Minister Hugo de Jonge: Bijzonder Provinciaal Landschap niet heilig
Veel Egmondse vragen over uitblijven woningbouw
Gepubliceerd: 13 maart 2023
Het werd een goede en vooral inhoudelijke avond met Minister Hugo de Jonge en Provinciaal CDA-lijsttrekker Dennis Heijnen in de Ruïnekerk. Vooral ook met veel Egmondse inbreng. Maar ze waren er op voorbereid.
Wat blijft er nog over in Egmond-Binnen?
Het begon na de introductie van beide CDA-coryfeeën door gespreksleider Patricia Wouda meteen al met vragen van Claus Tervoort, Theo van Velzen en Body Verhoogt uit Egmond-Binnen over het uitblijven van woningbouw, bijvoorbeeld bij Egmond-Binnen zuid. Zij benadrukten alledrie dat de leefbaarheid van het dorp zwaar onder druk staat. Claus Tervoort: ‘Er is nu nog 1 cafe en 1 supermarkt. Wat blijft er eigenlijk nog over? Mensen die van buitenaf komen en een goed gevulde portemonnee hebben, kunnen veel meer betalen voor die paar woningen die er al vrijkomen. Dat betekent dat onze eigen jongeren wegtrekken. Er is gewoon geen woning bereikbaar voor hen. Dat gaat ten koste van de voorzieningen en de leefbaarheid. Wat gaat u daar nu aan doen?’, was de directe vraag aan Hugo de Jonge.
De minister liet meteen weten dat hij met nieuwe wet- en regelgeving in de hand onder meer wil ingrijpen als er ‘een ellenlang dispuut ontstaat over bijvoorbeeld wel of niet bouwen in zo’n Bijzonder Provinciaal Landschap (BPL)’. Want dat is de crux in de Egmondse bouwdiscussie. Die nieuwe wetgeving moet dan nog wel even goedgekeurd worden. Ook als het gaat over het (meer) kunnen toewijzen van huizen aan lokale inwoners, waar De Jonge mee aan de slag wil, is er nog geen hard middel voorhanden.
Provincie houdt vooral tegen
Met deze vragen was echter wel de toon van de avond gezet: de Provincie houdt vooral tegen en werkt niet mee. Althans, dat was over het algemeen wel de mening van veel van de (Egmondse) aanwezigen die graag zouden zien dat er meer huizen komen.
Statenlid Heijnen: ‘Ik ben het helemaal met u eens dat die BPL-regeling veel regio’s op slot heeft gezet. Dat is niet goed en daar willen wij als CDA flexibeler mee kunnen omgaan. De juiste huizen op de juiste plek voor de juiste doelgroep. Als daarbij een BPL in de weg staat die niet goed is onderbouwd, dan willen we daarop kunnen inbreken.’
Voor CDA-lijstrekker Dennis Heijnen was het onderwerp van de tegenwerkende Provincie reden om zijn toehoorders te vragen ‘vooral goed te stemmen’. Dat zal overigens ook nodig zijn, want het CDA heeft nu slechts vier zetels in de Provincie Noord-Holland en de partij heeft de afgelopen vier jaar vanuit de oppositie moeten werken.
Overigens, de aanduiding BPL is alleen in de provincie Noord-Holland van toepassing. Het is een samenstelling van allerlei landschappelijke, historische en natuurlijke waarden die bij elkaar zijn geveegd. Heijnen: ‘Dat maakt het weliswaar overzichtelijker, maar de nuance is helemaal weg. In veel gevallen is het helemaal niet zo duidelijk wat nu precies de belangrijkste reden is om ergens niet te bouwen bijvoorbeeld en hoe zwaarwegend die reden dan wel is. Het wordt tijd om ook andere afwegingen te kunnen maken.’
Niet meewerken? Dan ook minder geld
Met ‘zijn regionale woondeals’ wil Hugo de Jonge de zaak vlottrekken. Deze week gaat hij ook voor Noord-Holland in de slag. Maar wat nu als een gemeente niet wil meewerken? De Jonge: ‘Natuurlijk hoop ik dat de deals in goed overleg tot stand komen: wat gaan we waar nog bouwen voor welke doelgroepen om te kunnen voldoen aan die woningbouwdoelen? Maar als we er niet uitkomen, dan wil ik uiteindelijk als minister de mogelijkheid hebben – en gebruiken – om gemeenten die bijvoorbeeld zonder goede onderbouwing toch niet willen meewerken om wat flexibeler met die BPL om te gaan ook (deels) uit te sluiten van financiële steun bij andere bouwprojecten. Terwijl ze toch voor de opdracht blijven staan om de woningbouwdoelen van 2030 te gaan halen.’
Dat klinkt al behoorlijk dreigend, maar de ‘devil is in the details’ waarschijnlijk. Zoals ‘het ontbreken van een goede onderbouwing’.
Beroepsprocedures inkorten
Een andere doorn in het oog van De Jonge is de duur van procedures. ‘Van plan tot woning duurt gemiddeld tien jaar. Dat vind ik veel te lang. Ik wil toch kijken of er mogelijkheden zijn om bijvoorbeeld beroepsprocedures richting Raad van State in te korten. We moeten wat af van de afweging over ‘het uitzicht’ en meer naar een afweging over ‘het recht op wonen’. Dat laatste is onze grondwettelijke plicht.’ Om inspraak- en beroepsprocedures in te korten of te beperken is in Nederland echter niet zomaar geregeld, zoveel is ook wel duidelijk in het versnipperde politieke landschap.
Natuurlijk waren er meer zaken, zoals meer grond om de landbouw te verduurzamen, het sneller en meer bouwen van tiny houses als optie om te wonen, en het verbouwen van lege bedrijfspanden, maar de woningbouw rond de Egmonden – vooral Egmond-Binnen – liep als een rode draad door de vragen en antwoorden. Het werd een avond met vooral Hugo de Jonge aan het woord. Geheel in lijn met veel politieke bijeenkomsten met landelijke kopstukken in de aanloop naar de verkiezingen van de Provinciale Staten. Maar het zij gezegd: beide mannen hadden zich goed voorbereid en wisten wat er speelde in deze regio.
Als het aan hen ligt waait er straks een andere wind vanuit het Provinciehuis. Maar ja, het ligt niet aan hen, maar aan de kiezer.
Foto’s (Hans Brouwers, Habro Fotografie): Hugo de Jonge spreekt een volle Ruïnekerk toe en geeft antwoord op de vragen van onder meer Claus Tervoort (3, 5) en Theo van Velzen (4) uit Egmond-Binnen. Op de laatste foto is de peiling te zien van begin maart uitgevoerd door onderzoeksbureau Ipsos.
Klik op één van de afbeeldingen voor een vergroting.