Woorden en uitdrukkingen uit ‘Derp’

De letter B (pagina 9 van 60)

Woorden en uitdrukkingen uit ‘Derp’

Geïnspireerd door Jaap Eeltink verzamelde boekhandel Dekker en Dekker veel woorden en uitdrukkingen. Op initiatief van Piet Dekker werd er in 1998 een dialectgroep gevormd, die uit deze gegevens, aangevuld met eigen inbreng er een eenvoudig woordenboek mee samenstelden.

Bekraite. Jeloi (jollie) zelle me doodsbiendere so ~ Jullie zullen huilen als ik dood ben
Bekroiping spijt, berouw.
Bel Waardeloos voorwerp of persoon; een grote borrel.
Beloord weze Geen raad meer weten; vermoeid zijn. Balorig zijn
Bemorieloos Dronken
Benâauwd Gierig.
Bendel Vloek.
Beppe Opa. (In tegenstelling tot het Fries, waar dit oma betekent)
Beskêete. Et komt ~ of Het loopt slecht af.
Beskimmeld Verlegen.
Bestêke. Ai ken et ~ Hij heeft te veel gegeten
Bèsteltje Werd in de klederdracht gebruikt aan de rok. Een oprijgje. Hierdoor werd de rok iets ingekort.
Bestoke tijd Mijn tijd is al gepland.
Bestoppe Begraven.
Bestroikie behulpzaam meisje of jongetje
Bewâht Bescherming, toezicht.
Bewarde. Leet em ~ Laat hem zijn gang gaan.
Bewarre Bevatten, begrijpen.
Bewêging. ’n ‘êle ~ een heel gedoe
Bezaai. er gien ~ van ‘ewwe er geen notie van hebben
Bezaie Naast.
Bezêeuwd. Er mee ~ zijn Er mee aan zijn.
Bezoin Fijne kanten muts.
Biel. Ik ‘eb de ~ Ik heb het geld.
Bieltje. Het gaat allegaar oit ’n benaâuwd ~ Iemand die het niet zo goed kan betalen.
Biene. Ai leg met z’n~ voor de mast Ziek zijn; iemand die niet meer staan kan; dronken.
Biene maken Maken dat je weg komt
Bientje. Oh God âaw me ~vast want ik skopt ‘m dôod heel erg kwaad zijn
Biere buren


Over het boek: Het Egmondse dialect
Evenmin als men een vreemde taal uit een boek kan leren, maar door een langdurig verblijf in het land van herkomst machtig moet worden, evenmin kan men zich ook de kennis en het gebruik van de plaatselijke spraak enkel uit dit hoofdstuk eigen maken. Talen en dialecten verstaan en spreken eist nu eenmaal langdurige oefening en ervaring. Hierbij komt nog, dat oude dorpelingen nog wel de dialectische woorden en zegswijzen gebruiken en ook wel hun betekenis kunnen omschrijven, maar omtrent de afleiding daarvan geen inlichtingen kunnen geven. Ruim een kwart eeuw geleden zijn pogingen aangewend, meer licht over deze materie te doen schijnen en werd onder meer de gelijkenis met de Verloren Zoon in het Egmonds overgezet, maar daarbij is het gebleven.

Onze nasporingen hebben tot het volgende resultaat geleid. Vóór de 12e eeuw werd in Noord Holland de Nederfrankische taal gesproken, met Oud-friesche bestanddelen vermengd. Dit was dus de “landstaal”, die in de loop der eeuwen niet van vreemde smetterij bleef. Wij denken hierbij aan de insluiping van Franse woorden onder het bestuur van het Bourgondische Gravenhuis (1433-1482) en tijdens de Franse overheersing (1795-1813). Vergeten we ook niet, dat het Slot aan de Hoef gedurende de regering van Manke Jan (1483-1516) zijn grootste bloei bereikte en vele uitheemse edelen herhaaldelijk en langdurig in deze omgeving vertoefden en hun taal gedeeltelijk door “de gewone man” werd overgenomen.

Nu komt hierbij nog de eigenaardige omstandigheid, dat de Egmondzeeërs bijna 10 eeuwen lang in een vrijwel afgesloten, beperkte kring hebben geleefd, waardoor de oorspronkelijke spraak maar weinig verandering heeft ondergaan.

Er waren in het dorp eenige kringen:
de vissersbevolking,
de neringdoenden,
de reders en de bestuurders.

Voor zover deze laatsten van elders waren gekomen, spraken ze de landstaal; de reders, zelf uit de vissers voortgekomen, een mengeling van de landstaal en het dialect; de neringdoenden de spraak van hen, die zij bedienden en de vissersbevolking uitsluitend het dialect. Bij deze lieden was zelfs nog een duidelijk verschil in uitspraak tussen hen die bezuiden en hen, die benoorden de Voorstraat woonden.

Deze woorden zijn letterlijk overgenomen uit een manuscript van de heer van Eenennaam, destijds leraar aan de plaatselijke visserijschool. Hij is een van de eerste geweest die het Egmonds dialect op schrift probeerde te stellen.

De samenstellers april 1998


Tekening van Reint de Jonge uit het boek: het Kleine Derp en de grote Zee. Het zilte leven van Engel Zwart. Geschreven door Peter Gerritse.


Met dank aan: Dialectgroep Derper dialect