Samenwerkende Omgevingsdiensten krijgen meer grip op wat er in het afvalwater terecht komt
Samenwerking vergroot slagkracht aanpakken indirecte lozingen
Gepubliceerd: 29 maart 2024
In 2023 is de pilot Indirecte lozingen uitgevoerd door de Omgevingsdiensten Noord-Holland Noord (die gaat over onze regio, red.), Noordzeekanaalgebied, IJmond en Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. De pilot is een initiatief van de samenwerkende gemeenten in het beheergebied van deze OD’s, Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier, Provincie Noord-Holland, Rijkswaterstaat, PWN en dus de drie bovengenoemde Omgevingsdiensten. Bij bedrijven uit verschillende branches in het gebied is het bedrijfsafvalwater dat op de riolering geloosd wordt onderzocht.
Binnen de pilot zijn 103 bedrijven in verschillende branches bezocht, 77 bedrijven lozen het afvalwater op de riolering. Bij ongeveer 60 van de 77 bedrijven werden stoffen aangetroffen die vanwege hun schadelijkheid, vermeden moeten worden. Branches waar hoge concentraties Zeer Zorgwekkende Stoffen (ZZS) zijn aangetroffen zijn afvalverwerking, metaalbewerking en olie –en vetverwerking. Bedrijfsafvalwater dat op de riolering wordt geloosd en niet direct op het oppervlaktewater of rioolwaterzuivering wordt een indirecte lozing genoemd. Deze indirecte lozing van bedrijven op de riolering kan gevolgen hebben voor de werking van de riolering, het zuiveringsproces en de kwaliteit van het gezuiverde afvalwater dat via de rioolwaterzuivering naar het oppervlaktewater gaat.
Pilot versterkt samenwerking voor uitwisselen kennis en ervaring
De toezichthouders hebben ervaren dat de pilot in goed contact met de bedrijven is uitgevoerd en dat de bedrijven bereid zijn om mogelijke verbeteringen door te voeren. De pilot heeft de samenwerking op het gebied van indirecte lozingen tussen de drie omgevingsdiensten en het hoogheemraadschap versterkt en geleid tot de vorming van een netwerk voor het uitwisselen van kennis en ervaring. Met deze gezamenlijke bronaanpak lopen de partijen voorop in Nederland. De pilot is mede mogelijk gemaakt door een subsidie vanuit het Landelijke Interbestuurlijk Programma versterking Vergunningverlening, Toezicht en Handhaving stelsel (IBP-VTH).
Meer zicht op wat er speelt
Het doel van de pilot was om meer zicht te krijgen wat er speelt op het gebied van indirecte lozingen in verschillende branches in de regio. De pilot legt de de nadruk op toezicht en niet op vergunningverlening en handhaving en richt zich op de meest schadelijke stoffen voor het oppervlaktewater. Daarbij is ook gekeken naar stoffen die problemen opleveren voor de werking van de riolering en afvalwaterzuiveringen. Als bij indirecte lozingen op de riolering deze stoffen worden aangetroffen, is het aan de bedrijven om deze bij de bron terug te dringen en zo bij te dragen aan de verbetering van de waterkwaliteit en de gezondheid van de inwoners in het gebied. Een ander doel was met de opgedane kennis en ervaring het kennisniveau van meer toezichthouders te verhogen, hen gericht verder op te leiden en landelijk uitwisselen van ervaringen.
Samenwerkingspartijen verkennen vervolg pilot
De pilot was een eerste stap om meer grip te krijgen op de indirecte lozingen. De samenwerkende partijen verkennen op basis van de resultaten hoe de pilot een vervolg krijgt. In de pilot is een deel van de bedrijven in de regio onderzocht. Het levert waardevolle inzichten op over de geloosde stoffen per branche en wat er nodig is om op een doelmatige wijze de inspecties uit te voeren. De bezochte bedrijven zijn zich meer bewust geworden van het effect van de stoffen die zij lozen en hoe zij deze lozing kunnen voorkomen of verminderen. De resultaten van de pilot en de ervaringen die daarbij zijn opgedaan worden de komende periode ook landelijk gedeeld.