Oplossen van parkeer- en woningtekort staat hoog op de lijst bij D66
Rubriek: Op weg naar de verkiezingen
Gepubliceerd: 14 januari 2022
De verkiezingen komen er aan op woensdag 16 maart. Om de burgers een beetje ‘bij te praten’ over waar de diverse partijen staan heeft Flessenpost uit Egmond de (beoogd) lijstrekkers gevraagd hoe zij over bepaalde, vooral in de Egmonden spelende, onderwerpen denken. Deze verhalen zijn iets langer dan u gewend bent in de Flessenpost, maar er staat dan ook genoeg op het spel.
Als eerste is D66 hierin aan het woord met Alexandra Otto als lijsttrekker.
Het parkeren in de Egmonden is een behoorlijk punt van discussie. Er dreigt door het uitbreiden van betaald parkeren steeds meer overloop naar bijvoorbeeld Egmond aan den Hoef. Gaat daar ook betaald parkeren komen?
‘Door de toeloop van toeristen naar Egmond aan Zee bestaat er een kans dat recreanten eerder gaan parkeren in Egmond aan den Hoef of Egmond-Binnen. Echter, wij denken dat die overloop mee zal vallen. De mensen komen naar het strand voor het strand en niet voor het gratis parkeren. Het betaald parkeren – zeker wanneer er meer verschil komt in het tarief voor de diverse zones – heeft daarom vooral een regulerende functie, zodat niet iedereen maar rondjes blijft rijden op zoek naar een plek zo dicht mogelijk bij het strand. Ook moeten we proberen de mensen meer met de fiets of het OV te laten komen. Bijvoorbeeld door dat aantrekkelijker te maken dan de auto. Overigens, de meeste parkeerplekken worden ingenomen door verblijfsrecreanten. Als we die bijvoorbeeld naar de transferia krijgen, want zij zijn toch al bij het strand, dan scheelt dat al enorm in de parkeerdruk.’
Digitaal parkeren gaat nu echt ingevoerd worden. Is het nu helemaal op orde?
‘Dit afgelopen jaar gold als overgangsperiode. In verband met onvoldoende waarborg van de privacy werd de digitale invoering uitgesteld. Dat was verstandig. Een overgroot deel van de inwoners is digitaal actief en voor hen die dat niet zijn wordt een oplossing gezocht door instructie bijeenkomsten te organiseren, vooral voor ouderen. Overigens lijkt het erg mee te vallen met de problemen voor mensen die minder digitaal vaardig zijn. We moeten altijd even wennen aan nieuwe ontwikkelingen. Het ziet er naar uit dat het gaat lukken. Het uitstel heeft ook zijn nut gehad om aan het idee te wennen.’
Er is een dringend gebrek aan betaalbare woningen. Een mogelijke oplossing zou toch kunnen liggen in het (langere tijd) bewonen van huizen op de diverse parken die we in de Egmonden hebben?
‘Dat lijkt een mooie oplossing, maar er zit meer aan vast dan je zo het eerste oog ziet. Bijvoorbeeld, het bewonen van dergelijke parken heeft invloed op het aantal te bouwen huizen dat wij dan toegewezen krijgen in de regionale toewijzing van nieuwbouwhuizen. Simpel gesteld: op het moment dat we veel huizen op die parken laten bewonen hebben we als gemeente in totaal meer huizen en krijgen we dus minder nieuwe huizen toegewezen. Overigens als D66 staan we wel open voor uitzonderingen, bijvoorbeeld 70+’ers die dan wel de mogelijkheid wordt geboden om op die parken te gaan wonen. Als daarmee meer doorstroming op gang komt werkt het naar meerdere kanten goed voor onze inwoners.’
Een andere optie is zo snel mogelijk inbrei-locaties opvullen. Waarom is er geen inzicht in de hoeveelheid huizen waar we het dan over hebben? Dat argument wordt immers veel aangehaald door bijvoorbeeld tegenstanders van bouwen buiten de bebouwde kom, waarvoor nu diverse plannen bestaan.
‘Wat is een inbrei-locatie? Van wie is de grond? Is een grote tuin bij een woning ook een inbrei-locatie? En wil je dan binnen de bebouwde kom elke vierkante meter vrije ruimte volbouwen? Dat is toch ook niet zo’n aantrekkelijke optie lijkt ons. Een aantrekkelijke leefruimte is ook belangrijk. Er moet vooral meer duidelijkheid komen over welk type woningen concreet nodig is om (meer) te kunnen voldoen aan de behoefte van woningzoekenden. Inmiddels is wel duidelijk dat er ook behoefte is aan het middensegment, zowel qua huur als qua koop. In het maken van bouwplannen moet je daar dus rekening mee houden. Vaak betekent dat ook een ander type woning, meer grondgebonden en meer woningen voor ouderen in de kernen om de doorstroming te bevorderen bijvoorbeeld.’
Wat als de Raad van State alsnog een streep zet door ‘het veegplan’ straks? Dat scheelt dan bijna 400 huizen.
‘Dan zouden we heel teleurgesteld zijn en gaan we kijken waar de knelpunten zitten om het alsnog gedaan te krijgen. Voor D66 is het alle hens aan dek om mensen aan een woning te kunnen helpen. Overigens, met alle huizen die er nu gepland staan en de daarbij komende inbrei-locaties + de grote hoeveelheid bezoekers/toeristen die naar Egmond komen, denken we dat we aardig aan de grens van het haalbare en wenselijke zitten.’
Er gaat de komende tijd veel worden geïnvesteerd in bijvoorbeeld de fusielocatie. Als die doorgaat tenminste. Maar welke invloed heeft dat op de kleinschalige voorzieningen in de kernen, zoals speelplaatsen, klimtoestellen, skatebaan, voetbalkooi etc.?
‘Daar kunnen we duidelijk over zijn: Onderhoud van deze voorzieningen staat los van grote projecten als een fusielocatie en een nieuwe sporthal. Kleinschalige voorzieningen worden ook weer apart bekeken binnen een buurt of projectplan. Wij willen niet dat investeringen in grote projecten ten koste van deze belangrijke kleinschalige voorzieningen gaan. Die zijn juist zo belangrijk voor de leefbaarheid in de kernen. Daarom zijn wij bijvoorbeeld ook voorstander van de investeringen in de dorpshuizen in Egmond-Binnen en Egmond aan den Hoef die nu ‘onder de hamer’ liggen.’
Dan nog even over participatie. Ook wel een regelmatig terugkerend onderwerp van gesprek om het maar zacht uit te drukken. Wat is wat u betreft eigenlijk het grootste euvel als het gaat om de participatie in de gemeente Bergen? Egmonders voelen zich – misschien nog wel meer dan Bergenaren – niet gehoord, of misschien zelfs genegeerd. Is dat terecht?
‘Wij denken dat het niet zo zeer gaat om participatie, maar meer om communicatie. De Egmonden zijn juist vooroplopend in participatie bij bijvoorbeeld de Thuiskamer en de Dorpsvisie Egmond-Binnen. Echter, dat vooraf onvoldoende is gecommuniceerd over de beïnvloedingsmogelijkheden van inwoners bij de diverse projecten in Ruimtelijke Ordening, zou (wellicht) mogelijk een oorzaak kunnen zijn van het zich niet gehoord voelen. Meepraten mag, maar tot welk niveau en waarover? En is meepraten ook meebeslissen? Uiteindelijk gaat het altijd om een afweging van belangen, waarbij ook altijd mensen zullen worden teleurgesteld. Communicatie vooraf over mogelijke inbreng en achteraf over waarom er wel of niet iets mee is gedaan, is voor D66 cruciaal in participatie. Daarom zijn we blij dat we dat terugzien in de nieuwe nota over het participatiebeleid.’
‘Wij vinden het noodzakelijk dat per project vooraf helder wordt gecommuniceerd welke vorm van participatie nodig is (inbreng geven, meepraten of ook meebeslissen?) en binnen welke kaders (hoeveel geld is er voor het project beschikbaar, welke wetgeving en beleid liggen eraan ten grondslag). Verwachtingsmanagement is hierin heel belangrijk. Vervolgens moeten we ook kijken naar hoe we communiceren over de verschillende fasen in het traject. Daarin heeft de gemeenteraad ook een rol: wij zullen ons als raadsleden vooraf meer moeten laten informeren hierover en controleren hierop.’