OPINIE: Hoezo niet in de openbaarheid?
Waarheidsvinding moet toch altijd bovenaan staan?
Gepubliceerd: 18 oktober 2024
Deze week kwam Commissaris van de Koning Arthur van Dijk met een opmerkelijke reactie op de motie van wantrouwen van de voltallige gemeenteraad tegen burgemeester Lars Voskuil. Hij, Van Dijk dus, vond dat dit proces (deels in ieder geval) niet ‘in de publieke arena’ had moeten plaatsvinden. Dat is wel een beetje gek, toch? En dat zegt hij dan in een openbare verklaring op de site van de Provincie…
Er is een onderzoek van anderhalf jaar uitgevoerd en daaruit kwam bij het tot stand komen al naar voren dat ‘niet iedereen altijd even spontaan meewerkte’ om de gevraagde informatie te verstrekken. Als dat achter gesloten deuren zou plaatsvinden, wat moeten burgers daar dan van denken (als ze er ooit achter zouden komen)? Als duidelijk is dat er zaken dreigen mis te gaan (of al zijn misgegaan) met mogelijk serieus nadelige gevolgen voor de gemeente, is het toch alleen maar logisch dat de verantwoordelijken daarvoor op het matje worden geroepen? Dat gebeurt in dit geval door de volksvertegenwoordiging, de gemeenteraad dus.
Dat er zaken zijn misgegaan is wel duidelijk geworden aan de hand van het gedetailleerde raadsonderzoek. Niet een beetje mis, maar serieus mis. Overigens, niet alleen doordat de burgemeester verkeerde inschattingen heeft gemaakt. Dat de burgemeester als voorzitter van het college van B&W de raad niet (tijdig) heeft ingelicht over het disfunctioneren van een van zijn (voormalig) wethouders, is echter een politieke doodzonde. Daar zijn meer politici in alle geledingen van de bestuurlijke macht op gesneuveld.
Dan helpt het echt niet om dat feit onder de pet te houden. Het is toch het beste wanneer juist in alle openheid wordt besproken dat het is misgegaan en wat er is misgegaan? Dan kun je er nog wat van leren. Als je als CvdK niet begrijpt dat de tijd van achterkamertjes en besloten vergaderingen voorbij is, dan is er volgens mij ook iets mis.
Op alle niveaus wordt getracht een (meer) betrouwbare en transparante overheid na te streven. Soms met meer en soms met minder succes. Bovendien, de Wet Open Overheid is niet voor niets in het leven geroepen, toch? Die is juist bedoeld om meer proactief en transparant om te gaan met (informatie rond) bestuurlijke besluitvorming, zodat je als burger niet steeds achter de feiten aan hoeft te lopen.
Het gaat om waarheidsvinding, om een reconstructie van wat er is gebeurd en wie welke actie heeft ondernomen. Of juist niet, zoals in dit geval. Daaraan kunnen (politieke) consequenties zijn verbonden, dan is dat maar zo. De onderzoekscommissie heeft zich als raadsvertegenwoordiging, gesteund door de raad, anderhalf jaar tot het uiterste ingespannen om alles, of in ieder geval zoveel mogelijk, boven water te krijgen. Uit het beeld dat daaruit naar voren kwam, heeft de commissie conclusies getrokken. Daar was geen speld tussen te krijgen, vond de raad. Ook de betrokkene gaf toe dat het anders had gemoeten.
Als daarnaast een van de conclusies van de gemeenteraad luidt dat ‘sprake was van een patroon’ dan komt er een moment om je verantwoordelijkheid te nemen. Als dan volgens diezelfde raad, kort samengevat, de bestuurder van de kruiwagen niet in staat is gebleken om alle kikkers erin te houden, om wat voor reden dan ook, wordt het blijkbaar tijd dat iemand anders de kruiwagen ter hand neemt.
Dat heeft de raad van Bergen vorige week unaniem geconcludeerd en met een motie van wantrouwen in gang getrokken. Of je het er – ook als CvdK – mee eens bent, is een andere zaak. Dat het goed is om in alle openheid deze ontwikkelingen te bespreken lijkt mij vanzelfsprekend. Doen alsof iets (blijkbaar een probleem in de aansturing en informatieverstrekking) er niet is, wil niet zeggen dat dat het er dan ook niet is.
Of er sprake is van onherstelbaar verstoorde bestuurlijke verhoudingen? In ieder geval zag niemand in deze gemeenteraad in burgemeester Lars Voskuil de aangewezen persoon om ‘het verbeterproces rondom de bestuurlijke besluitvorming’ te begeleiden en de kar weer in het goede spoor te trekken. Ook nadat hij alle gelegenheid had gehad zichzelf te verantwoorden naar de raad, slaagde hij er niet in zich te rehabiliteren. Het vertrouwen in de burgemeester was weg bij de raad. Zoveel was in ieder geval wel duidelijk na de bijzondere raadsvergadering van vorige week.
Bijzonder dan dan de Commissaris van de Koning daar zijn vraagtekens bij zet. Publiekelijk.
John de Waard