Realisatie Natuurnetwerk Nederland (NNN) loopt flink achter
Investeren in verbonden natuurnetwerk is de manier om zaken in balans te brengen
Gepubliceerd: 10 januari 2025
Nederland is nog steeds niet op koers om het Natuurnetwerk Nederland tijdig af te ronden. Dat blijkt uit de tiende voortgangsrapportage natuur. Terwijl de realisatie van meer, verbonden natuur juist een enorme impuls kan geven aan ons land. In dit tempo wordt het netwerk niet zoals afgesproken in 2027 afgerond, maar pas 13 jaar later. De realisatie zou daarmee twee keer zo lang duren als gepland. Zo staat te lezen bij Natuurmonumenten.
In de gemeente Bergen is onlangs nog de Zuurvenspolder tot NNN-gebied bestemd. Mede met de hoop in het achterhoofd dat er dan wellicht met de Provincie wat valt te onderhandelen om elders in een Beschermd Landscap iets aan woningbouw te realiseren. Of om tenminste te voorkomen dat de hoogspanningskabel vanuit zee niet door onze gemeente zou hoeven te lopen.
Duurt twee keer zo lang
Om het NNN te realiseren is 80.000 hectare nodig voor 2027. Sinds de start van het plan in 2011 is er 50.480 ha gerealiseerd waarvan 1968 hectare in 2023. In dit tempo is het NNN niet zoals afgesproken af in 2027, maar pas in 2040 – de uitvoering duurt dan twee keer zo lang als afgesproken. Dat is slecht nieuws voor natuur én mens.
Dat de uitvoering te langzaam gaat erkennen de overheden, maar een plan om dit op te lossen wordt niet geboden. Sterker nog, van de taskforce die een paar jaar geleden werd ingesteld om de realisatie een impuls te geven, wordt nergens meer gerept. En budgetten die klaar stonden voor natuurontwikkeling (zoals het transitiefonds) werden geschrapt. Wat opvalt is dat de rapportage wél uitgebreid ingaat op de toename van ANLB-gronden (landbouwgrond waar iets extra’s voor natuur wordt gedaan). En hoewel het natuurlijk goed is als ook op boerengrond natuur meer de ruimte krijgt, is het vreemd dat dit in deze rapportage aan bod komt. Want de afspraken uit het natuurpact gaan niet over natuurijker boeren, maar over het vergroten en verbinden van natuurgebieden. ‘Voor dat laatste wordt geen enkele oplossingsrichting aangedragen’, klaagt Natuurmonumenten op haar site.
Hoe het wel kan
De natuur staat onder druk en op vele vlakken lopen we tegen de grenzen aan: ons water is te vuil, er is te veel stikstof, bestrijdingsmiddelen en droogte. Al deze factoren hebben niet alleen impact op de natuur maar ook op onze leefomgeving. Schone lucht en schoon water worden steeds schaarser en bodems raken uitgeput waardoor voedselproductie steeds moeizamer en duurder wordt. De oplossing is tweeledig. Aan de ene kant moeten de drukfactoren omlaag: minder (water-)vervuiling, minder stikstof, minder bestrijdingsmiddelen. Aan de andere kant moeten natuurgebieden met elkaar worden verbonden en moet er meer natuur bij, zodat die robuuster en gezonder wordt.
Een van de opties die door natuurbeheerder PWN wordt genoemd in het kader van verbinding van natuurgebieden is om een ‘ecoduct’ (natuurbrug) te realiseren aan de ‘voet van Egmond aan Zee’. In de beheervisie van PWN die recent is gepasseerd in Provinciale Staten werd deze optie nadrukkelijk genoemd. En niet geschrapt door de statenleden.
Ingeklemde natuur
Het Natuurnetwerk Nederland is ooit gestart als de Ecologische Hoofdstructuur; een robuust Europees natuurnetwerk. Die plannen werden door de Nederlandse politiek destijds gehalveerd: er zou met de NNN zou maar liefst 90.000 hectare minder natuur worden gerealiseerd. Keer op keer blijkt dat minder natuur zorgt voor méér problemen. Van de afgeslankte ambities voor natuur en het te langzaam realiseren van het NNN heeft de samenleving nog altijd last. Natuurgebieden liggen vaak strak ingeklemd tussen intensieve landbouw, wegen of steden. Vergunningverlening ligt nagenoeg stil, aldus Natuurmonumenten.
Het investeren in een robuust Natuurnetwerk van onderling verbonden natuurgebieden waar milieucondities op orde zijn en de natuurkwaliteit herstelt, is dé manier om in balans met elkaar te kunnen recreëren, landbouw te kunnen bedrijven en de economie draaiend te houden, aldus Natuurmonumenten tot slot.
Marjolein Koek, persvoorlichter Natuurmonumenten
Bron: Natuurmonumenten.nl