UPDATE: ‘Werkwijze voormalig wethouder Valkering zeker niet gewoonste zaak van de wereld’
Zonder collegebesluit als grondslag zou eigenlijk geen iok mogelijk moeten zijn
Gepubliceerd: 17 juni 2024
In tegenstelling tot hoe voormalig wethouder Klaas Valkering het beleefde, intentieovereenkomsten (iok) aangaan zonder een onderbouwd collegebesluit daaraan ten grondslag, is zeker niet gewoon. Dat was wat gemeentesecretaris Martijn Schroor en Burgemeester Lars Voskuil de onderzoekscommissie maandag verzekerden.
Onderzoekscommissie
In de ochtend was voormalig wethouder Klaas Valkering aan de beurt om ondervraagd te worden door de onderzoekscommissie van de gemeenteraad van Bergen. Het ging over de gevolgde procedure met betrekking tot de door Valkering ondertekende intentieovereenkomst die de gemeente Bergen is aangegaan met Het Bijzondere Huis. Dat laatste is een zorginstelling voor mensen met een meervoudige handicap die de locatie van de Mytylschool in Bergen voor ogen had voor een onderkomen. De vragen die aan de orde kwamen draaiden onder meer om de datum van ondertekening, de tekenbevoegdheid van Valkering, de beslissingsbevoegdheid van Valkering en de mogelijke gevolgen voor de gemeente – en voor Het Bijzondere Huis – van de gevolgde werkwijze.
Na een dag lang verhoren kwam het beeld naar boven van een weliswaar hardwerkende wethouder, maar wel een solist, een die wel erg veel op eigen houtje deed; een college dat in behoorlijke animositeit moest proberen samen te werken en een grote politieke verdeeldheid in de raad waar men vooral elkaar afrekende. Voeg daarbij de aarzeling bij de burgemeester en gemeentesecretaris om de raad te informeren over de intentieovereenkomst, omdat veel over de iok nog onduidelijk was, en de chaos is compleet. ‘Niet dat er helemaal nooit een intentieovereenkomst zonder collegebesluit tot stand komt, maar gewoon is het zeker niet’, aldus Schroor. ‘In principe gaat alles via het college.’ Volgens Valkering was ‘zijn werkwijze’ echter eerder regel dan uitzondering. ‘Bij De Beeck en Dorp & Duin is het bijvoorbeeld ook zo gegaan. Daar is ook geen sprake van een expliciet collegebesluit geweest en zit de ondertekening intrinsiek in de andere rechtshandelingen rond zo’n project.’
‘Absurditeit’
‘De absurditeit van deze intentieovereenkomst ‘die de indruk wekt even door de wethouder te zijn geregeld’ drong misschien niet goed tot ons door’, aldus de gemeentesecretaris in zijn antwoorden aan de commissie. ‘Er stonden bepalingen in deze overeenkomst die daar nooit in hadden mogen staan en er normaal ook nooit in zouden hebben gestaan als het document volgens de juiste procedure tot stand zou zijn gekomen. Er stond onder meer in dat sprake was van een resultaatverplichting voor de gemeente in plaats van een inspanningsverplichting en het zogenaamde Didam-arrest (over regels bij verkoop van gemeentelijk vastgoed, red.) stond ook – op zijn minst – op gespannen voet met wat in deze overeenkomst stond. Valkering daarover: ‘Die verzwaring is aangebracht om de initiatiefnemer van Het Bijzondere Huis wat comfort te bieden. De komst van de BSG op die locatie zou immers hun plannen met twee jaar vertragen. Daarom is die passage ingevoegd.’ Dat de BSG tijdelijk op de locatie Mytylschool zou komen kwam eind 2022 aan de orde doordat er verbouwd moest worden op de locatie waar de BSG gevestigd is.
Ondertekening op 8 maart
Wat Valkering wel direct onder ede verklaarde op een van de eerste vragen van de commissie, was dat de ondertekening op 8 maart 2022 had plaatsgevonden. Dat wist hij absoluut zeker. Er waren namelijk wel wat zaken die ‘niet meer helemaal scherp waren’ of ‘niet meer helder voor de geest stonden’ of ‘ik heb gedurende zo’n drie jaar 16 gesprekken per dag gehad, die kan ik me echt niet meer allemaal letterlijk herinneren’. Maar dat gold niet voor de ondertekening op 8 maart. ‘In die tijd was het heel druk, ik heb een paar nachten achter elkaar doorgewerkt, maar ik weet zeker dat ik voor het collegeoverleg van 8 maart heb getekend, dus dan moet het ergens op een moment in die nacht ervoor zijn geweest.’
Over de tekendatum was namelijk discussie, want op 11 maart nam hij (noodgedwongen) ontslag als wethouder na gebruik van het gemeentelogo op een brief voor de verkiezingscampagne van het CDA. Per die datum was hij dus geen wethouder meer. In de maand erna gebeurde er van alles: de intentieovereenkomst moest nog naar Het Bijzondere Huis, Valkering moest ‘zijn gemeentezaken’ inleveren en dossiers moesten worden overdragen. Dat lag ook nog iets ingewikkelder dan normaal, want Valkering zou aanblijven als raadslid, verklaarde de gemeentesecretaris in de middag. ‘Toegang tot informatie in het raadsinformatiesysteem hield hij dus gewoon, want dat is ook voor de raadsleden beschikbaar.’
Afwachten is het credo
Na de (separate) verhoren van de gemeentesecretaris en de burgemeester in de middag werd duidelijk dat de rest van het college op dat moment nog niets wist van die overeenkomst, laat staan dat die getekend was en mogelijk (grote) gevolgen zou kunnen hebben voor de gemeente Bergen. Schroor: ‘Ik hoorde eind maart over die intentieovereenkomst, maar aangezien ik geen idee had waar die over ging en wat er precies in stond, heb ik besloten af te wachten totdat ik het document zou hebben.’ Toen die getekende intentieovereenkomst dus uiteindelijk (eind juni) op het bureau van de secretaris kwam, was deze verbijsterd. Hij lichtte per ommegaande de burgemeester in. Vervolgens was er de aarzeling bij beiden om actie te ondernemen. Iets waarmee de commissie grote moeite had. ‘Waarom lichtte u bijvoorbeeld niet het presidium in, of de gehele raad?’
Gevoelig
Dat lag bijzonder gevoelig, meldden zowel Schroor als Voskuil. ‘Het waren politiek roerige tijden. De term ‘vechtcollege’ was meer dan eens genoemd en de politieke verdeeldheid was groot. Bovendien wisten we op dat moment niet precies wat de juridische status van deze overeenkomst was’, liet Schroor, zowel als later ook Voskuil, de commissie weten. ‘Daarover wilden we eerst meer duidelijkheid hebben. Deze zaak zou op dat moment wellicht voor nog meer onderlinge verdeeldheid hebben gezorgd. Onze inschatting was dat een nieuw college naar verwachting nog voor de zomer aangesteld zou worden.’
‘Wij kwamen daarom tot de conclusie dat het beter was om het dossier aan de toekomstige portefeuillehouder over te dragen’, vulde Voskuil een paar uur later in zijn verhoor aan. Dat college liet echter langer op zich wachten dan gedacht en kwam er uiteindelijk pas op 29 september 2022. Er werd toen direct een juridisch advies over iok gevraagd. Dat advies werd in concept eind december 2022 afgeleverd. Zo ongeveer in het kerstreces en dat advies was nog niet afgerond. Echter, op het moment dat de raad op een juridisch onderzoek aandrong, inmiddels is het dan januari 2023, besloot men om dan meteen maar een heel nieuw tweede juridisch onderzoek te starten, uitgevoerd door een specialist op dit onderwerp.
Voskuil: ‘Niet dat het eerste niet goed was, maar dat advies gaf geen antwoord op alle vragen. Daarom, toen de raad erom vroeg, besloten we om een geheel nieuw onderzoek te laten uitvoeren.’ Ook dat was voor de commissie een beetje een open wond: ‘Dat onderzoek had toch veel eerder gekund? Nu werd het een kip-ei verhaal: we hebben geen inzicht in de juridische consequenties dus we lichten de raad nog maar niet in, maar de raad kan niets doen omdat die niet is ingelicht…’
Zaken hadden zeker anders gekund, en gemoeten
Terugkijkend concludeerden secretaris en burgemeester dat diverse onderdelen van het proces anders hadden gekund en ook hadden gemoeten. Zo dacht zelfs Valkering erover: ‘Met de kennis van nu zijn er beslissingen geweest en stappen gezet die anders hadden gekund, zeker, maar maakt dat het proces zoals dat is gegaan onrechtmatig?’ was zijn wedervraag.
Of er daadwerkelijk sprake is geweest van antedateren van de intentieovereenkomst, zoals misschien werd gedacht, is niet aan te tonen, liet Voskuil de commissie ’s middags weten op de vraag of is overwogen om aangifte te doen tegen Valkering. ‘Dat is een strafrechtelijke procedure en als je die niet kunt onderbouwen met hard bewijs dan wordt het heel moeilijk. Een aansprakelijkheidsprocedure zou misschien een andere zaak zijn.’
Maar de aangifte is (in ieder geval tot nog toe) niet gedaan.
Binnenkort komt de commissie met haar bevindingen en conclusies. Op welke termijn is nog niet helemaal duidelijk, maar zoals ook tijdens de verhoren meermaals werd aangehaald: het is een complexe zaak.
Inmiddels is meer duidelijk over de voortgang van het rapport van de onderzoekscommissie:
‘De onderzoekscommissie zal alle informatie verwerken in het onderzoeksrapport, het onderzoek afronden en op basis van haar bevindingen overgaan tot het trekken van conclusies en aanbevelingen. Dit vergt de nodige zorgvuldigheid. Naar verwachting zal na het zomerreces het rapport aangeleverd worden aan de gemeenteraad. De gemeenteraad heeft de wens uitgesproken om snel tot afronding te komen, maar dit niet ten koste van zorgvuldigheid te laten gaan. Hier handelt de onderzoekscommissie naar.’
John de Waard
Foto’s (redactie): Voormalig wethouder Klaas Valkering (foto 1) vond (en vindt) het geen vreemde gang van zaken om een intentieovereenkomst zonder onderliggend collegebesluit aan te gaan. Gemeentesecretaris Martijn Schroor (foto 2) ziet de intentieverklaring rondom Het Bijzondere Huis in ieder geval als een ‘absurditeit’. Burgemeester Lars Voskuil (foto 3) koos voor rust in plaats van informeren van de raad, gezien de politiek roerige tijd waarin de gemeente verkeerde. De onderzoekscommissie (foto 4) ondervroeg de drie getuigen apart over de gang van zaken rondom de intentieovereenkomst met Het Bijzondere Huis. Deze commissie bestaat uit Mariella van Kranenburg (voorzitter), Peter van Huissteden, Alexandra Otto – Van der Ende, Froukje Krijtenburg en Roel Oudeboon. Aangevuld met mw. Janne Pijnenborg, griffier.
Klik op één van de afbeeldingen voor een vergroting.