Nationale Bijentelling: Koud weer zorgt voor lager aantal getelde bestuivers
Het gaat (nog) niet goed met de bijen ondanks maatregelen
Gepubliceerd: 28 april 2023
Meer dan 3400 Nederlanders telden weer mee tijdens de Nationale Bijentelling vorige week. Het was over het algemeen koud met af en toe zon, dus zowel voor de bijen als voor de tellers was het zoeken naar een half uur droog weer om naar buiten te gaan. De honingbij en de twee metselbijen (rosse en gehoornde) werden het meest geteld, met de hommels op een flinke achterstand.
De gemeente Bergen is officieel erkend als bij-vriendelijke gemeente door ‘Nederland Zoemt’ en heeft al veel gedaan om meer bijen te trekken. Door onder meer een aangepast, bijvriendelijk maaibeleid en gevarieerde beplanting wordt getracht het aantrekkelijk voor de bijen te maken. Niettemin lijkt het er dus op dat het nog steeds niet echt beter gaat met de bijen.
Deze keer was er echter een bijkomende oorzaak van het lagere aantal getelde bijen: de kou. Het 6e jaar van de bijentelling laat, door het koude weer, een deels ander beeld zien dan de voorgaande jaren. Door jaren achtereen te tellen krijg je langzamerhand een goed beeld van de stand van de bestuivers in het voorjaar. De bijen-experts gaan komende weken werken aan een volledige analyse, maar er zijn nu al een paar opvallende zaken te melden.
Door het koude weer werden er per teller gemiddeld minder bijen geteld dan eerdere jaren. Ondanks de verlenging van de Nationale Bijentelling noteerden mensen rond de 15 bestuivers per telling. Voorgaande jaren werden er meestal rond de 20 individuen geteld. Dit ligt ongetwijfeld aan het koude weer, bijen zijn namelijk koudbloedig en moeten zich opwarmen om te kunnen vliegen. Honingbijen hebben ‘centrale verwarming’ in de bijenkorf en kunnen dus bij relatief lage temperaturen al vliegen. Ook een bijenhotel op een zonnige plek in de relatief warme stad kan ervoor zorgen dat metselbijen actief zijn ondanks de kou. Andere soorten moeten zich helemaal zelf opwarmen en laten zich in de kou minder zien.
Opvallend is dat van 1 op de 4 getelde bestuivers niet bekend is om welke soort het gaat. Zowel ‘bij onbekend’, ‘hommel onbekend’ als ‘zweefvlieg onbekend’ werden vaak aangekruist. Bestuivers herkennen is moeilijker dan tuinvogels of vlinders en we gaan het komende jaar extra aandacht besteden aan nog betere online informatie om de bestuivers op naam te brengen. Wil je gelijk aan de slag? Kijk op www.nationalebijentelling.nl/bijles/ voor artikelen, video’s en e-learnings en leer bijen (nog) beter herkennen!
Bron: IVN.nl
Foto (redactie): het was behelpen dit jaar met het tellen van de bijen. Mede door de kou waren er minder dan in andere jaargangen van de Nationale Bijentelling.