrechten over de abdij. Voor het klooster betekende het vooral bescherming; de belasting die daarvoor moest worden betaald was het uiterlijke teken van deze bescherming. De speciale band met Rome leverde een bijzondere positie op, die de abdij op juridisch vlak een grotere onafhankelijkheid bezorgde en die de abdij en het abdijdomein tevens vrijwaarde tegen elke mogelijke inmenging van buitenaf.
Waardering
Het feit dat de abdij in de loop der eeuwen herhaaldelijk bevestiging van dit privilege gevraagd en gekregen heeft, toont wel aan dat men soms twijfelde over de inhoud van deze stukken en dat ze niet altijd werden nageleefd. Van de andere kant blijkt er toch wel uit dat men in de abdij waardering voor dergelijke stukken had en dat de daarin beloofde bescherming, vergezeld van sancties tegen de overtreders, geen loze formule maar een reële en voor de abdij gunstige situatie schiep.
De archieven van de abdij van Egmond
De archieven van de abdij van Egmond zijn gevormd in de middeleeuwen in de abdij. Bij het einde van de abdij in 1572 werden de stukken die daar waren veiliggesteld, zeg maar geconfisqueerd door de gewestelijke overheid. Zo kwamen ze terecht bij het archief van de Staten van Holland. In 1802 kwamen ze onder beheer van de eerste Rijksarchivaris, en kreeg het Algemeen Rijksarchief ze in bezit. In 1991-1992 werden ze overgebracht naar het Rijksarchief in Noord-Holland, dat inmiddels is opgegaan in het Noord-Hollands Archief.
Met elkaar bevatten de archieven van de abdij van Egmond ruim 2600 archiefstukken, waaronder een aantal registers, een aantal rekeningen en een zeer groot aantal charters (aktes op perkament waaraan een of meer zegels hangen). Registers zijn archiefstukken waarin rechtstreeks gegevens worden vastgelegd, of afschriften van stukken of gegevens daaruit.
Beroemd register
Een beroemd voorbeeld van een register is het zgn. Cartularium van Egmond. Dit vermoedelijk omstreeks 1420 samengestelde register bevat overgeschreven aantekeningen en akten (die men belangrijk vond voor de rechten en geschiedenis van de abdij) uit de periode 889-1421. De bul van Innocentius is dus wel het oudste fysieke stuk dat het Noord-Hollands Archief beheert; de informatie in het archief van de abdij van Egmond gaat echter nog tweeënhalve eeuw verder terug.
Afbeelding: De Pauselijke Bul van Innocentius II uit 1140. De akte is opgesteld in het Latijn.