Wat bepaalt de keuze voor je studie? Interesse of salaris en arbeidskansen?
Moet je doen wat je leuk vindt, of waar vraag naar is?
Gepubliceerd: 9 februari 2024
Deze week kwam in het nieuws dat jongeren steeds vaker kiezen voor een opleiding die aansluit bij wat ze leuk vinden en wat ze kunnen. In plaats van waar vraag naar is in de arbeidsmarkt.
Een tekenend voorbeeld zijn wetenschappelijke economische opleidingen. Het aantal inschrijvingen in die studierichting is de afgelopen jaren licht gestegen, terwijl het perspectief op de arbeidsmarkt voor afgestudeerden in economische richtingen al langere tijd daalt. Als gekeken wordt naar alle studierichtingen blijkt dat het aantal inschrijvingen niet samenhangt met het arbeidsmarktperspectief.
Ook in onze regio worden regelmatig campagnes gehouden van opleidingen., bijvoorbeeld de technische, waarin potentiële leerlingen worden gestimuleerd om zo’n opleiding te kiezen. Simpelweg omdat er op dat moment een grote vraag naar is. Maar hoe vaak gebeurt het niet dat wanneer veel aanmeldingen zijn voor een bepaalde opleiding vanwege de krapte, in de tijd dat die generatie leerlingen klaar is met een opleiding, de situatie al weer is veranderd?
De studie die iemand heeft gedaan, doet ertoe bij het betreden van de arbeidsmarkt. Zo verschillen het startsalaris en de kans op een baan tussen sectoren en tussen studies. Ook over de tijd kunnen de verschillen groot zijn. Voor de hbo-studierichting taal en cultuur geldt bijvoorbeeld dat het uurloon de afgelopen jaren is achtergebleven bij de startsalarissen van andere hbo-studierichtingen. Bij afgestudeerden in technische mbo-opleidingen ligt het startsalaris de laatste jaren circa 20% boven het startsalaris in de sector handel.
Risico’s
Nu blijkt dat studie-inschrijvingen niet of nauwelijks reageren op ontwikkelingen op de arbeidsmarkt bestaat het risico dat arbeidstekorten in bepaalde sectoren blijven voortbestaan. En dat tegelijkertijd mensen die niet beschikken over de juiste vaardigheden, na afstuderen een grotere kans op werkloosheid hebben. Vanuit economisch perspectief zou het daarom gunstig zijn wanneer jongeren bij hun studiekeuze in zekere mate rekening houden met veranderende arbeidsmarktperspectieven.
Betere voorlichting
Uit eerder onderzoek kwam naar voren dat betere informatievoorziening aan scholieren kan helpen om de studiekeuze bij te sturen. Er is een aantal experimenten gedaan waarbij (toekomstige) mbo-studenten expliciete informatie krijgen over de arbeidsmarkt. Dit lijkt de studiekeuze in enige mate bij te sturen. Het beschikbare onderzoek is beperkt en richt zich voornamelijk op het vmbo en mbo. Het zou wenselijk zijn als er meer onderzoek wordt gedaan naar het studiekeuzeproces op alle onderwijsniveaus, zo laat het CPB weten.
Foto: Voorbeeld van een campagne (in dit geval van vorig voorjaar) om jongeren te interesseren voor een technische opleiding. Vraag is: moeten jongeren zich meer laten leiden door de vraag in de markt of is het belangrijk dat ze iets doen waar ze zich goed bij voelen en waar ze (wellicht) goed in zijn? Het een hoeft het ander niet uit te sluiten, maar volgens het CPB wordt best vaak gekozen voor het laatste.