Woorden en uitdrukkingen uit ‘Derp’
De letter B (deel 3)
Gepubliceerd: 25 augustus 2023
Geïnspireerd door Jaap Eeltink verzamelde boekhandel Dekker en Dekker veel woorden en uitdrukkingen. Op initiatief van Piet Dekker werd er in 1998 een dialectgroep gevormd, die uit deze gegevens, aangevuld met eigen inbreng er een eenvoudig woordenboek mee samenstelden.
Bierekoil In de buurt.
Biert buurt
Biggeskos Biggenhandelaar.
Bil. Op ien ~ zitte Geen geduld om te blijven zitten.
Bille. Et is ~ weer wil je legge Er is geen neen te koop; Daar is ruim voldoende.
Bin’ois – voor’ois Woonkamer.
Binne mikke Op honk; De centen binnen hebben; In huis / thuis
Blaauwe. je aige ~ jezelf warm slaan.
Blaauwe. voorbai de ~ paal gaan op reis gaan
Bladgêel bladstil
Blaid as blik Erg blij.
Blak Vlak of stil (van zee of wind).
Blikgat (-kongt) zadelpijn hebben
Boekie zoek ‘ T nergens kunnen vinden.
Boer aisere voist. ‘n ~ een branieschopper
Boere- of koptebitter Roomboter.
Boet Jongen; Broer; Schuurtje.
Boet’aak. ’n reg as ’n ~ Rugpijn.
Boewee. Een ~ Lef, drukte.
Boezee halve mouwen/blauw en gevoerd
Boezee zwarte hul
Boezel Schort. Boezelaar
Boik. ik ‘eb me ~ tisse me bienen ‘egete ik heb te veel gegeten
Boiteripsgast – boiteripper Vreemdeling.
Boitevisser Iemand die buiten zijn boekje gaat.
Bok op jasper springen. Van ~ Van de hak op de tak springen.
Bok. Van ~ op aver springe Van de hak op de tak springen.
Bokke Bukken.
Bokkeskêet: Koppig, eigenwijs kind
Bol kagie Oud biscuitje. Niet meer knapperig
Bol. ’n endje ~ een stuk brood
Bolder beschuitbol
Bolle. Ik ga me ~ Ik ga me kleden voor vuil werk.
Bolleboisies Poffertjes, kinderen met bolle wangen, beweeglijke kinderen
Tekening van Reint de Jonge uit het boek: het Kleine Derp en de grote Zee. Het zilte leven van Engel Zwart. Geschreven door Peter Gerritse.
Met dank aan: Dialectgroep Derper dialect